De Nieuwe Blekerstraat in Groningen wordt elk jaar met kerstlampjes verlicht. Foto: Eigen foto
Wat begon met een enkele lichtslinger groeide uit tot een lichtjestunnel. Elk jaar hangt er een zee aan lampjes in de Nieuwe Blekerstraat in Groningen. Bewoner Jan Does (77) vertelt hoe dit is ontstaan.
„Ik weet niet meer hoe lang we het precies doen, 6 of 7 jaar?”, zegt Does twijfelend. „Het begon ooit met een sliertje, nu hangt de hele straat vol.”
Hoe dat is ontstaan? „De bewoners zijn al jaren een hele hechte groep, ze gaan nauw met elkaar om.” Dat uit zich volgens Does op verschillende manieren. „We helpen elkaar en organiseren vaak dingen. Zo gaan we in de zomer bij elkaar langs en eten we met zijn allen.”
Het versieren van de straat met kerstverlichting vloeide daaruit voort. „Je gaat meer dingen bedenken die je samen kunt doen. Toen kwam het idee van de kerstverlichting en het leek ons fantastisch als we dat in de winter konden doen. De verlichting is namelijk niet alleen sfeervol, het is ook prettig om met z’n allen bezig te zijn.”
Hoewel hij dol is op de verlichting, heeft Does niets met kerst. „Het ziet er goed uit en helpt bij de verbroedering, daarom vind ik het leuk. Maar de drang naar het samenzijn komt meer door de steeds donker wordende dagen dan door de kerst zelf.”
Jan (77) heeft zelf weinig met kerst. "Maar het gaat om de verbroedering". Foto: Eigen foto
‘Meestal zijn we drie uur bezig’
Lang zijn de bewoners niet bezig om de verlichting op te hangen. „Meestal zijn we 3 uur bezig. De halve straat komt op een zondag naar buiten, meestal in de eerste weken van november”, vertelt Does. „We regelen een paar ladders en anderen zorgen voor lekker eten en glühwein.”
„We hebben jaren geleden ringen opgehangen aan de huizen, daar vlechten we dan de verlichting doorheen”, legt hij uit. „Vervolgens knopen we de eindjes aan elkaar. De bewoner van het huis waar de stekker toevallig uitkomt steekt hem in het stopcontact. Bij de mensen die niet thuis zijn hangen we een briefje voor het raam.”
De Nieuwe Blekerstraat in de sneeuw. Foto: Eigen foto
Dichter bij elkaar
Alle moeite is het volgens Does zeker waard. „Wanneer je door de straat loopt, voelt de verlichting als een dak boven je hoofd.”
„Groningers verwachten ook een beetje dat we het doen. Als we bezig zijn met het ophangen van de verlichting, komen ze al langs. En wanneer het tegen vijf uur ‘s middags donker wordt zijn er altijd mensen die even een foto maken.”
Omwonenden kunnen nog een tijdje van de verlichte straat genieten. „Tegen februari halen we de lampjes weer naar beneden. We bewaren de verlichting die het nog doet, maar het meeste sneuvelt. Wat dat betreft is het niet heel milieuvriendelijk. Toch denk ik dat het goed is dat we het blijven doen, mensen komen door de verlichting wat dichter bij elkaar.”
„De lampjes voelen als een dak boven je hoofd.” Foto: Corné Sparidaens
Saamhorigheid en nostalgie
Patrick Wessels (36) uit Rijnsburg bevestigt dat kersverlichting sfeer en saamhorigheid verspreidt. Hij is consumentenpsycholoog en verschijnt regelmatig in de media om te vertellen over consumentengedrag. Onlangs gaf hij bij Omroep MAX en de EO advies over kerstverlichting. „Kerstverlichting versterkt inderdaad het gevoel van saamhorigheid en straalt warmte uit. Daarnaast speelt nostalgie mee: we verlangen naar het veilige gevoel van samenzijn dat we met de kerstdagen verbinden.”
Een goed voorbeeld vindt Wessels de kerstreclame van Lidl van dit jaar. „In die reclame zeggen ze: ‘Wat fijn dat we rondom de kerst zo naar elkaar omkijken, elkaar een klein beetje helpen. Waarom zouden we dat niet het hele jaar doen?’ Dat is precies het element waar ik op doel.”
Wessels is zelf ook een echte kerstliefhebber. Net als veel anderen heeft hij de kerstboom al vroeg in huis. „De kerstlampjes hangen hier al een maand. Half november word ik zo’n beetje het dak op gestuurd om alles op te hangen. Je kunt wel zeggen dat ik een kerstfan ben. Meestal staat de kerstboom in de laatste week van november in ons huis. We zijn er altijd vroeg bij”, vertelt de consumentenpsycholoog.
Wessels komt regelmatig in de media en vertelt over consumentengedrag. Foto: Patrick Wessels
Sociale beïnvloeding
Hij is niet de enige die er vroeg bij is om kerst in huis te halen. Ook in straten, winkelcentra en kroegen verschijnt de kerstverlichting elk jaar eerder. „We vinden de aanloop naar iets toe heel leuk. Dat zorgt voor een duidelijke dopamineboost”, zegt Wessels. „Het uitkijken naar de feestdagen, ervan uitgaande dat je er zin in hebt, dat het lekker is om alvast kerstlampjes op te hangen en de kerstboom op te tuigen. Je komt alvast in de sfeer, dat geeft ons een prettig gevoel.”
Volgens Wessels speelt ook sociale beïnvloeding een rol bij de steeds vroegere start van de kerstperiode. Consumenten kiezen graag voor wat als ‘normaal’ wordt gezien. „In Nederland doen we al snel ‘gewoon’, want dat is al gek genoeg. Daar past het niet direct bij om je hele huis met tienduizenden lampjes te versieren”, legt hij uit.
„Maar als blijkt dat de buurman het doet, en twee huizen verder ook, en je ziet het vervolgens in nog een paar straten terug, dan verandert die norm. Er ontstaat een sneeuwbaleffect: het begint klein en wordt steeds groter, totdat overal tienduizenden kerstlichtjes aan de gevel hangen. Daar zit een duidelijk sociaal element in.”
Donker
Waarom vinden we kerstverlichting zo belangrijk? „Dat komt simpelweg doordat mensen het vervelend vinden dat het in deze periode zo vroeg donker wordt”, concludeert Wessels. „Licht voelt dan prettiger. Dit is een lastige tijd van het jaar: richting de 21ste wordt het extreem vroeg donker en als de zon dan ook nog eens weinig schijnt, is het extra fijn om lampjes op te hangen.”
Kortom, mensen houden van licht, en met kerstlampjes kun je dat op een heel laagdrempelige manier toevoegen. „Een kerstboom zonder lampjes ziet er natuurlijk niet uit, laten we eerlijk zijn.”
„Licht voelt prettiger als het sneller donker wordt.” Foto: Corné Sparidaens