De goudjakhals, ook wel rietwolf genoemd. Foto via Cindy de Jonge
In Groningen werd dinsdag een goudjakhals gespot. Dat is niet voor het eerst. Dit verhaal publiceerden wij in december 2019, toen er een exemplaar in Drenthe werd gezien. Toen was het al duidelijk: dit dier is een blijvertje.
,,Supergaaf, eindelijk weer eentje”, denkt onderzoeker Glenn Lelieveld als duidelijk is dat de Asser Cindy de Jonge-Stegink geen wolf, maar een goudjakhals voor haar camera had. De komst van de jakhals werd verwacht, maar is toch een verrassing.
Als onderzoeker Glenn Lelieveld de beelden uit Drenthe voor het eerst ziet, denkt hij: dit is een wolf. ,,Ik had het compleet niet in de gaten”, zegt Lelieveld lachend. Ook natuurvrijwilliger Cindy de Jonge uit Assen en boswachter Aaldrik Pot van Staatsbosbeheer denken in eerste instantie direct aan een wolf.
De goudjakhals voor de camera van Cindy de Jonge-Stegink uit Assen. Eigen foto
,,Ik begon toch te twijfelen. Anderen ook”, vertelt Pot. Voor hem is het aanleiding door te vragen. ,,Ik dacht: wat een gekke wangen heeft dat beest. Enorme puntwangen.” De boswachter lacht. ,,Een volstrekt onprofessionele opmerking, die wangen zijn helemaal geen uitsluitend kenmerk voor de jakhals.”
Er worden deskundigen bijgehaald, onder wie Lelieveld en een expert uit Oostenrijk. Maar omdat zij het ook niet meteen zeker weten, gaat de Jonge, die het dier op 22 november met haar camera registreerde, terug het bos in. Ze struint het gebied rondom de camera af naar sporen. Het enige zichtbare? Een scheur in de boom, waar het dier langs moet zijn geschampt. ,,We kwamen op een schouderhoogte van krap aan 50 centimeter”, vertelt De Jonge.
De Assense, die als vrijwilliger de camera’s uitleest om de otter- en beverstand in Drenthe te controleren, denkt nog even aan een jonge wolf. Zeker van haar zaak is ze als ze de registraties uit 2016 en 2017 op de Veluwe naast de hare legt. ,,Daar zijn ook camerabeelden gemaakt, ook één waar het dier recht in de lens kijkt. Die kan je bijna naadloos over mijn afbeelding heen leggen”, vertelt ze.
Ook Lelieveld weet het zeker. Op 22 november om 06.43 uur banjerde de goudjakhals ‘ergens’ door Drenthe. ,,Supergaaf, eindelijk weer eentje”, vindt de onderzoeker. Want de Drentse waarneming mag dan pas de derde keer zijn dat het schuchtere neefje van de wolf in ons land is gesignaleerd, Lelieveld is stellig: de jakhals is een blijvertje.
Daarom organiseerde de onderzoeker, verbonden aan het meldpunt Wolven in Nederland, afgelopen september een symposium over het dier. Het doel? Mensen voorbereiden op de komst van de goudjakhals, ook wel: de gewone jakhals. ,,We zien al een tijd dat de goudjakhals bezig is aan een grote opmars binnen Europa”, vertelt Lelieveld.
De Europese bakermat van de goudjakhals, die zijn naam dankt aan de vaak goud glanzende vacht, is Griekenland. Tegenwoordig leven de grootste populaties op ons continent in de Balkanlanden, maar ook in Oostenrijk, Hongarije en Tsjechië. In Denemarken, Duitsland en Zwitserland wordt het ‘kleine neefje van de wolf’ de laatste jaren vaak gezien. ,,En ook de natuur in Nederland is erg geschikt voor de goudjakhals”, meent Lelieveld.
Uit onderzoek blijkt dat 1400 Nederlandse gebieden theoretisch gezien geschikte vestigingsgebieden zijn voor de jakhals. ,,De jakhals zal zich bijna overal in Nederland thuisvoelen”, zegt Lelieveld. De jakhals heeft maar 3 of 4 vierkante kilometer nodig als territorium. ,,Het mag zeiknat zijn voor de jakhals. Zijn bijnaam is ook wel ‘de rietwolf’. Met zeiknatte, kleine snippers natuur gaat het in Nederland helemaal goed komen.”
