Ans Klok: 'Taal is altijd mijn passie geweest.' Foto: Marcel Jurian de Jong
„Ik heb te veul smokkies ehad”, zegt Ans Klok. Een paar dagen voor het interview is ze verrast met de erespeld van het Huus van de Taol en kreeg ze een hoop handen en zoenen. Nu zit ze met een grieperig hoofd op de bank.
Ans en haar man Koop Klok zijn pas verhuisd. Hun vrijstaande woning was te groot geworden. Ze wonen nu aan een hofje met seniorenwoningen, nog altijd in Dwingeloo. „Ie kriegt mij niet weg uut Dwingel”, klinkt het beslist.
Het herseninfarct en de TIA (lichte beroerte) die haar vorig jaar troffen, hebben hun sporen achtergelaten. „Mijn conditie is minder geworden en als je dan griep krijgt, blijft er weinig over”, verzucht ze na een hoestbui. Maar het interview kan gewoon doorgaan.
Je zou Klok (76) kunnen omschrijven als het geweten van Dwingeloo. Moest er wat georganiseerd worden, dan trok ze graag de kar. Trok. Want ze moet het rustiger aan doen. Jarenlang zat ze in het bestuur van historische vereniging Dwingels Eigen, waarvan negen jaar als voorzitter. Als streektaolambassadeur bij het Huus van de Taol heeft ze talloze activiteiten op poten gezet en Drentse les gegeven, elk jaar organiseerde ze een keramiekmarkt en ze is nog altijd trouwambtenaar. Ook maakte ze tot haar pensioen in 2013 jarenlang het regionale weekblad Da’s Mooi, waardoor ze ontzettend veel mensen in Dwingeloo en omgeving kent.
Samen met Koop en een bevriend stel organiseert ze nog steeds Taal an Taofel, waarbij vier keer per jaar schrijvers en muzikanten optreden in café De Brink. Daarbij staat de streektaal centraal. Tijdens haar een-na-laatste editie eerder deze maand kreeg ze de erespeld.
Vertel eens, hoe ging dat?
„Ik was overdonderd. Ik zag Huus van de Taol-directeur Renate Snoeijing binnenkomen en dacht eerst: die heeft zich een maand vergist, want volgende maand is pas de laatste keer. Maar toen zag ik onze dochter achter haar lopen en dacht ik: oh, foute boel! Daarna kwam de hele reutemeteut binnen, onder anderen Jan Germs, Hans Jalving, Anne Doornbos – mensen die allemaal al zo’n speldje hebben – en toen bleek dat ik dus bij dat cluppie kwam.” Lachend: „Dat zeiden ze ook: ‘Welkom bij de club’.”
Wat deed het met je?
„Wat denk je? Op het moment dat ik onze dochter zag, schoot ik vol. Na de uitreiking kreeg ik het woord. ‘Ik sta niet gauw met de mond vol tanden, maar deze keer wel’, bracht ik uit.”
Wat betekent de streektaal voor je?
„Tja, dat bén ik. Iemand vroeg me wat ik belangrijker vind: dit speldje of het lintje dat ik in 2018 kreeg. Tja, dat lintje krijg je natuurlijk voor alles wat je hebt gedaan, maar de taal is altijd mijn passie geweest, dus deze erespeld geeft mij een heel warm gevoel. Het is mooi dat je zo’n waardering krijgt na zeventien jaar vrijwilligerswerk. Dan kun je het goed afsluiten.”
Kom je van oorsprong ook uit Dwingeloo?
„Nee, ik ben geboren in Lhee. Daar heb ik tot mijn 7e gewoond met mijn ouders, zuster, opa en een zwager van mijn opa in een heel klein boerderijtje. Iedereen praatte plat. Ik ben dus tweetalig opgegroeid. De tweede taal, Nederlands, kwam op de kleuterschool. Toen ik 7 was, verhuisden we naar een nieuw huis in Dwingeloo bij de zuivelfabriek, waar mijn vader werkte.”
En daarna nooit meer weggegaan?
„Echt niet. Hier ligt mijn hart.”
'Ik heb 254 huwelijken gesloten, dan maak je van alles mee.' Foto: Marcel Jurian de Jong
Je doet ontzettend veel in Dwingeloo, is dat altijd zo geweest?
„Ja, ik geloof het wel. Organiseren gaat me gewoon heel makkelijk af. En door mijn werk bij de krant kende ik ontzettend veel mensen. Inmiddels ben ik bijna overal mee gestopt. Ik zit alleen nog in de redactie van het periodiek van Dwingels Eigen en we zijn bezig met een glossy over de Dwingeler Markt, die dit jaar driehonderd jaar bestaat.”
Hoe ben je eigenlijk bij het Huus van de Taol beland?
„Toen ze zeventien jaar geleden een medewerker zochten, heb ik gesolliciteerd. Abel Darwinkel kreeg de baan en daar ben ik heel blij om. Als je ziet wat die allemaal heeft gedaan en onderzocht op streektaalgebied, fantastisch! Destijds besloot het Huus ook om in elke gemeente een taolschulte (tegenwoordig streektaolambassadeur, red.) aan te stellen, die zich in het eigen gebied met het promoten van de streektaal bezighield. Ik werd gevraagd voor Westerveld. Doordat ik veel mensen kende, had ik al snel een hechte groep vrijwilligers om me heen. Maar als het op organiseren aankwam, was het al snel vanzelfsprekend dat ik dat deed. ‘Wij helpen wel mee’, klonk het dan.”
Hebben jullie tegen jullie kinderen ook altijd plat gepraat?
