’Het lastige voor consumenten is dat leveranciers inmiddels drie verschillende methoden hanteren om die terugleverkosten te berekenen.’
Consumenten aarzelen met energiecontracten. Terwijl er in jaren niet zoveel vaste contracten erbij zijn gekomen.
De politiek zaait onrust bij panelenbezitters over hoe lang je je stroom nog mag wegstrepen. Steeds meer energieleveranciers vragen ondertussen ook terugleverkosten voor alles wat je opwekt maar niet zelf verbruikt en aan het net levert. Wat kun je doen?
Het net sluit zich rond consumenten. Jaren mochten ze ’salderen’: met je zonnepanelen in de zomer zelf opgewekte stroom aan het einde van het jaar wegstrepen tegen de stroom die ze bij hun energieleverancier verbruiken. De nieuwe politieke coalitie zegt daar, zonder afbouw, in 2027 ineens mee te stoppen voor 2,6 miljoen huishoudens met panelen. Maar in maart nog stemde de Eerste Kamer vóór langer salderen. „Het is jojo-beleid. Daarmee is heel veel onzekerheid gezaaid”, vertolkt energiespecialist Joris Kerkhof van vergelijker Indpender de reacties van consumenten.
Deze week begon ook Engie, energieleverancier van 600.000 huishoudens, na het ’grote’ Eneco, Essent en Vattenfall met ieder 1,5 miljoen klanten, terugleverkosten te berekenen bij nieuwe klanten met zonnepanelen. Zij gaan 11,5 cent per terug geleverde kilowattuur (kWh) stroom aftikken.
Voor een gemiddeld huishouden dat 2500 kWh per jaar aan het net levert is dat €287,50 aan terugleverkosten. Opvallend genoeg precies het bedrag dat Eneco rekent. „Ze houden elkaar heel scherp in de gaten”, ziet Kerkhof op zijn schermen. „Het lastige voor consumenten is dat leveranciers inmiddels drie verschillende methoden hanteren om die terugleverkosten te berekenen.”
Daarnaast houd je altijd nog een terugleververgoeding. Bij een vast contract is die gegeven, maar bij nieuwe daalt die wel fors, van €0,10 naar €0,03 €0,04 cent. Bij partijen die wel terugleverkosten rekenen is de terugleververgoeding toegenomen, maar onder aan de streep levert je dat bij Eneco en Engie maar één cent op.
Steeds vaker zakt die vergoeding door het overschot aan stroom onder €0,01 en wordt zelfs negatief: je betáált dan als je stroom levert. Dus schakelen mensen hun omvormer op die momenten uit. Als het salderen stopt, is onzeker of energiebedrijven niet toch terugleverkosten op een of andere manier in je nota blijven stoppen. Want hun kosten lopen op. Zij betalen alsmaar meer aan netbeheerders voor de toenemende panelenstroom die hun klanten via de kabel in de wijk aan het stroomnet leveren.
De leveranciers moeten de netbeheerders bovendien helpen om vraag en aanbod in balans te brengen om storingen te voorkomen.
Hoe minder groene stroom er op dagen met enorm piekaanbod naar het elektriciteitshuisje in de straat gaat, hoe beter het is. Huishoudens met veel panelen die op zonnige dagen zelf weinig stroom verbruiken, betalen meer voor afgeleverde groene stroom dan de huishoudens met enkele panelen die deze stroom volledig zelf verbruiken.
Kortom, je lijkt met al die terugleverkosten een dief van je eigen portemonnee als je niet eerst zoveel mogelijk eigen opgewekte stroom zelf verbruikt. „Nu verbruiken panelenbezitters gemiddeld dertig procent van die stroom zelf, de rest gaat naar het net”, zegt Kerkhof.
Lonen panelen dan nog wel? Dat hangt sterk van je persoonlijke verbruik af. Veel meer panelen neerleggen voor stroom die je niet zelf verbruikt lijkt niet logisch. Maar je kunt wel meer wasjes draaien of dan je stekkerauto opladen. Het aantal panelen hangt ook af van je toekomstplannen, zeggen de experts. Ga je straks bijvoorbeeld elektrisch rijden en neem je een laadpaal die je op je panelen aansluit?
Bovendien gaan huishoudens komende jaren sowieso meer stroom verbruiken: we schaffen meer apparaten aan en gaan ooit van het aardgas af. Dan zijn wat extra panelen op het dak financieel niet slecht. Zeker als je een batterij kunt aanschaffen voor de piekdagen met veel opgewekte stroom. „Batterijen worden steeds goedkoper en een optie voor huishoudens, ook al zijn ze prijzig”, zegt Kerkhof.
Op online fora zijn consumenten in paniek. Het voelt als een balanceeract, wanneer je nou wel en niet verdient bij veel zon. Dus schakelen sommige panelenbezitters zelf hun omvormers uit als ze te veel stroom aan het net dreigen te leveren en terugleverkosten moeten aftikken.
Je terugverdientijd hangt af van de aanschafprijs, hoeveel eigen zonnestroom je direct verbruikt en wat de elektriciteitsprijs is. Dat de terugverdientijd van je zonnepanelen, de omvormer en bekabeling voortaan oploopt is zeker.
Kenniscentrum Milieu Centraal rekent bij tien panelen op een terugverdientijd van acht jaar, als de prijs van een nieuwe omvormer wordt meegeteld. Commerciële aanbieders hebben het over gemiddeld elf jaar.
Maar geen enkele onafhankelijke expert raadt de aanschaf af. Panelen hebben een garantietijd van 25 jaar. Ook al schuift de terugverdientijd op, je gaat nog jaren verdienen aan de eigen stroom. „Je zou wel gek zijn als je geen zonnepanelen op je dak legt”, zegt Laurens Knapen, trainer van installateurs bij de Technische Unie en ceo van de Solar Shops-groep. „Een deel van je zonnepanelenopbrengst wordt direct verbruikt door het huishouden en daarover hoef je dus niets aan belastingen af te rekenen.”
Een belangrijk post op de nota blijft de ingekochte stroom – ook voor huishoudens zonder panelen. Die prijs wordt bepaald door de gasprijs. Op de groothandelsbeurs is die sinds februari, bij nu €35 per megawattuur, een tientje duurder. Een prijsverandering van gas van €1 per megawattuur scheelt per huishouden zo ruim €100 per jaar, toont lector energietransitie Martien Visser (Hanzehogeschool Groningen). Inkopers betalen voor februari 2025 nu €40.
Daarbij heb je sinds de energiecrisis en de Russische inval in Oekraïne niet zoveel keuze uit vaste contracten van de ruim zestig aanbieders, en dat tot drie jaar looptijd. Nederlanders kiezen er ook massaal voor: in het eerste kwartaal van dit jaar kwamen er 413.800 vaste contracten bij, meldt toezichthouder ACM.
Energieminister Jetten en de ACM hekelen hoe onvergelijkbaar energiecontracten voor consumenten zijn gemaakt. Door met wisselende begrippen, posten en kosten te zwaaien, raakt een consument het zicht kwijt.
„Laat je niet ontmoedigen om toch naar je uitgaven te kijken”, zegt Kerkhof. „Vaste uitgaven tikken aan, energie vormt een flinke post per maand. Aanvankelijk was het voor alle vergelijkers een klus om al die nieuwe energiecontracten in te regelen. Inmiddels is dat per huishouden met een paar muisklikken te tonen.”