Op verschillende recreatieparken in Drenthe werd de afgelopen jaren discussie gevoerd over het wel of niet toestaan van permanente bewoning. Hier recreatiepark Nuilerveld in Pesse. Foto: Gerrit Boer
Het plan van demissionair minister Mona Keijzer om permanente bewoning toe te staan in recreatiewoningen is een harde klap voor Vitale Vakantieparken Drenthe. Toch houdt stuurgroepvoorzitter Jacob Boonstra de moed erin.
Op dit moment is het bewonen van een recreatiewoning illegaal, maar een plan van demissionair minister Keijzer (BBB) brengt daar verandering in. Iedereen die voor 16 mei 2024 aantoonbaar stond ingeschreven in een vakantiehuisje, mag hier de komende tien jaar permanent wonen als hij geen andere woning in bezit heeft.
Het idee is dat hiermee de druk op de woningmarkt minder groot wordt. De Tweede en Eerste Kamer moeten nog goedkeuring geven. De Vereniging Nederlandse Gemeenten, ANWB en de Vereniging van Recreatieondernemers Nederland (Recron) zijn tegen dit plan en gaan zienswijzen indienen om het alsnog van tafel te krijgen.
‘Op sommige parken past dit echt niet’
Ook Jacob Boonstra is allerminst te spreken over deze maatregel. Hij is naast wethouder in Westerveld voorzitter van de stuurgroep Vitale Vakantieparken, het project van de provincie Drenthe dat samen met gemeenten en ondernemers volop bezig is om alle recreatieparken onder de loep te nemen, nieuw leven in te blazen of juist te transformeren naar bijvoorbeeld woonwijken.
Het plan van de minister fietst daar dwars doorheen en Boonstra’s voorganger Henk van de Boer noemde het ‘de dood in de pot’ voor Vitale Vakantieparken. Zover wil Boonstra niet gaan.
„Dit is niet het einde, maar we voelen ons absoluut niet geholpen. Want op sommige parken is het best gepast om permanent te wonen, maar er zijn ook parken waar dat echt niet zo is”, vindt hij. „Die wil je juist vitaliseren en zo geschikt mogelijk maken voor recreatie, maar maatwerk is niet meer mogelijk op deze manier.”
Jacob Boonstra, CDA-wethouder Westerveld. Foto: Mediahuis Noord
Vooral de transformatie van parken naar woonwijken zal volgens Boonstra lastiger worden. Op plekken waar Vitale Vakantieparken bezig is om bijvoorbeeld bestemminsplannen te wijzigen, gaat dat in samenspraak met gemeente, parkeigenaren en eigenaren van de huisjes.
„Nu kan de situatie ontstaan dat huisjeseigenaren niet meer meewerken, omdat ze de komende tien jaar toch niet weg hoeven”, zegt Boonstra. „Dat zou zomaar op veel plekken voor vertraging kunnen zorgen.”
Sommige parkbewoners die geen andere woning kunnen vinden, putten hoop uit de plannen, maar op de lange termijn gaat het plan niet veel betekenen voor de oververhitte woningmarkt, denkt Boonstra. „Mensen krijgen een persoonlijke toestemming. Als je over een paar jaar het huisje verkoopt, kan de volgende eigenaar hier niet permanent wonen. Deze recreatiewoningen zijn dus geen structurele toevoeging van het woningaanbod in Drenthe.”
‘Blijven ons inzetten’
Voor exploitanten die bezig zijn om te investeren in hun park, kan de maatregel van de minister flink roet in het eten gooien. Zij moeten verplicht toestaan dat mensen permanent in hun huisje blijven wonen als de regels op zo’n park dat niet waterdicht verbieden. Risico is dat zo’n park daarmee minder aantrekkelijk wordt voor toeristen en het vitaliseren wordt daardoor een stuk lastiger, denkt Boonstra.
„Toch blijven we ons inzetten om de Drentse parken vitaler te maken. De toerismesector is enorm belangrijk voor onze provincie. En gelukkig is vitaliseren veel breder dan alleen omgaan met permanente bewoning.”