Jongeren die vastgelopen zijn in het reguliere onderwijs kunnen terecht in de Plusklas. Archieffoto
De gemeente Groningen is tegen de komst van de eerste noordelijke islamitische basisschool in de stad. Ze wil dat kinderen met een Islamitische achtergrond gebruikmaken van bestaande scholen.
Onlangs maakte Stichting Noor bekend dat ze de Islamitische basisschool Al Kitaab wil oprichten in Groningen. Dat gebeurt op verzoek van ouders die voldoende steunverklaringen overhandigden aan het Rijk om kans te maken op overheidsfinanciering. Stichting Noor die vijf scholen heeft in Almere, Hilversum, Leiden, Lelystad en Utrecht, sprak met de gemeente en drie Groningse schoolbesturen.
In een brief aan het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) uit wethouder Carine Bloemhoff (PvdA, Onderwijs) haar zorgen uit over de komst van Al Kitaab. Ze vreest dat nogal wat kinderen in de noordelijke wijken naar Al Kitaab gaan, waardoor in het onderwijs een scheiding (segregatie) ontstaat tussen leerlingen met en zonder een islamitische achtergrond.
‘Kleine scholen in de knel’
Bloemhoff vindt dat onwenselijk. Ze noemt onderwijs een plek waar kinderen met diverse sociale en economische achtergronden komen om samen te leren en elkaar te begrijpen ‘Dit kan bijdragen aan het verminderen van vooroordelen en discriminatie’. Daarbij wijst de gemeente op de stapeling van problemen (armoede, gezondheid, wonen en veiligheid) in de noordelijke stadswijken en de bovengemiddelde onderwijsachterstand’.
Daar waar scholen hard werken aan het inlopen van die achterstand, vreest Bloemhoff de concurrentie van Al Kitaab. Vooral omdat de noordelijke wijken zoals Paddepoel en Selwerd vergrijzen. De afgelopen jaren is het aantal 4 tot 12-jarigen in de gemeente iets afgenomen. Daardoor is het aantal onderwijsplekken groter dan de vraag. ‘Dit heeft als gevolg dat de bestaande scholen hier elkaar harder gaan beconcurreren. De komst van Al Kitaab baart ons zorgen voor scholen waar al een dalende trend zichtbaar is. Kleinere scholen zullen nog verder in de knel komen’.
Teleurgesteld in gemeente
Directeur-bestuurder Redouan Boudil van Stichting Noor is enorm teleurgesteld in de brief van de wethouder. Volgens hem suggereert de gemeente dat zijn school in het onderwijs bijdraagt aan een scheiding van leerlingen met een migratieachtergrond. ,,Onze school moedigt respect voor diversiteit en samenwerking aan. Waarden die van groot belang zijn in een multiculturele samenleving.’’
Boudil weet dat in de genoemde wijken gewerkt wordt aan onderwijsachterstanden en sociaaleconomische ongelijkheid. ,,Het is echter misleidend om deze uitdagingen te verbinden aan een school die er nog niet is. Het is juist ons doel om deze problemen aan te pakken door kwalitatief onderwijs te bieden aan kinderen die dat hard nodig hebben. Wij willen niet polariseren, maar juist kansen creëren.’’
Dat Al Kitaab een bedreiging vormt voor het voortbestaan van andere scholen, vindt Boudil een oneigenlijk argument. ,,Ouders en kinderen hebben recht op keuzevrijheid. Het feit dat er meer dan voldoende interesse is getoond in Al Kitaab bevestigt deze behoefte. Onze school is niet alleen een antwoord op de vraag vanuit de gemeenschap, maar ook een middel om kinderen uit deze wijk sterker te maken en beter voor te bereiden op hun toekomst.’’
‘Buitenspel gezet’
Stichting Noor roept de gemeente en Groningers op haar niet te zien als een bedreiging maar als een partner. ,,Ons doel is een plek te creëren waar identiteit en onderwijs hand in hand gaan. We willen een brug slaan tussen onze identiteit en de samenleving, zodat kinderen met trots en zelfvertrouwen opgroeien’’, aldus Boudil.
Hij vindt dat de gemeente met deze reactie aan het ministerie een scheiding tussen bevolkingsgroepen in de hand werkt. ,,Een groot deel van de islamitische gemeenschap wordt gewoon buitenspel gezet. Het initiatief van deze nieuwe school is er één van en voor ouders in Groningen. Als gemeente zou je deze betrokkenheid moeten toejuichen in plaats van afserveren.’’
De onderwijsinspectie behandelt de aanvraag voor de nieuwe school en brengt een advies uit, waarna de minister een besluit neemt.