Kinderrechter Tom Wiersma (59) ziet regelmatig dat het mis gaat in zaken waar Jeugdbescherming Noord verantwoordelijk is voor de bescherming van kinderen. Foto: Jan Willem van Vliet
Kinderrechters in Drenthe en Groningen maken zich grote zorgen over Jeugdbescherming Noord. De 59-jarige rechter Tom Wiersma is een van hen. Een gesprek over het moeilijke werk van jeugdwerkers, maar ook hoe kinderen en gezinnen steeds meer in de knel raken door de problemen bij JB Noord.
Natuurlijk wil Tom Wiersma praten over de lastige situatie waarin Jeugdbescherming Noord (JB Noord) zich momenteel bevindt. Wiersma is sinds 2019 kinderrechter in Groningen. Hij en zijn collega’s worden vrijwel dagelijks geconfronteerd met de precaire situatie waar de jeugdbeschermingsorganisatie voor Drenthe en Groningen momenteel mee worstelt. En ja, de rechters zijn bezorgd. In gepubliceerde uitspraken van de kinderrechters druipt de frustratie er vanaf.
De kritiek is dat er te vaak geen regie is, jeugdwerkers van JB Noord met enige regelmaat niet op zitting verschijnen of de ouders en kinderen helemaal niet kennen. Wiersma herkent het allemaal. Maar hij wil ook wel benadrukken dat hij op persoonlijke titel spreekt. ,,Het is mijn verhaal, niet van de rechtbank Noord-Nederland.”
Wiersma heeft meerdere gerechtelijke uitspraken gekregen van verslaggevers van deze krant, waarin goed naar voren komt dat zijn collega’s zich in harde bewoordingen uitspreken over de gang van zaken bij de jeugdbescherming. En ja, hij wil wel vertellen wat hij ziet langskomen. Maar hij breekt ook een lans voor de soms jonge jeugdbeschermers die een hell of a job doen.
In het gebouw van de rechtbank aan het Guyotplein in Groningen zit Wiersma al klaar voor het gesprek. Voor hem ligt een nieuwe uitspraak van een collega, waarin het in zijn ogen opnieuw mis ging.
Wat ligt daar voor u?
,,Ik heb hier een uitspraak van vorige week. Dan komt er voor Jeugdbescherming Noord een vervanger op de zitting. De medewerker die eigenlijk betrokken is bij zo’n dossier is er dan niet. De ingevlogen jeugdwerker blijkt dan niet goed op de hoogte en kan vragen die mijn collega-rechter heeft niet goed beantwoorden.”
Wiersma houdt zich even stil. Kijkt nog eens naar de uitspraak en leest hardop voor dat zijn collega constateert dat er sowieso bijna geen contact is geweest met de pleegouder. ,,Waardoor JB Noord niet op de hoogte is van de ontwikkeling van deze kinderen. Het is natuurlijk wel heel zorgelijk dat de kinderrechter van dienst eigenlijk zegt: ‘Ik heb vragen over het dossier en ik krijg er geen antwoord op’. Ja, dat zijn dus wel heel vervelende situaties.”
Baart de situatie bij JB Noord u zorgen?
,,Mensen lopen op verschillende momenten dat ze hulp nodig hebben tegen wachtlijsten aan. Dat is kwalijk, dat is niet goed. Dat zie ik, dat zien mijn collega’s. Dat zien jullie ook in de verslaglegging als uitspraken. Maar de situatie bij JB Noord leidt tot vervelende situaties.”
,,Tegelijkertijd, we hebben het er mee te doen. En we proberen ook binnen de rol die wij als rechtbank hebben, en ik als kinderrechter, daar duidelijk structuur in vast te houden. Waar nodig zeilen we scherp aan de wind. Wat dat inhoudt? We vragen aan Jeugdbescherming Noord wanneer die gezinsbeschermer komt en wanneer we een plan van aanpak krijgen.”
