LTO-baas Sjaak van der Tak staat journalisten te woord na een gesprek met het kabinet over het landbouwakkoord. Foto: ANP
Met een ander koeienquotum probeert het kabinet boerenbelangenorganisatie LTO over de streep te trekken om het landbouwakkoord te tekenen. Maar veel boeren dreigen daardoor alsnog het mes in de veestapel te moeten zetten óf veel meer grond te moeten aankopen, vreest de Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV). „LTO speelt met vuur”, zei voorman Henk Bleker eerder tegen De Telegraaf.
Dinsdagavond komt een kabinetsdelegatie en het LTO-bestuur weer bijeen op het ministerie van Landbouw om te spreken over het landbouwakkoord waarover al maanden onderhandeld wordt. Vorige week zei voorman Sjaak van der Tak van LTO dat er ’cruciale stappen’ zijn gezet door het kabinet, maar dat er ook nog huiswerk moest worden gedaan. Daarna zou het ’hom of kuit’ worden, aldus Van der Tak. LTO zou ook gevraagd zijn om zelf met een ’denkrichting’ te komen die voor hen ’wel dragelijk is’, meldt een ingewijde.
Boeren in de knel
Bronnen melden dat de omstreden GVE-norm (het aantal koeien per hectare) hierna voorlopig de prullenbak in is gegaan. Als alternatief voor ’grondgebondenheid’ wordt ingezet op een graslandnorm, waarin de minimale oppervlakte grasland per dier wordt vastgelegd. Die wordt stapsgewijs aangescherpt en zou in eerste instantie uitkomen op 0,25 hectare gras per dier, maar zou steeds strenger worden (uiteindelijk naar 0,35 hectare gras per dier).
Dat komt uiteindelijk neer op minder dan drie koeien per hectare. Vooral in het zuiden (onder meer De Peel) en de Achterhoek komen boeren daardoor in de knel: zij zullen de veestapel flink moeten verkleinen óf veel meer grond moeten aankopen. Het plan heeft bovendien gevolgen voor de import van veevoer, meldt een ingewijde. Als boeren het voer voor hun koeien verplicht zelf op hun eigen land moeten verbouwen, dan is daar sowieso minder ruimte voor vee.
’Geen wezenlijke verandering’
Volgens melkveehoudersvoorman Bleker is de nieuwe koeiennorm ’geen wezenlijke verandering’, zo meldt De Telegraaf. „Het wordt er niet anders en niet beter van. Er wordt dan nog gesproken over schuiven in jaartallen en wat schuiven tussen gebieden, maar veel melkveehouders komen gewoon in de knel”, aldus Bleker. „LTO speelt echt met vuur.”
Bleker, die eerder al aankondigde dat als LTO en het kabinet een GVE-norm zouden vaststellen hij alle melkveehouders in Nederland om een oordeel zou vragen, herhaalt dinsdagmiddag die boodschap. „Ook bij de graslandnorm zullen we breed peilen hoe dit bij boeren leeft. Ik denk dat ik het antwoord al wel weet”, zegt de oud-CDA-bewindsman die zich zegt te storen aan het ’dwingen en dreigen’ van het kabinet.
Deadline
Minister Adema (Landbouw) sprak dinsdag al met coalitie-Kamerleden van VVD, D66, CDA en CU over de voortgang van het landbouwakkoord. Hij herhaalde dat hij er ’deze week’ uit wil komen. LTO stelde eerder de deadline vast op 21 juni. Daarna moet het ’onderhandelaarsakkoord’ – als dat al gesloten wordt – nog naar de achterban van LTO en naar de Tweede Kamer worden gestuurd, waarmee onzeker blijft of het akkoord voldoende steun krijgt.
Met het pakket aan maatregelen is een bedrag van zo’n 12 tot 16 miljard euro gemoeid, meldde De Telegraaf eerder al. Geld gaat onder meer naar innovatie, maar ook naar uitkoopregelingen en ’ecodiensten’ zoals landschapsbeheer.
’Zoet en zuur’
Haagse ingewijden vrezen echter dat het pakket ’vol zoet en zuur’ het LTO-bestuur uiteindelijk niet over de streep zal trekken. „En een flink deel van de leden al helemaal niet”, zegt een ingewijde. Hoewel in Den Haag volop gesproken wordt over vermeende verdeeldheid in de LTO-achterban en ’dreigende scheuringen’, laat de boerenclub zelf juist weten dat dat ’klinkklare onzin’ is. „Het bestuur van LTO heeft besloten om die belachelijke roddelstroom aan de voorkant in de kiem te smoren: de verschillende LTO-organisaties (LLTB, ZLTO, LTO Noord en de koepel LTO Nederland) zijn volstrekt eensgezind.”
’Hoofdtafel’
Mocht LTO dinsdagavond toch heil zien in het pakket, wordt woensdag opnieuw verder gesproken aan de ’hoofdtafel’. Daaraan zitten ook de jonge boeren, bioboeren, natuurclubs, supermarkten, banken en de verwerkende industrie.