De baas van de methanoldivisie van multinational OCI, Bashir Lebada, is in Delfzijl om te praten over nieuwe miljoeneninvesteringen in het bedrijf BioMCN. 'De chemische industrie moet vergroenen, ze kan niet op deze voet verdergaan'. Foto: Duncan Wijting
Chemiebedrijf OCI wil miljoenen investeren in dochter OCI Methanol Europe (OME), voorheen BioMCN in Delfzijl. Plan is om de fabriek, die op dit moment in de mottenballen ligt, uit te breiden en duurzame methanol te gaan produceren voor de chemische industrie en de scheepvaart.
Bij de productie van de duurzame methanol in Delfzijl worden straks naast groene waterstof vooral restafval zoals houtsnippers en andere plantaardige afvalstromen (2000 ton per dag) als grondstof gebruikt. Daarvoor is dan geen geïmporteerd aardgas uit Noorwegen en Rusland meer nodig. Op die manier wordt een bijdrage geleverd aan de vergroening van de chemische industrie.
Dat maakte Bashir Lebada, CEO van OCI Methanol and Fuel Business, woensdag bekend in Delfzijl. Hij heeft daar gesprekken gevoerd over het project - genaamd GasifHy - met een aantal partijen in Groningen. OCI heeft voor het plan subsidie aangevraagd bij de EU en rekent ook op een bijdrage van Economische Zaken, waarmee eveneens wordt gesproken. De plannen worden de komende maanden verder uitgewerkt.
Groeiende vraag naar methanol
,,Onze methanolfabriek in Delfzijl heeft altijd voor een fors deel op aardgas gedraaid. Helaas is daar geen businesscase meer voor, gezien de extreme stijging van de energieprijzen. Die prijzen zijn nu weliswaar lager, maar ze komen van een extreem hoog niveau. We produceren hier in Delfzijl ook al sinds 2015 groene methanol. Daarvoor proberen we de markt te vergroten. En we zien nu dat er wereldwijd een grote en groeiende vraag naar is. Onze uitdaging is hoe we die hoeveelheden kunnen produceren’’, zegt Lebada. ,,We zien veel potentieel voor methanol, voor onze fabriek in Delfzijl en deze techniek. We produceren daar straks biomethanol op een ongeëvenaarde schaal.’’
OME in Delfzijl gaat dus een belangrijke rol spelen in de toekomstplannen van moeder OCI. De chemiereus, die de fabriek in de Groninger havenstad in 2015 overnam, wil de vestiging moderniseren, aanpassen en uitbreiden. Goed nieuws voor de ruim 70 medewerkers daar, die sinds het bedrijf anderhalf jaar geleden in de mottenballen werd gelegd zich vooral bezighielden met het onderhoud van de installaties van de twee productielijnen. Ze gaan zich nu vooral op het nieuwe project richten.
Delfzijl belangrijk voor OCI
Dat OCI de vestiging in Delfzijl belangrijk vindt, blijkt ook uit de enorme investeringen sinds de overname van meer dan 300 miljoen euro. Wanneer OME weer volledig operationeel is, moet er jaarlijks een half miljoen ton groene methanol worden geproduceerd. Zodra de techniek in Delfzijl probleemloos werkt, kan die volgens Lebada ook elders worden gebruikt. OCI heeft ook twee grote methanolfabrieken in Texas. Daar is aardgas echter veel goedkoper dan in Europa.
,,De chemische industrie moet verder vergroenen. Ze kan niet op deze voet verder gaan, zeker niet met de huidige energieprijzen. We moeten zoeken naar manieren om het leven van deze industrie te verlengen’’, zegt Lebada. ,,In dat licht bezien is ons project in Delfzijl perfect. In Europa is een enorme vraag naar groene methanol, zowel voor de chemie als voor het transport op zee. Maar er is nu nauwelijks aanbod.’’
OCI, dat van oorsprong een Egyptisch bedrijf is, heeft het hoofdkantoor in Amsterdam gevestigd en is genoteerd aan de Midkap. Het bedrijf is wereldwijd actief, telt ruim 4000 werknemers en produceert naast methanol ook kunstmest en chemicaliën. OCI boekte afgelopen jaar een omzet van meer dan 9 miljard euro en maakte 1,2 miljard euro winst. Recent ligt het bestuur onder vuur van de Amerikaanse activistische belegger Jeff Ubben, die vindt dat OCI is ondergewaardeerd en moet worden opgesplitst. Volgens hem beschikt het bedrijf over veel waardevolle technologie.