Tijmen Nagel uit Beilen is een van de deelnemers aan het project Duurzame Melkveehouderij. Foto: Marcel Jurian de Jong
Boeren kunnen zich inspannen om de veeteelt milieuvriendelijker te maken, maar ze blijven erg afhankelijk van het weer, zo blijkt uit het Drentse project Duurzame Melkveehouderij.
Toch zijn alle betrokken partijen tevreden over de uitkomsten, inclusief de koeien. Zij smullen van het kruidenrijke gras dat ze krijgen aangeboden, vertelt veehouder Wichard Kievit uit Bunne in het evaluatierapport. „Als ik dit gras voor het voerhek leg, dan is het sneller weg dan gewoon gras.”
Bedrijfsvoering schoner maken
Kievit is een van de 232 melkveehouders die tussen 2018 en 2023 meededen. Met hulp van de provincie introduceerden zij nieuwe productiemethoden om hun bedrijfsvoering schoner te maken. Dan gaat het om minder belasting voor de bodem, het water, het klimaat of de natuur. Kenmerkend is dat boeren zelf doelen formuleren voor een schonere bedrijfsvoering en van de provincie een beloning ontvangen als zij die halen.
„Deze aanpak leidt tot meer bewustwording bij de deelnemers dan bij maatregelen die de overheid van bovenaf oplegt”, zegt deelnemer Tijmen Nagel uit Beilen.
Uit de evaluatie blijkt dat zeker de helft van de deelnemers erin is geslaagd de resultaten op een van de genoemde terreinen te verbeteren. Aanpassing van het koeiendieet, de dieren langer laten leven, meer klaver en meer kruidenrijk grasland waren de meest genomen maatregelen door de boeren. Andere maatregelen zijn mest verdund uitrijden, het maaibeleid aanpassen en minder jongvee houden. Ook de koeien vaker weiden is een veel genomen maatregel.
Droge zomer
Als de deelnemende boeren hun resultaten niet of in onvoldoende mate verbeteren, dan lag dat opvallend vaak aan het weer. Ze hadden dan wel vaak de juiste maatregelen genomen, maar door een droge zomer werden die teniet gedaan. Gaandeweg het jaar kan een boer daar niet meer op bijsturen.
De veeteelt heeft een niet te onderschatten rol bij de opwarming van de aarde. Veevoer bijvoorbeeld komt dikwijls uit andere werelddelen. Deelnemer Aart Brinkman uit Ekehaar zet zich daarom in om het voer voor zijn dieren zo veel mogelijk uit de buurt te halen. Hij vindt het niet meer dan logisch om een bijdrage te leveren aan een schoon milieu. „Als je verder wilt, dan moet je je aanpassen. Je moet met de tijd meegaan, of je nu een supermarkt, een garage of een melkveehouderij hebt.”
Twee derde grond voor landbouw
Behalve boeren en de provincie waren ook Natuur- en Milieufederatie Drenthe en allerlei belangenorganisaties voor de landbouw bij het project betrokken. „In Drenthe doen we het samen”, zegt landbouwgedeputeerde Jisse Otter ( BBB). „Twee derde van de grond in Drenthe is in gebruik bij de landbouw. We hebben elkaar dus hard nodig”, vult directeur Reinder Hoekstra van de Natuur- en Milieufederatie aan.
Duurzame melkveehouderij is inmiddels voortgezet onder de titel Duurzaam Boeren. Dit betekent dat nu ook akkerbouwers kunnen meedoen. Inmiddels is het aantal deelnemers gegroeid tot 387. Volgens projectleider Anet Abbing ligt de waarde niet alleen in de gemeten resultaten. „We hebben een aantal partijen op het gebied van landbouw, natuur en overheid bij elkaar gebracht die praktische oplossingen bedenken voor de toekomst. Dat is heel waardevol.”