In 2020 besloot de gemeenteraad van Aa en Hunze dat vakantiepark de Holle Drift in Schipborg een woonwijkje mag worden. Foto: Marcel Jurian de Jong
Het is knap lastig om de Drentse vakantieparken goed op de rails te zetten. Toch begint het project Vitale Vakantieparken welgemoed aan een nieuw programma van twee jaar.
Snel toenemende woningnood, groeiende armoede en de komst van veel arbeidsmigranten en vluchtelingen: al die ontwikkelingen samen veroorzaken heel wat druk om vakantieparken voor andere zaken te gebruiken dan waarvoor ze bestemd zijn. Het geeft tegenwind bij de uitvoering van Vitale Vakantieparken Drenthe.
Piekeren
Toch piekeren de trekkers van het project - voorzitter Henk van de Boer, projectleider Jan Wibier en gedeputeerde Henk Brink (VVD) - er niet over om hun doelstellingen bij te stellen. Dit bleek woensdag toen het drietal de belanghebbenden bij het project in De Nieuwe Kolk (DNK) in Assen bijpraatte over de komende twee jaar.
Die doelstellingen houden in dat een vakantiepark in Drenthe ook echt voor vakantie en recreatie moet zijn. . Ondernemers die dat onderschrijven, krijgen hulp en advies om hun park te verbeteren. Parken waar al veel mensen wonen en die door hun ligging minder in trek zijn bij toeristen, kunnen een woonbestemming krijgen. Volgens Brink is dat bij vijf al gebeurd, bij twintig zijn gesprekken gaande over een woonbestemming. Dit heeft wel wat voeten in de aarde, omdat de gemeente daarvoor het bestemmingsplan moet wijzigen.
Rompslomp
Vitale Vakantieparken is in 2018 gestart en kende door organisatorische rompslomp een wat moeilijke start. Inmiddels is er volgens Van de Boer veel kennis opgebouwd, waar gemeenten en ondernemers profijt van kunnen hebben als ze een park willen hervormen. „Je hebt vaak met allerlei tegengestelde belangen te maken, bijvoorbeeld doordat er binnen het park verschillende grondposities zijn. Het is zaak om te bedenken wat je wil met het recreatiepark en daarvoor alle neuzen dezelfde kant op te krijgen.”
Een heikel punt is wat er moet gebeuren met mensen die, bijvoorbeeld na een echtscheiding, hun intrek hebben genomen in een vakantiehuisje. Permanente bewoning mag daar niet, maar goede raad is duur als dakloos worden het enige alternatief is. Volgens Wibier is er vooral tijd nodig om oplossingen te vinden. Het is dan aan de gemeente om bijvoorbeeld iemand een urgentieverklaring te geven voor een sociale huurwoning.
Landelijke ketens
De laatste jaren zijn diverse Drentse vakantieparken in handen gekomen van landelijke ketens en projectontwikkelaars. Zo nam EuroParcs Meerzicht in Matsloot over en kochten drie ondernemers De Reeënwissel in Hoogersmilde. Brink en Van de Boer roepen gemeenten op om erop toe te zien dat bij zo’n overname allerlei zaken goed geregeld. zijn. Zo moet er een stevige partij zijn die de verhuur van huisjes goed regelt, zodat alleen recreanten er verblijven. Worden de huisjes verkocht aan particuliere beleggers, dan is het zaak de onderlinge eigendomsverhoudingen goed te regelen, zodat er in de toekomst geen gedoe ontstaat. Daarvoor is ook aanpassing van landelijke regelgeving nodig, vindt het drietal.
Tevens wil Brink meer aandacht voor de positie van recreanten die soms flink hebben geïnvesteerd in een huisje of stacaravan en na een overname te horen krijgen dat ze moeten verkassen. „Dat kan doordat ze op basis van jaarcontracten hun grond pachten”, weet Brink.
De toeristische sector is, met een jaarlijkse omzet van 1,2 miljard euro, de kip met gouden eieren voor Drenthe, vandaar dat gedeputeerde Brink er alles aan gelegen is om vakantiegangers een prima verblijf op een recreatiepark te kunnen bieden. De provincie, de twaalf Drentse gemeenten en het Recreatieschap Drenthe steken niet voor niks de komende twee jaar 3,8 miljoen euro in het project. „Ik ben blij dat in dit opzicht alle neuzen dezelfde kant op staan”, zegt Brink.