Oertarwe op een akker in Bellingwolde. Foto: Huisman Media
Urgenda zoekt boeren in Groningen, Drenthe en Friesland die helemaal over willen op een nieuw landbouwsysteem. Winstgevend bovendien: de boeren worden betaald door Urgenda.
Met haar nieuwe campagne hoopt duurzaamheidsorganisatie Urgenda een landbouwverandering in gang te zetten waarbij boeren binnen tien jaar aan zeven duurzame vinkjes voldoen.
Het gaat om minder diep ploegen en geen gebruik van kunstmest of preventief gif. Ook zorgen boeren dat 10 procent van hun perceel volstaat met ‘landschapselementen’ zoals heggen, poelen, bloemenranden, houtwallen en bomen die minimaal 20 jaar blijven staan.
Veehouders gaan minder koeien houden per hectare en gebruiken kruidenrijk gras. Het vee moet jaarlijks minimaal 3000 uur in de wei staan wat neerkomt op ruim vier onafgebroken maanden.
Boeren die meewerken, krijgen van Urgenda 1000 euro per hectare voor 10 jaar lang. Dat komt bovenop hun eigen verdiensten per hectare. Ook krijgen ze extra vergoeding als ze meer dan 25 soorten gewassen per hectare verbouwen, bijvoorbeeld met strokenteelt. Urgenda kijkt samen met de boeren wat haalbaar is en de boeren krijgen hulp bij de omslag.
Er is enthousiasme in Groningen en welwillendheid om verder te praten, merkt Urgenda. Er lopen gesprekken met een aantal boeren in Groningen, Friesland en Drenthe.
Als heel Nederland zou overgaan naar deze nieuwe manier van landbouw zouden we volgens berekeningen van Urgenda de klimaatdoelen halen, stikstofuitstoot terugbrengen, waterkwaliteit verbeteren en de biodiversiteit herstellen. Ook is er nog ruimte om veenweide te herstellen, natuur te creëren en natuurlijke bouwmaterialen te verbouwen voor de bouw van 100.000 woningen per jaar.
Minder dieren
Het plan staat in het rapport ‘Landinzicht’. Daarin berekent Urgenda dat we al ons voedsel binnen eigen landsgrenzen zouden kunnen verbouwen. Daarvoor moeten Nederlanders minder dierlijke producten eten zoals vlees en melk: er is in ieders dieet ruimte voor 33 procent dierlijke eiwitten en 67 plantaardige eiwitten.
Nederland krijgt in het toekomstplan minder dieren en zal minder exporteren. We kweken voor onszelf, met name bonen, peulen, notenbomen en oliehoudende gewassen. We importeren niet langer schepen vol soja waar 2,9 miljoen buitenlandse (amazone)hectares voor nodig zijn.
Volgens Urgenda kost de nieuwe aanpak zo’n 2 miljard euro, maar bespaart het 6 miljard aan milieukosten en 6 miljard aan gezondheidskosten. In de berekeningen zitten heel wat avonduurtjes, vertelt directeur Marjan Minnesma van Urgenda. „Het is complex, en ik wilde geen fouten maken.”
Urgenda wil vooral helpen
Het rapport biedt een alternatief nu er politiek geen langetermijnvisie lijkt te zijn op landbouw. Minnesma vindt het jammer dat haar organisatie een activistische bijklank heeft, vanwege de rechtszaak die Urgenda in 2015 won tegen de Staat der Nederlanden die de broeikasgasuitstoot met minstens 25 procent moest terugdringen ten opzichte van 1990.
Dat dat een grote overwinning was, betwist ze niet. Maar het beeld kan ontstaan dat Urgenda vooral een protestclub is. „Terwijl we sinds de oprichting van de stichting actief helpen met het vinden van oplossingen.” Urgenda werd opgericht door Drift, een onderzoeksinstituut voor transities en heeft een heel ander doel dan clubs als Greenpeace en Milieudefensie.
Kruidenrijk gras en bomen
Om de energietransitie op stoom te helpen, importeerde Urgenda in 2010 dan ook 50.000 zonnepanelen. Dat was financieel risicovol, ook voor Minnesma zelf. Later initieerde Urgenda grootschalige projecten voor boomaanplant en kruidenrijk grasland. „Ik zag hoe het gras in de omgeving geen enkel leven aantrok. Ik vroeg een boer in de buurt waarom hij geen kruidenrijk grasland gebruikte. Te duur, vertelde hij. Ik zei toen: ‘dat is op te lossen.’” Zo gezegd zo gedaan. Via donaties konden particulieren, overheden en bedrijven bijdragen aan de aanschaf van kruidenrijk grasland. In 2024 kregen 1500 boeren kruidenrijk gras voor de halve prijs.
Met het nieuwe ‘zeven-vinkjes-plan wil Urgenda een stuk verder gaan dan het zaaien van kruidengras. Minnesma: „Dit is voor boeren een onzekere stap. Het kost ook tijd en geld om die omslag te maken. Daarom willen we ons ook voor tien jaar lang financieel aan de boeren committeren als ze meedoen.” Het plan vraagt nog wel maatschappelijke aanpassingen. Supermarkten zouden bijvoorbeeld gedwongen moeten worden om meer plantaardige producten te verkopen.