Bé Speelman uit Vries is verknocht aan de motorsport en legt daarover van alles vast in zijn archief. Foto: Jaspar Moulijn
Je kan hem gerust een wandelende TT-encyclopedie noemen. Bé Speelman (83) uit Vries is verknocht aan de motorsport en legt daarover van alles vast in zijn archief. „Helden zijn het, als je dat durft met zulke snelheden.”
Er ligt veel en het is niet eens alles. De eettafel in zijn huis in Vries is bedekt met talloze foto’s, programmaboekjes en posters van de motorsport. Bé Speelman (83) laat zijn imposante verzameling met trots zien.
Vraag hem naar een motorcoureur en de anekdotes stapelen zich op. „Hier. Renzo Pasolini en Jarno Saarinen.” Speelman pakt wat foto’s erbij. „De Grand Prix van Monza, 1973. Ze komen met elkaar in botsing en vliegen allebei de bocht uit. Ze overleven het niet. Dat moment blijft mij nog altijd bij.”
Vanaf de jaren zestig start Speelman zijn verzamelhobby. Eerst is zijn archief alleen analoog, later ook digitaal. De liefhebber laat het zien op zijn computer: honderden documenten, keurig geordend in mapjes. Foto’s, uitslagen en andere informatie van elke training en race staan erin opgeslagen.
„Ik ben er elke dag zo’n anderhalf uur mee bezig”, denkt hij. „Als mijn vrouw Mientje s ’avonds naar een programma kijkt op tv, dan ga ik naar boven en zet ik de computer aan.”
‘Ik leef met drie m’s’
Zelf heeft hij nooit motorgereden. Maar de sport zien, vindt hij geweldig. „Ik zeg altijd dat ik leef met de drie M’s. Mijn vrouw Mientje, muziek en motorsport. In die volgorde.” Zijn vrouw knikt. „Hij zit elke race voor de buis. Ook als hij er in de ochtend om 5 uur voor uit moet.”
In 1950 beleeft Speelman zijn eerste TT in Assen, waar hij met zijn vader heen gaat. In die tijd mist hij slechts twee edities: een keer als zijn moeder overlijdt, de andere vanwege militaire dienst.
Bé Speelman uit Vries is een wandelende TT-encyclopedie. Foto: Jaspar Moulijn
Hij kan uren doorpraten over zijn herinneringen aan de TT. Zoals het vluchten voor een windhoos, tijdens een training in de jaren zestig. Of de tijd waarin de jagermeister rondgaat in zijn vriendengroep, met wie hij in alle vroegte naar het circuit snelt.„Wat je daar meemaakt is zo bijzonder.”
Vroeger was de afstand tot coureurs veel kleiner. Een groot spektakel was de motorkeuring op het veemarktterrein in Assen. „Dan stond je met je programmaboekje in de rij om handtekeningen van coureurs te scoren. Mooi was dat.”
In de loop der jaren is veel veranderd. Niet allemaal ten goede, betreurt Speelman. Nu draait het om geld, worden coureurs afgeschermd en gaan motoren veel harder.
‘Bezeten door de motorsport’
De sfeer van hoe het ooit was, is er niet meer. „Vroeger kocht iedereen een programmaboekje. Nu wil nauwelijks iemand dat nog. Het kost 12 euro. Daar kopen ze liever bier voor”, verzucht hij.
Tijdens de trainingen is hij van de partij, maar de race op zondag kijkt hij sinds een paar jaar thuis op televisie. „Het is dan veel te druk op het circuit. Zodra de race begint, gaat iedereen staan. De mensen die slecht ter been zijn, zien niks. Je betaalt wel een dure kaart van 120 euro.”
Ondanks dat de charme er een beetje vanaf is, blijven de TT en motorsport magisch voor hem. „100 jaar TT. Dat wordt een groots gebeuren”, denkt hij. „Ik ben helemaal bezeten door de motorsport. Helden zijn ze, die coureurs. Als je dat durft met zulke snelheden.”
100 jaar TT Assen
Wil je alles lezen over de TT Assen? Klik dan hier.