De 260 spiksplinternieuwe BMW's zijn op de kade in de Eemshaven geparkeerd nadat ze uit de Fremantle Highway zijn gehaald. Het schip vloog eind juli 2023 in de brand boven de Waddeneilanden. Foto: Jilmer Postma
De 260 gloednieuwe BMW’s die uit de brandende Fremantle Highway kwamen, mogen niet de weg op. Dat heeft de rechtbank in Den Haag maandag bepaald in een zaak tussen de popelende verkopers en de Duitse autobouwer.
De rechter verbiedt het een groep handelaren uit Rotterdam en Zevenbergen die de auto’s wilden verkopen, om in de Europese Unie inbreuk te maken op het merk BMW en de modellen van deze Duitse autobouwer.
BMW hield volgens de rechter terecht de verkoop van de voertuigen tegen op basis van merkrechten, omdat de kwaliteit van de BMW’s door de brand niet meer kon worden gegarandeerd.
Verder dienen de autoverkopers zich, zolang een bodemprocedure bij de rechter loopt, te onthouden van het in de Europese Unie aanbieden, verhandelen, invoeren, uitvoeren en/of leveren van hun 260 BMW-voertuigen, waar beslag op is gelegd.
3B Exclusief BV en Womy Equipment Supply?
Dat geldt volgens de rechter ook voor andere BMW-voertuigen die afkomstig zijn van het uitgebrande autovrachtschip Fremantle Highway, dat vorige zomer naar de Eemshaven is gesleept nadat het ten noorden van Ameland in brand vloog.
De uitspraak van de rechter betekent dat een groep Rotterdamse autohandelaren - onder aanvoering van het familiebedrijf Peinemann Mobilift en 3B Exclusief BV en Womy Equipment Supply bv uit Zevenbergen – hun rechtszaak tegen BMW hebben verloren.
In hun kort geding op 18 juni eisten deze autohandelaren opheffing van het beslag dat de Duitse autobouwer had gelegd op 260 ‘gloednieuwe’ BMW’s. De Duitsers vreesden reputatieschade omdat er door de hitte van de brand aan boord allerlei gebreken aan hun auto’s konden ontstaan die zelfs tot onveilige situaties konden leiden.
Deze auto’s hadden de handelaren gekocht van een tussenhandelaar, die de BMW’s weer had opgekocht van een Taiwanees verzekeringsbedrijf dat de wagens voor de Duitse autofabriek had verzekerd tijdens het transport in het rampschip Fremantle Highway.
De Rotterdammers betaalden 5,1 miljoen euro voor de 260 BMW’s, bijna 20 mille per auto. Het consortium van ondernemers hoopte een fijne winst op te strijken door de BMW’s hier te verkopen.
Dwangsom van 50 miljoen euro
Daar kan nu voorlopig een streep door. De kortgedingrechter legt de autohandelaren een dwangsom op van 250.000 euro voor iedere overtreding van het verbod, of, ter keuze van BMW, ‘voor ieder voertuig waarmee en/of voor iedere dag of deel daarvan dat de handelaren in strijd met dit verbod handelen, met een maximum van 50 miljoen euro’.
Ook moeten de autohandelaren BMW binnen 14 dagen een juiste en volledige schriftelijke opgave geven van alle documenten, van chassisnummers per auto tot al mogelijke verkoop, en orderbevestigingen, in- en verkoopfacturen en kentekennummers. Doen ze dat niet, dan volgt een boete van 50.000 euro voor iedere overtreding tot een maximum van een half miljoen euro.