,,En dan willen we over 3 of 6 maanden weten hoe we ervoor staan. Dat doet eigenlijk iedere collega in de rechtbanken van Assen en Groningen nu wel meer. Het is niet meer zo dat een ondertoezichtstelling voor een jaar wordt afgegeven of voor een jaar wordt verlengd. Nee, we houden echt de vinger meer aan de pols. We zien de problemen en die zijn zorgelijk. Geen misverstand over die problemen.”
Tegelijkertijd is het niet zwart-wit, vindt Wiersma. Want de zaken die hij ziet, dat zijn natuurlijk de zaken waar het volgens hem scheef loopt. Terwijl er ook zat voorbeelden zijn – ,,gelukkig”, zegt hij dan – waar het wel tijdig leidt tot goede zorg voor een kind dat hulp moet krijgen. En voor hun ouders.
,,Ik zie dat er heel veel betrokken medewerkers bij JB Noord werken. Mensen die al langere tijd, soms meerdere jaren, betrokken zijn bij de gezinnen. Die lopen dag in dag uit de voeten onder het lijf weg om alles zo goed mogelijk te regelen. Dus als er wel een vaste gezinsvoogd is, en die echt goed bezig is, dan lees je dat in uitspraken van de rechters vaak niet terug. Het zijn de situaties die tot problemen leiden … Hoe zeg ik dat. Ja: die worden uitvergroot.”
Wat bedoelt u daarmee?
,,Nou, daar zie je de problemen. Waar het toe leidt op het moment dat er niet een vaste gezinsvoogd is. Als iemand niet goed ingevoerd is in de gezinskwestie en eigenlijk ook geen antwoord kan geven op vragen van de kinderrechter die op dat moment spelen.”
Hoe vaak komt u tegen dat het niet goed gaat in zaken die bij JB Noord op het bordje liggen?
,,Ik kan eigenlijk vooral kijken in mijn eigen praktijk.” En dan houdt hij weer even stil.
Wiersma is sinds 2019 kinderrechter in Groningen. Daarvoor werkte hij als strafrechter. Praten gaat hem goed af. Maar hij zegt nooit zomaar iets. Alsof elk woord dat zijn mond verlaat al ruimschoots op een goudschaaltje is gewogen. ,,Hoe vaak? Regelmatig. Het is regelmatig dat je constateert dat er niet tijdig voldaan is aan de criteria die eigenlijk ook in de eigen regelgeving voor de gezinsbescherming staat.
,,Dat betekent dus: dat je binnen 5 dagen dat gesprek als jeugdbeschermingsorganisatie met het kind en zijn of haar gezin moet hebben, dat je tijdig een behandelplan moet hebben en dat je daarna zo snel mogelijk aan de slag moet.”
Wat is volgens u de oorzaak van dit alles?
,,Een jeugdbeschermer is eigenlijk een regievoerder. Het is niet degene die ook daadwerkelijk de hulp gaat verlenen. Hij of zij geeft alleen de kaders. Dus in de praktijk kun je ertegenaan lopen dat de jeugdwerker, maar ook de kinderrechter, eerst te maken krijgt met een Raad voor de Kinderbescherming. Die al onvoldoende tijd heeft om een zaak in onderzoek te nemen. Als een ondertoezichtstelling aan de orde is, kan het dus al zijn dat er na een beslissing van de rechter een wachtlijst is voordat een zaak überhaupt is toebedeeld aan een jeugdbeschermer.”
,,Als die jeugdbeschermer dan aan de slag gaat, wil hij bijvoorbeeld Kort en Krachtig (gedwongen zorgtraject voor gezinnen bij Leger des Heils, red.) inschakelen voor extra hulp binnen het gezin zelf. Maar die heeft ook een wachtlijst. En vooral als er hoog-specialistische hulp nodig is. Bijvoorbeeld van een orthopedagoog of een kinderpsychiater.”