„Pas toen ze wat ouder waren, in het begin nooit. We hadden het er wel eens over toen ze nog jong waren, dat bijvoorbeeld de ij in het Drents een ie wordt. Ik vergeet nooit meer dat onze zoon Martijn als jochie opeens over een ‘klien trientie’ begon, een klein treintje. Tja, was het weer niet goed haha. Tegenwoordig doen we het wel. Wat trouwens heel leuk is, ik heb onze nieuwe burgemeester Jouke Spoelstra ook al aan tafel gehad. Hij wilde de eerste vijf zinnen van de toespraak bij zijn installatie in het Drents doen. Hij is Fries en Friezen praten wat zangerig. Ik zei gelijk tegen hem: ‘Daar moeten we vanaf’.”
En hoe ging het?
„Hij pakte het zo op. Ik heb de zinnen opgenomen met zijn telefoon, zodat hij thuis kon oefenen. En het ging goed, hoor. Ik zag mensen verrast kijken toen hij begon met ‘Moi!’ Hij wil ook dat ik gewoon plat tegen hem blijf praten. Ik heb een boek voor hem gemaakt, want hij moet wel weten dat we het hier in Westerveld over Leggeleu en Waotern hebben en geen Leggeloo en Wateren zeggen. In dat boek staan allemaal zulke dingen. Zoiets heb ik wel vaker gedaan voor nieuwe inwoners van buiten Drenthe.”
Ben je altijd al een haantje-de-voorste geweest?
„Ja. Ik ben ook tamboer-maitre geweest bij het muziekkorps. Ik heb er nooit moeite mee gehad om vooraan te lopen of te staan. Ik ben ook graag onder de mensen. Daarom vond ik mijn werk bij de krant ook zo mooi. In 2000 ben ik trouwambtenaar geworden. Ook prachtig. Op 1 juli stop ik na 25 jaar. Het is goed. Ik ben nu 76 en ik heb twee keer een waarschuwinkje gehad. Ik hoef dat niet meer. Koop en ik moeten gewoon andere dingen gaan doen nu. We hebben net een nieuwe cabrio gekocht. Kunnen we straks mooi mee toeren.”
'Helemaal de oude word ik niet meer.' Foto: Marcel Jurian de Jong
Heb je zelf besloten rustiger aan te gaan doen of kwam dat advies van anderen?
„Nee, het was mijn eigen beslissing en Koop gaf me groot gelijk. Kijk, toen ik in februari vorig jaar het herseninfarct kreeg, moest ik de huwelijken die ik zou voltrekken teruggegeven. Dat wil ik niet nog een keer; zo zit ik niet in elkaar.”
Wat gebeurde er toen je het herseninfarct kreeg?
,,Het was ’s ochtends vroeg. We moesten weg en ik zou nog even mijn haar doen. In de badkamer pakte ik de borstel, ik hief mijn arm en zo opeens viel de borstel uit mijn hand op mijn hoofd. Mijn mond hing ook wat scheef. Ik wist gelijk dat het mis was en ben met de ambulance naar het ziekenhuis gebracht. Nou en daarna was ik negen maanden onder de pannen, voordat ik weer een klein beetje weer in conditie was. Helemaal de oude word ik niet weer. Ik heb veel minder kracht in mijn arm. Maar ik ben blij dat ik er verder goed uitgekomen ben. Ik heb een engeltje op mijn schouder gehad, het had heel anders kunnen aflopen. De TIA kwam in december, toen wilde mijn onderbeen opeens niet meer mee. Die hapert nu soms nog. Ik ga elke week naar de fysiotherapeut. Tja, en nu moet ik mezelf afremmen. Het vervelende hiervan is dat je, als je te veel doet, het de volgende dag pas merkt.”
Wat wil je nog bereiken?
„Ik hoef niks meer te bereiken, maar ik denk wel dat ik weer verhalen en gedichten ga schrijven als ik al het andere echt heb afgerond. Als ik straks geen trouwambtenaar meer ben, kan ik ook daarover schrijven, met gefingeerde namen enzo. Ik heb 254 huwelijken gesloten, dan maak je van alles mee. Boeken vol foto’s en trouwkaarten had ik. Met de verhuizing heb ik een deel weggedaan, maar ik heb nog zoveel herinneringen. Ik heb bijvoorbeeld Jetta Klijnsma nog getrouwd, hier in Dwingeloo. Ze woonde toen nog in Den Haag, maar haar ouders woonden in Hoogeveen en die konden de reis die kant op niet maken. Daarom was het huwelijk hier.”
Je trouwde ook mensen in het Drents toch?
„Jazeker, op verzoek. Ik ben op zoveel plaatsen geweest en heb zoveel dingen gezien. Het enige wat ik niet gedaan heb en wat me wel mooi leek, was een stel trouwen in een luchtballon. Ik ken ballonvaarder Ike Visser goed en heb het er met hem wel eens over gehad. Dát zou ik nog wel eens willen doen.”
Paspoort
Naam: Antje (Ans) Klok-Wuffen
Geboren: 23 mei 1948 in Lhee
Opleiding: Mulo
Werk: Administratief werk bij de zuivelfabriek in Dwingeloo, de Huuradviescommissie in Assen en op internaten in Geeuwenbrug en later in Vledder (tot eind jaren 70). Vanaf de jaren 80 redacteur en verslaggever bij lokale en regionale nieuwsbladen in de huidige gemeenten Midden-Drenthe en Westerveld, waaronder ruim twintig jaar bij Da’s Mooi.
Privé: Bijna 50 jaar getrouwd met Koop, moeder van Esther (46) en Martijn (43) en oma van vier kleinzoons (6, 11, 16 en 18 jaar).