Actie tegen permanente bewoning in 2022 op parken bij het Ermerstrand. Foto: Archief DVHN
Meer mensen in nood wijken uit naar een vakantiepark. Door financiële of mentale problemen kunnen ze geen huis vinden. Vakantieparken in Drenthe en Groningen hebben het vaakst bewoners met een uitkering.
Bijna een op de tien vakantieparkbewoners in Drenthe en Groningen leeft van een bijstands- of werkloosheidsuitkering. Dat is meer dan in andere provincies, blijkt uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Daarnaast zijn schulden, psychische problemen en geweldsincidenten een probleem.
Op 1 april van dit jaar stonden in heel Nederland bijna 60.000 mensen ingeschreven op een vakantiepark als woonadres. Voor de coronaperiode, in 2019, waren dat er ruim 51.000. Deze toename laat volgens onderzoekers van het CBS zien dat vakantieparken vaker functioneren als noodoplossing voor mensen die geen plek kunnen vinden via de normale woningmarkt.
Wonen op een vakantiepark is in principe illegaal, maar gemeenten kunnen permanente bewoning wel gedogen of expliciet toestaan met een woonbestemming. Om het risico op sociale problemen en ondermijnende criminaliteit in kaart te brengen, meet het CBS ieder kwartaal hoeveel mensen staan ingeschreven op een vakantieadres. Dit gebeurt in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken.
Uitkeringen, schulden en vuurwapens
Hoewel vakantieparken in de Gelderland, Noord-Brabant en Overijssel de meeste bewoners tellen, springen Drenthe en Groningen eruit qua kwetsbaarheid. In beide provincies ontvangt 8 procent van de vakantieparkbewoners een bijstands- of werkloosheidsuitkering. Daarnaast hebben ze in Groningen het vaak met problematische schulden te maken (12 procent) en zijn er in Drenthe relatief veel incidenten gemeld bij de politie. Vaak zijn dit misdrijven met vuurwapens of inbraken en diefstallen.
De provincie Drenthe maakt zich al lange tijd zorgen over deze ontwikkeling. Vakantieparken zijn volgens haar bedoeld voor recreatie, niet als vangnet voor kwetsbare groepen. Er zijn geen voorzieningen op de parken om deze mensen goed te helpen.
Daarom zette zij in op maatwerk via het project Vitale Vakantieparken, waarin gemeenten per park werken aan handhaving of herbestemming. De problematiek verschilt namelijk niet alleen per provincie, maar ook per gemeente. Zo zijn er in Aa en Hunze, Hoogeveen en Coevorden veel bewoners met een uitkering: ongeveer een op de vijf bewoners. Terwijl op vakantieparken in Westerveld en Emmen relatief meer mensen kampen met psychische problemen.
Dat vervolgens verschillend wordt opgetreden, voelt oneerlijk voor parkbewoners. De ene plek gedoogt terwijl ergens anders mensen op straat worden gezet. Of ze er nou legaal of semilegaal wonen: het geschipper tussen overheden, organisaties en ondernemers zorgt vooral voor onzekerheid. In Coevorden legde de gemeente dwangsommen op, maar bezwaren van bewoners tegen deze boetes werden door de bezwaarschriftencommissie gegrond verklaard.
Iedereen laten wonen
Wat hierbij meespeelt is dat woonminister Mona Keijzer afgelopen december met een algemene oplossing kwam: iedereen die voor 16 mei vorig jaar ingeschreven stond in een vakantiehuis mag daar tien jaar blijven wonen. Jacob Boonstra van het project Vitale Vakantieparken Drenthe trok toen aan de bel omdat het ertoe zou kunnen leiden dat ‘huisjeseigenaren niet meer meewerken aan een oplossing, omdat ze toch niet weg hoeven’.