De Langestraat in Winschoten met toren d'Olle Witte op de achtergrond. Winkelpanden en cafés zijn te hoog getaxeerd in verband met alle beperkingen door corona, zegt de Groninger makelaar John Schokker. Bovendien kunnen veel eigenaren hun panden nu niet of maar beperkt gebruiken. Foto: Huisman Media
Horeca-ondernemers en winkeliers moeten gedeeltelijk worden vrijgesteld van de onroerende zaakbelasting over 2021. Dat zegt de Groninger makelaar en taxateur John Schokker.
Door de coronamaatregelen van de overheid is het volgens hem waarschijnlijk dat de woz-waarde voor 2021 te hoog is vastgesteld, of dat zelfs de gehele aanslag voor horecaondernemers en winkeliers onterecht door gemeenten is opgelegd. Hierdoor betalen deze ondernemers honderden en in sommige gevallen zelfs duizenden euro’s te veel aan onroerendezaakbelasting als ze niet op tijd bezwaar aantekenen, aldus Schokker.
,,Het coronavirus kan immers een negatieve invloed hebben op de woz-waarde van horeca- en winkelpanden, waardoor de aanslag onterecht en onjuist is opgelegd. Doordat die panden op de toestandsdatum van 1 januari 2021 op last van de overheid verplicht gesloten waren, is het volgens deskundigen en juristen goed verdedigbaar dat er dit jaar doorgemeenten ten onrechte een beschikking aan gebruikers is opgelegd voor de onroerendezaakbelasting’’, zegt de makelaar.
,,Door overheidsmaatregelen is het namelijk niet mogelijk om gebruik te maken van winkels en horecagelegenheden. Simpel gezegd: als je een pand niet kunt gebruiken, mag je ook geen gebruikersbelasting opleggen.’’
Schokker vindt zoals gezegd dat de woz-waarden voor de betreffende panden te hoog is vastgesteld. Een deel van de huur is door pandeigenaren kwijtgescholden omdat de huurders de ruimte immers niet kunnen gebruiken doordat ze door corona noodgedwongen gesloten zijn.
,,Die lagere huur in combinatie met de aanwezige onzekerheid over wanneer en onder welke condities de zaken weer opengaan heeft een negatieve invloed op de woz-waarde van 2021. Met deze negatieve invloeden is door gemeenten echter geen rekening gehouden bij het bepalen van de waarde voor 2021. Daardoor is die meestal te hoog vastgesteld.’’
Om de waarde van een pand voor 2021 te bepalen, grijpen gemeentes terug op de toestand van het betreffende onroerend goed op 1 januari 2020. En daar gaat het mis, weet Schokker. ,,Corona speelde toen nog geen enkele rol, was vrijwel onbekend. Pas vanaf februari of maart begon dat te spelen. Er is nu weer een bijzondere situatie. Wij zeggen dus dat voor de waardebepaling gekeken moet worden naar de toestand van panden op 1 januari dit jaar. Dan krijg je een veel realistischer plaatje.’’
Om zijn pleidooi te onderbouwen, grijpt hij terug op de Klap van Huizinge. Die forse aardbeving in augustus 2013 had grote gevolgen voor de waarde van huizen in het Groninger bevingsgebied, zoals ook de rechter erkende. ,,De Hoge Raad concludeerde in die zaak dat er op de toestandsdatum van 1 januari 2013 sprake was van een bijzondere en specifieke situatie, waardoor de woz-waarden voor 2013 in het aardbevingsgebied aangepast moesten worden. De aardbeving moest meegenomen worden bij waardebepaling.’’
Schokker, die inmiddels contact heeft gezocht met Koninklijke Horeca Nederland, raadt betrokken ondernemers aan in elk geval bezwaar aan te tekenen. ,,In Groningen heb je daar nog precies vier weken de tijd voor.’’
,,Lokale lasten zijn een aanzienlijk deel van de totale kosten van een horecaondernemer. We zijn blij dat de gemeente Groningen tegemoet is gekomen aan ons verzoek om bijvoorbeeld de precariobelasting, de huur voor de terrasgrond, gedeeltelijk kwijt te schelden. Maar de gemeente deed vorig jaar niets met ons verzoek om ook iets te doen aan de ozb’’, zegt regiomanager Hans Singelenberg van Koninklijke Horeca Nederland, afdeling Groningen.
,,Als er inderdaad een juridische grondslag is voor de vermindering van de ozb, dan is het wat ons betreft niet meer dan terecht dat horecaondernemers deels worden vrijgesteld van het betalen van de recent opgelegde aanslag’’, aldus Singelenberg.