Amina El Halimi uit Groningen is één van de initiatiefnemers voor de komst van een Islamitische basisschool. Zij hecht veel waarde aan haar privacy en voelt zich prettiger bij het niet zichtbaar delen van haar gezicht online. Foto: Corné Sparidaens
Amina El Halimi (24) zet zich met een groep moslima’s in voor de komst van de eerste islamitische basisschool in Groningen. ‘Als we groen licht krijgen, verwachten we dat de gemeente meewerkt.’
De groeiende islamitische gemeenschap in Groningen heeft grote belangstelling voor de oprichting van de islamitische basisschool Al Kitaab (Het Boek) in de stad. Dat blijkt uit een peiling van een groep moslima’s in Groningen. Het vereiste aantal van 129 ouderverklaringen is ruimschoots gehaald en overhandigd aan het ministerie.
Amina El Halimi werkt samen met Stichting Noor, die al vijf islamitische basisscholen heeft in Almere, Lelystad, Hilversum, Leiden en Utrecht. De geboren Groningse die met succes een hbo-opleiding Farmakunde aan de Hogeschool Utrecht deed, rondt momenteel haar studie Pedagogische Wetenschappen aan de Universiteit Utrecht af. Ook heeft ze een baan in de jeugdzorg.
Hoe ben je hierbij betrokken geraakt?
,,Mijn studiegenoten in Utrecht vertelden over hun tijd op de islamitische basisschool. Toen dacht ik: wat zou het mooi zijn als Groningen die mogelijkheid ook had. Het zette me aan het denken over mijn eigen schooltijd en hoe anders die was. Als oudere zus van jonge broertjes en zusjes zag ik hoe bepaalde onderwerpen werden onderwezen op een manier die niet altijd strookt met islamitische normen en waarden. Het confronteerde me met een gemis dat ik vroeger misschien niet eens bewust had gevoeld, maar waarvan ik nu inzag hoe belangrijk het is. Ik wist dat er behoefte was aan islamitisch onderwijs, maar had geen idee waar ik moest beginnen. Toch voelde ik dat ik hier iets mee moest doen.”
Wat voelt achteraf als een gemis?
,,Mijn broertjes, zusjes en alle andere kinderen gun ik een schooltijd waarin hun identiteit volledig wordt erkend. Op een islamitische basisschool ben je omringd door kinderen met dezelfde achtergrond, wat zorgt voor herkenning en verbondenheid. Thuis krijg je normen en waarden mee die voortkomen uit ons geloof, de islam. Op school wil je dat die wereld niet losstaat van je dagelijks leven, maar juist in elkaar overvloeit. Toch merk je op reguliere scholen dat daar weinig ruimte voor is.”
Waar is geen ruimte voor?
,,Voor het gebed is bijvoorbeeld geen vaste plek. Als kind voel je je verlegen of bezwaard om dit bespreekbaar te maken bij een leerkracht. Op een islamitische school is dat anders: daar wordt bewust tijd en ruimte ingepland voor het gebed en krijgen belangrijke momenten zoals de Ramadan en Eid al-Fitr (het Suikerfeest) de aandacht die ze verdienen. Ook wordt er meer inhoudelijke aandacht besteed aan religie, wat bijdraagt aan de identiteitsontwikkeling van een kind.”
Voelde je je anders op school?
,,Ja, dat gevoel ontstaat al op jonge leeftijd. Thuis vieren we bijvoorbeeld geen kerst, maar op school is daar vaak veel aandacht voor. Sinterklaas, verjaardagen – het zijn allemaal momenten waar je als islamitisch kind anders mee omgaat. Dat kan verwarrend zijn. Je krijgt uitnodigingen voor activiteiten die niet aansluiten bij je geloof, en je merkt dat het beleid van de school daarin leidend is. Als kind heb ik ook kerstliedjes gezongen, maar ergens voelde dat niet goed. Je weet: dit is niet wat ik eigenlijk zou moeten doen. Constante tweestrijd.”
Hoe reageerden je ouders daarop?
“Mijn ouders waren daar vrij in. Ze hebben ons niet verboden om deel te nemen aan het kerstdiner of Sinterklaasvieringen. Toch voelde het voor mij onnatuurlijk om mee te doen. Je weet dat het niet strookt met wat je thuis meekrijgt, en bovendien is deelname aan dergelijke vieringen vanuit ons geloof niet toegestaan. Maar als kind wil je niet anders zijn. Je wilt vriendjes maken en gewoon meedoen met de rest. Op het eerste gezicht lijken zulke activiteiten onschuldig, maar voor een kind voelt het tegenstrijdig. Je groeit op met bepaalde waarden, maar op school merk je dat die niet altijd worden weerspiegeld. Dat dubbele gevoel kan lastig zijn.”
Je wilde voor een islamitische basisschool gaan. Maar hoe?
,,Ik ben eerst zelf onderzoek gaan doen: hoe werken islamitische basisscholen? Moet je er zelf een oprichten of is er een bestaande stichting die dit kan ondersteunen? Ik heb meerdere schoolbesturen benaderd, maar zij vonden Groningen te ver. Het paste niet in hun plannen.”
Hoe vond je medestanders?
,,In juni 2023 kwam ik in contact met een andere initiatiefnemer die hetzelfde doel had. Ik gaf aan dat ik op dat moment al ruim twee jaar ermee bezig was en al het een en ander had gedaan. Zij bracht mij in contact met twee andere vrouwen, en we ontdekten dat we – zonder het van elkaar te weten – alle vier al bezig waren met dezelfde missie. Dat gaf enorm veel energie.”
Hebben jullie de interesse gepeild?