De hondachtige (officiële benaming c) is overigens niet kieskeurig als het gaat om zijn leefgebied. ,,De jakhals gedijt goed in heel verschillende leefomstandigheden. We krijgen de indruk dat warmte bijvoorbeeld niet zoveel uitmaakt. Zo zit er een behoorlijke populatie in Litouwen, maar ook in India hebben ze er ontzettend veel.” De jakhals is gemakkelijk te verwarren met de wolf of de vos. Bovendien laat het dier zich door zijn schuchtere natuur niet snel zien.
Alleen op deze boom was een spoor zichtbaar van de goudjakhals. Foto: Cindy de Jonge-Stegink
,,De goudjakhals is een ramp voor ecologen”, zegt Lelieveld. ,,Het is een ontzettend schuw dier. We kunnen hem niet zien. Dat maakt het een enorme uitdaging voor ons om vast te stellen waar het dier leeft en hoe groot de populaties zijn.” Het kan zelfs zo zijn, stelt hij, dat er al lang een jakhalzenfamilie in ons land leeft. Zonder dat iemand het doorheeft.
Daarom is de onderzoeker zo in zijn nopjes met de Drentse ontdekking. ,,We moeten het hebben van zulke toevalstreffers”, stelt hij. In het buitenland wordt bio-akoestisch onderzoek toegepast om te controleren of goudjakhalzen in bepaalde gebieden leven. ,,Dan wordt een geluidje afgespeeld met een megafoon en wachten ze tot de goudjakhalzen terugroepen. Het is eigenlijk het uitlokken van huilen”, vertelt Lelieveld.
Lelieveld en anderen wagen zich daar in ons land nog niet aan. ,,Zodra er van één plek meer waarnemingen komen, gaan we onderzoeken wat daar precies gebeurt. Stel dat er over een maand weer een foto uit hetzelfde gebied in Drenthe komt, dan wordt het heel serieus.” Het dier in Drenthe is waarschijnlijk jong. ,,De goudjakhals is een gezinsdier. Een roedel bestaat gewoonlijk uit vader, moeder en hun jongen. En net als bij de wolf zijn het de jonge dieren die op zoek gaan naar nieuw leefgebied”, vertelt Lelieveld. Dat de Drentse cameraval een eh, jakhals signaleerde is dus niet uitzonderlijk.
Ondanks de overeenkomsten tussen de diersoorten, is van wederzijdse liefde geen sprake. ,,De wolf doodt goudjakhalzen als hij ze tegenkomt”, vertelt Lelieveld. Op plekken waar wolven leven, zie je normaal gesproken geen goudjakhalzen. Soms leven ze aan de rand van het wolventerritorium. ,,Heel af en toe komen ze ook samen in een gebied voor, als het de jakhalzen lukt zich voor de wolven verborgen te houden”, weet Lelieveld.
De goudjakhals is gemakkelijk te verwarren met een wolf of een vos. Foto via Cindy de Jonge-Stegink
Een ander verschil? In tegenstelling tot zijn grote neef is de jakhals geen roofdier, maar een aaseter. ,,Een soort opruimer in de natuur”, weet De Jonge. ,,Een mooie rol. Het zijn opportunisten en alleseters. Ze eten de restjes van grote roofdieren op, maar ook fruit dat van de boom is gevallen en kleine dieren als ratten en muizen.”
Dat beaamt Lelieveld. ,,We hoeven ons geen zorgen te maken over de jakhals”, vindt hij. ,,Het is prachtig dat hij de Nederlandse natuur geschikt acht om in te leven.” Om te voorkomen dat liefhebbers naar het dier op zoek gaan, wil het drietal liever niet zeggen waar in Drenthe de waarneming was. ,,Als hij zich in Drenthe wil vestigen, is rust nodig”, zegt De Jonge.
Sinds 22 november is de ‘Drentse’ jakhals niet opnieuw gesignaleerd. ,,Het kan heel goed zijn dat ie de grens alweer over is”, zegt De Jonge. Jakhalzen kunnen honderden kilometers per nacht afleggen. ,,Als je op je Drentse hunebed blijft wachten op een partner, maar je bent zo zeldzaam, dan moet je misschien ook in actie komen”, grinnikt ze.
De ontdekking vindt ze een cadeautje. ,,Als natuurvrijwilligers worden we vaak geconfronteerd met verkeersslachtoffers. De jakhals komt vooral uit Oost-Europa, leeft in drukke steden, kruist voorbijrazend verkeer en wandelt dan gewoon Drenthe binnen. Dat verdient bewondering, dat vind ik echt heel tof.”