Paspoort
Naam
Thomas Andries Wiersma
Geboren
17 februari 1966 in Leeuwarden, opgegroeid in Reduzum
Opleiding
Rechten aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG)
Carrière
Werd in 1998 officier van justitie in Groningen en maakte in 2002 als advocaat-generaal de overstap naar het ressortsparket in Leeuwarden. Vanaf 2011 actief als rechter bij rechtbank Noord-Nederland, eerst in het strafrecht. Sinds 6 jaar kinderrechter. Bekleedt ook nevenfuncties, onder meer als plaatsvervangend voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg in Zwolle
Privé
Wiersma is getrouwd, heeft drie kinderen en woont in de provincie Groningen
Toch is JB Noord de enige Jeugdbeschermingsorganisatie in Nederland waarvan het certificaat is ingetrokken, omdat ze volgens het Keurmerkinstituut niet genoeg deed om aan de normen te voldoen. Is de noodzakelijke zorg voor deze gezinnen in Drenthe en Groningen dan moeilijker te vinden?
,,Ik heb natuurlijk geen inzicht in de audits en weet niet wat het Keurmerkinstituut nu als aandachtspunt benoemt bij JB Noord. Dus het kan best zijn dat er ook in de interne organisatie problemen zijn die dit alles versterken. Dat zou heel goed kunnen. Wat ik weet is dat er bij JB Noord heel veel verloop is onder het personeel. Dat maakt het ontzettend lastig om goed door te pakken."
,,Ouders klagen daar echt over op zitting. Die moeten hun situatie eerst uitleggen aan jeugdwerker nummer 1, en die is dan na een paar maanden vertrokken. Dan kunnen de ouders bij nummer 2 eigenlijk weer opnieuw beginnen met uitleggen. Die ook weer opnieuw een vertrouwensband met het kind en de ouders moet opbouwen. Zo’n band is natuurlijk belangrijk. Je praat over heel intieme dingen die spelen binnen het gezin. Dus iedere keer weer moet je met een nieuw persoon dat traject opbouwen.”
Wiersma stopt weer even. Denkt na. Wikt. Weegt. En zegt dan: ,,Dat lijkt me ontzettend vervelend voor de ouders. En voor de kinderen.”
Hoe is dat voor u als rechter? Voelt u zich weleens met handen gebonden? Dat u een andere keuze maakt vanwege de personeelskrapte bij JB Noord?
,,Ja, natuurlijk beïnvloedt mij dat. Ik zit op die plek als rechter en krijg soms ook schrijnende verhalen te horen. Verhalen over gezinnen die in een jaar al vijf verschillende jeugdbeschermers hebben gehad. Ik ga nu wel sneller op zoek naar alternatieven. Op het moment dat ik merk dat het niet het beoogde effect heeft, ga ik toch kijken wat het probleem wel kan oplossen.”
,,Er is natuurlijk geen jeugdbeschermer die blij is met alles wat er nu gaande is", zegt Wiersma over de lange wachtlijsten en ondermaatse dienstverlening door JB Noord. Foto: Jan Willem van Vliet
,,Het is ook wel de teneur van de beslissingen van andere kinderrechters. Het is dus vooral ook weer afschalen waar afgeschaald kan worden. Als het niet effectief is, stopt het. Maar het moet natuurlijk wel verantwoord zijn in de thuissituatie. Want als dat niet zo is hoop je natuurlijk dat iedereen prioriteit aan een zaak geeft. Bovenop de zorgverlening en begeleiding zit, omdat daar echt via een gedwongen kader scherp toezicht nodig is.”
Waarom verwijst u Drentse en Groningse ouders en kinderen niet gewoon naar een andere gecertificeerde instelling?
,,We hebben niet alleen te maken met JB Noord, we hebben ook de William Schrikker Stichting en de afdeling Jeugdbescherming en Jeugdreclassering van het Leger des Heils. Maar die zijn echt aanzienlijk kleiner dan JB Noord. Dus we kunnen niet zeggen; nou oké, nu maar even niet naar JB Noord, maar naar die andere twee. Die hebben ook een andere doelgroep. Ik zou liegen als ik zou zeggen dat het bij die organisaties fantastisch loopt.”
De problemen in de hele jeugdzorg komen op uw bordje als kinderrechter terecht. En u en uw collega’s moeten andere afwegingen maken, toch?
