In Smilde werden enkele jaren geleden experimenten gedaan met de verbouw van soja. Foto: Archief/ Marcel Jurian de Jong
1000 euro per hectare als een boer tien jaar lang duurzaam wil boeren. In ruil daarvoor moet hij wel een aantal maatregelen nemen voor een betere biodiversiteit. Dat belooft Urgenda. ‘We zijn nu hard op zoek naar boeren’
Het aanbod kwam op een bijeenkomst van het Groningse onderzoeksprogramma voor duurzame landbouw Fascinating. Hanneke van Ormondt van Urgenda was daar één van de sprekers. Ze werkt voor het team landbouw en biodiversiteit van de klimaatorganisatie. ,,De voedselproductie krijgt steeds meer last van een extremer klimaat, oogsten mislukken. Het is tijd om aan ons voedselsysteem te werken’’, vindt ze.
Urgenda heeft weinig op met de wijze waarop nu in ons land landbouw wordt bedreven. ,,60 procent van de grond wordt hiervoor gebruikt. En daarvan is 73 procent bestemd voor het verbouwen van veevoer.’’
Zonnebloemen in plaats van maïs
Dat kan beter, meent Van Ormondt. ,,We moeten anders eten, ons hele voedselsysteem moet anders. Dat kunnen we natuurlijk niet alleen bij de boeren leggen, de supermarkten moeten ook een rol spelen, ze moeten meewerken aan die eiwittransitie. We moeten meer zonnebloemen, koolzaad, noten en vooral veel meer granen telen. Met de restproducten daarvan kunnen we ook huizen bouwen en kleren maken. Snijmaïs gaat er helemaal uit. Maar op deze manier kun je Nederland voeden.’’
Een dergelijk scenario is voorlopig niet erg waarschijnlijk, dus heeft Urgenda ook andere voorstellen. Eén daarvan is om aan boeren die bij hun bedrijfsvoering rekening houden met de natuur een basispremie te geven van 1000 euro per hectare. Daar bovenop mogen ze gewoon verdienen aan hun producten.
Om voor de regeling in aanmerking te komen, moet de boer aan tamelijk strenge eisen voldoen. Gebruik van bestrijdingsmiddelen en kunstmest is uit den boze. Bovendien moet de boer bomen, heggen en struiken planten en poelen aanleggen op 10 procent van elke hectare. De bomen moeten minstens 20 jaar blijven staan. De koeien moeten zoveel mogelijk in de wei lopen.
De animo in de zaal leek niet onmiddellijk bijster groot. Op de vraag of er vrijwilligers waren, ging er geen enkele vinger omhoog.
Veel kritiek op de landbouw
Iris Bouwer uit Zuidwolde, die samen met haar ouders een akkerbouw- en vleesvarkensbedrijf heeft, ziet dat er in ons land veel kritiek is op de landbouw. In het buitenland wordt daar heel anders over gedacht: a Tiny country that feeds the world! ,,Andere delen van de wereld kijken heel anders naar ons. Zo kan het ook. Maar ja, er is een stikstofoverschot. We willen heel veel met elkaar produceren, maar we willen ook een leefbare wereld. De duurzaamheid hebben we nog niet voldoende afgedekt.’’
Bouwer doet zelf experimenten met het biologisch verbouwen van gewassen. Zo kijkt ze wat werkt en wat niet. Maar simpele keuzes zijn er niet, zegt ze. Alles heeft een prijs.
,,Ik teel een gewas zonder chemie. Dat betekent wel dat ik meer ruimte nodig heb om van een hectare dezelfde opbrengst te halen. Je hebt dus meer grond nodig voor dezelfde opbrengst. Als je veel extensiever wordt, heb je minder ruimte voor andere dingen, zoals bijvoorbeeld natuur. Dit zijn heel complexe kwesties. Het zijn geen gemakkelijke afwegingen, eigenlijk moet er een Europese afweging worden gemaakt.’’
Ontzettend jammer
Wat haar zorgen baart is dat er nog maar weinig jongeren zijn die boer willen worden ,,Dat vind ik zo ontzettend jammer’’, aldus de 31-jarige boerin uit Drenthe.
Jan Sikkema, technisch directeur van het programma, zegt dat er de laatste jaren veel is gedaan aan het vinden van geschikte eiwitgewassen. ,,Er zijn 14 gewassen uitgeprobeerd op proefboerderijen. Er is gekeken naar onder meer de samenstelling en opbrengst. De veldboon werd het uiteindelijk. Vraag is dan: hoe teel je die en op welke grond?’’
,,We kijken nu met akkerbouwers in de regio: hoe kunnen we die bonen telen? Het is niet alleen de opbrengst, ook de bemesting. En de bestuiving is nog best een dingetje. Net als de plaag- en ziektedruk. En hoe gebruik je de reststoffen? Je wilt uiteindelijk voldoende productie in de regio, zodat je het kunt verwerken. We willen niet blijven hangen op de pilotschaal, maar echt productie draaien. Daarover zijn al gesprekken met het bedrijfsleven.’’
Fascinating draait sinds 2020 en richt zich op innovaties in de landbouw die productie en producten duurzamer moeten maken. In het programma werken 28 bedrijven zoals onder meer Avebe, Cosun, Agrifirm, Rabobank en Friesland Campina samen met de overheid, onderzoeksinstellingen, LTO Noord en zo’n 100 agrarische bedrijven. Er lopen nu 24 projecten en er zijn er 8 in ontwikkeling.