,,Om het draagvlak te meten, hebben we eerst online een peiling uitgevoerd. Binnen enkele weken ontvingen we meer dan 250 reacties van ouders die interesse hadden in islamitisch onderwijs voor hun kinderen. Ouders met jonge kinderen binnen een straal van zes kilometer vanaf postcode 9742 konden hun gegevens doorgeven, inclusief de geboortedatum van hun kind. In Groningen is de islamitische gemeenschap erg divers, met ook veel bekeerlingen. Verspreid over de stad zijn verschillende moskeeën, die elk een andere culturele achtergrond vertegenwoordigen, zoals de Marokkaanse, Turkse en Somalische gemeenschappen. Deze diversiteit willen we ook in het onderwijs terugzien.”
Hoe kwam Stichting Noor in beeld?
„We kregen de tip om contact op te nemen met Stichting Noor. Vanaf het begin was er een goede klik, en hun onderwijsvisie sluit aan bij wat wij voor Groningen voor ogen hebben. Directeur-bestuurder Redouan Boudil vond Groningen wel wat ver, maar zag het belang van dit initiatief en voelde zich verplicht om het te proberen. Stichting Noor neemt het formele gedeelte op zich, terwijl wij ons richten op de bekendheid in de stad en de betrokkenheid van ouders. Toen we akkoord kregen van Stichting Noor, hebben we dat direct via sociale media gecommuniceerd: ‘Hou onze pagina’s goed in de gaten!’”
Zijn ouders actief benaderd?
„Ja, met een team van ongeveer tien vrijwilligers hebben we actief ouders benaderd en geïnformeerd. We spraken mensen aan bij weekendscholen, moskeeën, islamitische slagers en bakkerijen en lieten flyers achter. We bezochten verschillende wijken, waaronder Paddepoel, Selwerd, Vinkhuizen, Korrewegbuurt, De Wijert, Beijum, Oosterpark en Lewenborg. We organiseerden een informatiemiddag om vragen te beantwoorden en uitleg te geven over het proces.”
Hoe verliep de communicatie?
,,Nieuwkomers die de taal nog niet goed beheersen maar wel interesse hadden, hebben we thuis bezocht om alles in hun eigen tempo uit te leggen. Ik ben van Marokkaanse afkomst en spreek Marokkaans-Arabisch, wat verschilt van het klassieke Arabisch. Mensen uit Syrië, Irak en andere delen van het Midden-Oosten spreken vaak een dialect dat dichter bij het klassieke Arabisch ligt, waardoor er meer overeenkomsten zijn tussen hun talen. In mijn geval was die overlap er minder, wat het soms lastig maakte om met nieuwkomers uit deze landen te communiceren.”
Hoe maakte je je verstaanbaar?
„Op allerlei manieren – soms met handen en voeten, soms met hulp van kinderen die al Nederlands hadden geleerd. Het delen van een geloof creëert ook een gevoel van vertrouwen. Mensen lieten ons binnen, namen de tijd om te luisteren en stelden vragen. Vaak hebben we gewoon aangebeld zonder precies te weten wie er achter de deur stond. Als niet-moslims opendeden, legden we vriendelijk uit waar we mee bezig waren. Meestal kregen we een positieve reactie: ‘Geen probleem, succes ermee’.”
De gemeente Groningen staat niet te juichen bij de komst van een islamitische basisschool. Ze vindt dat kinderen met verschillende religieuze achtergronden samen moeten leren, zodat ze elkaar beter begrijpen.
,,De gemeente Groningen is voor inclusie. Dat bereik je als iedere leerling zich erkend, begrepen en vertegenwoordigd voelt. Net zoals er vroeger behoefte was aan christelijk en katholiek onderwijs, is die behoefte er nu voor islamitisch onderwijs. Afzondering is nooit het doel, want kinderen ontmoeten elkaar toch wel in de wijk, op de pleintjes en bij sportclubs. Het is juist belangrijk dat onderwijs aansluit bij de belevingswereld en identiteit van een kind, zodat het met een stevig zelfbeeld en zelfvertrouwen kan opgroeien.”
Bestaande scholen vrezen een terugloop van het aantal leerlingen.
,,Ik begrijp de angst van de andere scholen, maar we kunnen niet voorbijgaan aan de duidelijke behoefte die er is. Een samenleving functioneert goed wanneer er ruimte is voor verschillende onderwijsvisies die coherent met elkaar samenhangen. Islamitisch onderwijs is geen afwijking van het systeem, maar een natuurlijke aanvulling op het bestaande onderwijspalet.”
,,Onderwijs moet niet alleen draaien om presteren, maar ook om de vorming van identiteit en zelfbewustzijn. Identiteit is geen obstakel, maar een bron van kracht die kinderen stimuleert om hun volledige potentieel te benutten. Er is een duidelijk verband tussen een veilige leeromgeving en schoolsucces: kinderen die zich erkend voelen in hun achtergrond en identiteit, ontwikkelen meer zelfvertrouwen en presteren beter. Wie gelooft in gelijke kansen, moet ook erkennen dat identiteit hierin een belangrijke rol speelt.”
Hoe gaat het in Groningen verder?
,,We wachten op het besluit van de minister. Voor 1 juni horen we of Stichting Noor groen licht krijgt om de school te stichten. Als dat zo is, verwachten we dat de gemeente meewerkt aan het bieden van onderwijshuisvesting. Ik hoop dat Groningen straks niet alleen bekend staat om haar universiteit, maar ook om de diversiteit en keuzevrijheid in het onderwijs. Een stad waar ieder kind zich thuis voelt in het klaslokaal.”