,,Er is natuurlijk geen jeugdbeschermer die blij is met alles wat er nu gaande is. En je ziet ook oude rotten die, denk ik, vinden dat het ontzettend vervelend is dat ze zo in de schijnwerpers staan. Maar ja, ze zijn met onvoldoende mensen om alle zaken op te pakken. Het is aan Jeugdbescherming Noord zelf om op basis van hun audits de prioriteit bij de goede zaken te leggen."
,,Let wel: dat betekent niet dat wij als rechtspraak met de handen over elkaar aan de zijlijn gaan staan. Nee, we hebben een toetsende taak en die gaan we ook waarmaken. Dus wij kijken aan de hand van de wet of JB Noord en andere instellingen zich houden aan de voorwaarden, zoals: zorgen ze wel dat er snel een vaste jeugdbeschermer is? Ik snap ook echt wel dat zij geen ijzer met handen kunnen breken. Als ze geen mensen hebben, dan zijn die er niet.”
Toch voelen u en uw collega’s zich genoodzaakt om in de uitspraken aan te geven dat de nood aan de man is bij JB Noord. Dat is wat anders dan: we hebben begrip en geven dingen mee.
,,Het zijn natuurlijk wel heel duidelijke signalen dat het niet oké is. Als jij als gezinsvoogd aan een zaak bent toegevoegd, kom jij in principe op zitting en geef je die toelichting. Dan ga je niet een collega sturen, lijkt mij. Of dat je helemaal niet verschijnt. Ik kan me voorstellen dat een collega-rechter dan zegt: ‘Ik ben er een beetje klaar mee, ik krijg niet de informatie’.”
,,Als een rechter de dingen opschrijft die jullie uit de vonnissen halen, dan kun je gerust stellen: de kinderrechter is er wel flauw van. Dan geeft hij echt aan: dit werkt zo niet. Dit is niet goed voor mensen die op zoek zijn naar hulp en die hulp nodig hebben in een situatie. En dit is zeker niet goed voor kinderen.”
,,Tegelijkertijd, het is een deel van de zaken. Verkijk je er niet op: het komt nu allemaal op het conto van JB Noord. En die club heeft echt een probleem. Er zijn terechte zorgen over het functioneren. Het is zonneklaar dat het management moet zorgen dat ze dit zo snel mogelijk oppakken. Tegelijkertijd: de hele jeugdzorgsector heeft te maken met een tekort aan hoogspecialistische jeugdhulp.”
Wat merkt u bij ouders in de rechtszaal?
,,Wij worden natuurlijk wel geconfronteerd met boze ouders, met teleurgestelde ouders. Ouders die nadrukkelijk benoemen: ‘Ik had gehoopt dat dit en dit nu wel geregeld zou zijn en het duurt allemaal zo lang’. Natuurlijk gaan we op dat moment ook in gesprek met de jeugdbeschermer. We leggen de vraag neer: wat wordt er de komende periode dan wél georganiseerd?”
,,In het verleden kwamen zaken pas na een jaar terug bij de rechtbank. Tegenwoordig willen we ze na 3 of 6 maanden terugzien. Toch om die vinger aan de pols te houden. Die vinger-aan-de-polsbeslissingen, die zie je veel meer terugkomen.”
Dat belast de rechtspraak nog eens extra?
,,Ja, je snijdt jezelf in je vingers, want je hebt natuurlijk meer zaken. Tegelijkertijd is dat denk ik wel de manier om het te tackelen. Dat is volgens mij ook de enige manier waarop de rechter die toetsende taak ook kan waarmaken.”
Wiersma neemt nog maar eens de tijd. Schuift wat met het vonnis dat voor hem ligt over tafel. En dan:
,,Het is ook best wel een lastige situatie voor jeugdbeschermers. Aan de ene kant heb je de druk van ouders die een ondertoezichtstelling hebben. Zij willen aan de slag en dat je het voor hen regelt. Aan de andere kant moet je zorgen dat er hulp komt, maar dan loop je weer tegen wachtlijsten aan bij zorgorganisaties. Het lijkt mij vooral voor de jongere groep jeugdbeschermers, een hell of a job om dat goed te organiseren.”