Melkveehouder Gertjan Roetert bij de mestverwerkingsinstallatie: ..Ik was er wel klaar mee om mest af te moeten voeren en kunstmest aan te moeten kopen." Foto: Liselotte Kolthof
De Haagse politiek wil veebedrijven opkopen en de veestapel inkrimpen vanwege de ammoniak- en stikstofproblematiek. Niet nodig, zegt het door Friezen geleide Noord-Hollandse bedrijf JOZ. ,,Met onze mestverwerkingsinstallatie reduceren we de ammoniakuitstoot met 80 procent.”
Arend Kuperus uit Legemeer, algemeen directeur van het Noord-Hollandse JOZ, glundert van oor tot oor. Op het erf van de melkveehouderij-maatschap Roetert in Wesepe heet hij de genodigden van harte welkom bij ,,ónze oplossing’’ van het stikstofprobleem.
,,Delen van de politiek”, zo vervolgt hij, ,,willen dit probleem oplossen door een halvering van de veestapel. Wij denken dat dit niet hoeft, wij geloven in innovatie. Van het autopark wordt ook niet gezegd dat dat gehalveerd moet worden. De mobiliteitssector mag haar probleem innovatief (elektrisch, biobrandstoffen) oplossen, dan moet de veehouderij die kans ook krijgen.”
De door JOZ uit Westwoude gepresenteerde oplossing op het 220 koeien tellende Overijsselse melkveebedrijf is de Gazoo, een installatie met de omvang van een forse zeecontainer. Deze produceert een kunstmestvervanger en zorgt volgens het bedrijf voor een reductie van de ammoniakuitstoot uit drijfmest met circa 80 procent. Als het merendeel van de melkveehouders en varkensboeren de Gazoo zou aanschaffen, draagt de sector niet meer bij aan het stikstofprobleem in Nederland.
Klaar met mest afvoeren en kunstmest aankopen
Melkveehouder Gertjan Roetert (37) legt uit waarom hij en zijn vader Henk (66) de installatie hebben aangeschaft. ,,Omdat we er wel klaar mee waren dat we door het strenge Nederlandse mestbeleid jaarlijks 2000 kuub drijfmest moesten afzetten (kosten 32.5000 euro, red.) en kunstmest moesten aankopen (circa 17.500 euro).”
Door de Gazoo is van mestafzet en kunstmestaankoop geen sprake meer. De installatie bewerkt de drijfmest zodanig dat alle mest op eigen land benut mag worden. Dat komt doordat de gecreëerde vloeibare stikstof snel door de gewassen (bij de maatschap Roetert gaat het om gras, mais en voederbieten) wordt opgenomen. Stikstof in drijfmest komt geleidelijk vrij waardoor de kans op uitspoeling naar grond- en oppervlaktewater groter is.
De installatie vergt inclusief pompen en drie opslagsilo’s (van Polem in Lemmer) een investering van circa 175.000 euro. Als eerste gebruiker van de Gazoo kreeg de maatschap 40 procent vergoed via een bijdrage uit het Europese plattelandsfonds. ,,Zodoende hebben we een terugverdientijd van slechts vier jaar”, zo becijfert Roetert junior die er van uit gaat de energienota door de Gazoo hooguit 4000 euro hoger uitvalt. Hij heeft veel vertrouwen in de installatie. ,,Ze is krachtig en degelijk en bevat weinig draaiende delen. Dat spreekt me wel aan.”
Loog en zuur
Productmanager Peter ten Hoeve uit Heerenveen, voorheen melkveehouder in Ouwster-Nijega, legt uit dat JOZ bij de Gazoo gebruik maakt van technologie die zich bewezen heeft. Zo wordt de opgepompte mest via een mestscheider gescheiden in een dikke en een dunne fractie. De droge dikke fractie wordt gebruikt als ligbed voor de koeien en de dunne fractie, die veel vluchtig stikstof bevat, wordt opgeslagen in een silo.
Vanuit deze silo wordt deze fractie door de Gazoo geleid waarbij eerst loog wordt toegevoegd om zoveel mogelijk ammoniak op te wekken en later een zuur om de ammoniak te laten binden met water. Dit stikstofrijke water wordt opgeslagen in twee grote silo’s en is te gebruiken als vloeibare kunstmest. Het stikstofloze restant gaat weer terug een mestkelder in.
JOZ (ruim honderd werknemers) heeft circa drie jaar aan de Gazoo gewerkt. De komst van Rabobank Investments, dat sinds 2019 een belang in het bedrijf heeft van 76 procent, heeft het Noord-Hollandse bedrijf een impuls gegeven. ,,Wij geloven in dit bedrijf en in deze installatie”, verklaart Rabo-manager Jorg Jentjens. ,,Hiermee geef je immers ook de circulaire landbouw een .”
Dit jaar wordt de Gazoo bij nog acht melkveebedrijven geplaatst. En ook volgend jaar gaat de portefeuille rap vollopen, weet Kuperus heel zeker. JOZ, in de branche vooral bekend van zijn mest- en voer-aanschuifsystemen, mikt echter op een grote landelijke en internationale doorbraak als ook de politiek de voordelen van de mestbewerkingsinstallatie gaat erkennen.
Kamerleden meldden zich af
Om die reden had het bedrijf deze week ook Kamerleden en landbouwminister Carola Schouten uitgenodigd. Ze meldden zich echter allemaal af vanwege de politieke situatie in Den Haag. ,,Maar dat pakken we later wel weer op”, verklaart directeur Kuperus. ,,Want ze moeten kennisnemen van deze innovatie die niet alleen het stikstofprobleem oplost maar ook zeer klimaatvriendelijk is. De Gazoo maakt immers kunstmest overbodig en die productie gaat zoals bekend gepaard met veel aardgas en CO2. De politiek reserveert miljarden euro’s voor het opkopen van veebedrijven, maar waarom? Je breek er een mooie sector mee af. Met onze installatie versterk je die en bereik je hetzelfde doel.”
Kuperus meldt nog een ander voordeel. Doordat uit de behandelde mest amper ammoniak vrijkomt, hoeft deze volgens ook niet meer geïnjecteerd te worden in de bodem. ,,En dan weten wij als Friezen wel datdat veel beter is voor onze weidevogels.''
Wet stikstofreductie en natuurverbetering
De Wet stikstofreductie en natuurverbetering schrijft voor dat in 2025 minimaal 40 procent van het areaal van de stikstofgevoelige natuur een gezond stikstofniveau heeft. In 2035 is dat minimaal 74 procent. Dit laatste betekent dat de stikstofuitstoot in Nederland gehalveerd moet worden. Om dit alles te bereiken heeft het kabinet alvast 6 miljard euro gereserveerd: 3 miljard euro voor natuurherstel, 2 miljard euro voor maatregelen in de veehouderij en 1 miljard euro voor de bouw.
Gevreesd wordt dat echter dat de beoogde maatregelen - vrijwillig opkopen veebedrijven, andere bedrijfsvoering met minder eiwit in krachtvoer en meer weidegang - op kort termijn te weinig stikstofwinst opleveren. Om die reden circuleerden er de afgelopen weken ook adviezen in politiek Den Haag om veebedrijven te onteigenen of door vergunningen in te nemen. Landbouwminister Carola Schouten Schouten verklaarde daarop dat er locaties zijn waar bedrijven niet door kunnen gaan. ,,Dat kan met vrijwillige regelingen, met verplaatsing. En uiteindelijk zou het kunnen zijn dat je gaat onteigenen. Dat is niet nieuw. Er vinden nu ook al onteigeningen plaats.”