Project Vitale Vakantieparken Drenthe wil drie jaar door: 'Nog genoeg te doen'

De provincie trekt ook de komende drie jaar de portemonnee om de ingezette verbeterslag van de Drentse toeristische sector voort te zetten. Het programma Vitale Vakantieparken heeft sinds de start in 2018 ruim een kwart van de 240 Drentse vakantieparken onder de loep genomen.

„Er is veel gedaan, maar ook nu is er nog heel veel te doen”, vatte gedeputeerde Willemien Meeuwissen de resultaten van het project samen. Programmamanager Jan Wibier is over de hele linie tevreden, maar ‘het kan een tandje beter en scherper’. Dat is ook de belangrijkste conclusie uit een evaluatie van het project door een extern adviesbureau. Het aantal betrokken parken moet omhoog.

De organisatie presenteerde maandagavond tijdens een online bijeenkomst het jaarverslag over 2023. De bijeenkomst was bedoeld om Drentse raads- en statenleden bij te praten over de stand van zaken van het project. Zij moeten de komende maanden hun goedkeuring verlenen aan het doorgaan van Vitale Vakantieparken.

Het programma richt zich op het stimuleren van ondernemerschap en ondersteunt ondernemers daarnaast bij het maken van toekomstplannen. Het traject Naober helpt gemeenten bij het aanpakken van ondermijning en sociale problemen op vakantieparken. Parken die geen recreatieve toekomst meer hebben worden omgevormd tot woonwijk of krijgen een andere bestemming. Een voorbeeld is de aankoop van park Hesselte in Havelte door de gemeente Westerveld.

Op 45 Drentse vakantieparken lopen trajecten. Permanente bewoning speelt op bijna de helft daarvan. De aanpak hiervan is ingewikkeld en kost veel tijd. Maar, zegt Gerben Rouwenhorst van Vitale Vakantieparken, „dat komt nu op stoom”. De gemeente Coevorden werkt bijvoorbeeld aan de transformatie van Ermerzand naar een woonpark. „Het zou zonde zijn om nu te stoppen”, meent daarom voorzitter Henk van de Boer.

Vitale Vakantieparken bepaalt in overlegmet de Drentse gemeenten op welke parken ze aan de slag gaan. De organisatie is daarbij afhankelijk van de capaciteit en inzet van gemeenten. „Bij een enkele gemeente ligt redelijk wat op de plank. We willen graag dat gemeenten die dat nu niet doen een prioritering maken van waar we mee aan de slag gaan”, zegt Jan Wibier.

Om die prioriteiten beter voor de bril te krijgen zou het daarnaast helpen om de situatie op de 240 Drentse vakantieparken opnieuw in kaart te brengen, meent de programmamanager. „We werken nu met een beeld uit 2017. Een actueler beeld helpt om nog gerichter bepaalde probleemsituaties aan te pakken.”

De komende periode staat het onderwerp in alle Drentse raden op de agenda. Zij moeten beslissen of ze de contributie van in totaal 185.000 euro per jaar (naar rato) opnieuw beschikbaar stellen. Voor het einde van het jaar moet er formeel duidelijkheid zijn over de voorzetting van Vitale Vakantieparken.