Zeker 25 jaar lang belde ik wekelijks met persfotograaf Frens Jansen. Die gesprekken verliepen altijd volgens een vast patroon. Hij nam steevast op: „Met, uhhh Frens”, alsof hij zijn naam was vergeten. Na het bespreken van de foto-opdracht beëindigde hij het gesprek altijd met de woorden: „Ik ga er wel even langs”.
Frens fotografeerde vanaf midden jaren tachtig voor diverse media. Hij mocht onder andere de Meppeler Courant, NieuwsTV, De Zwolse Courant (later De Stentor) en het Agrarisch Dagblad tot zijn klanten rekenen. Maar hij maakte ook theaterfoto’s voor een opdrachtgever in Den Haag.
Jarenlang was ik onder andere beeldredacteur van het Agrarisch Dagblad dat eerst in Zwolle en later in Doetinchem was gevestigd. Zijn bezoekjes aan de redactie in Zwolle verliepen net zo voorspelbaar als de telefoongesprekken. Hij parkeerde zijn Mercedes, stapte uit en droeg altijd een knalrode bodywarmer. Dan pakte hij de loodzware autotelefoon uit de wagen. Hij kwam de vers in de donkere kamer (doka) afgedrukte zwart-wit foto’s brengen. Kopje koffie, de telefoon ging en weg was hij, op weg naar een volgende klus.
Toen het Agrarisch Dagblad naar Doetinchem verhuisde, bleef het contact beperkt tot de telefoon. Inmiddels vonden foto’s via een fotozender over een ISDN-telefoonlijn hun weg naar de redactie, eerst vanuit zijn huis aan de Veneweg in Wanneperveen, en later vanuit het ‘kabouterdorp’ in Nijeveen. De nieuwe technieken deden hun intrede.
In de loop der jaren zag Frens het vak van fotojournalist veranderen. De overstap van analoog naar digitaal, de versnelling van nieuwsproductie en de toenemende druk om altijd en overal te leveren. Toch bleef zijn werkwijze hetzelfde: eerst kijken, begrijpen wat er gebeurde, en pas dan vastleggen. Voor hem ging een goede persfoto niet over techniek, maar over het juiste moment en het juiste perspectief.
Enige jaren later kwam ik Frens weer tegen. Toen als chef beeldredactie bij Boom Courantenuitgeverij in Meppel. Het contact met Frens was vrij intensief. Hij was een vaste waarde. Door de week maakte hij nieuwsfoto’s en in het weekend foto’s voor de sportredactie. Op Frens kon je altijd rekenen, ook al waren de opdrachten soms op de meest onmogelijke tijden.
Maar op een keer ging het mis. Op weg naar een foto-opdracht werd hij vanachteren aangereden toen hij op de A28 in een file stond. Daar hield hij hersenletsel en hevige hoofdpijnen aan over. In november 2022 beëindigde hij dan ook zijn carriére als persfotograaf.
Het laatste jaar bracht hij door op de afdeling Havikshorst van de Schiphorst. Daar overleed hij op 19 augustus. Hoe oud hij is geworden weet bijna niemand. Ondanks zijn voorspelbare telefoongesprekken en kleding bleef Frens altijd een beetje mysterieus. Zijn leeftijd en verjaardag deelde hij met niemand. Daar deed Frens niet aan en het zei hem niets. Alle burgerlijkheden waren niets voor hem.
Frens laat naast zijn partner Gerty ook dochter Monique en zijn kleinkinderen Frens en Laura achter. Ook zijn nalatenschap leeft voort: in krantenarchieven, in herinneringen en in foto’s die meer zeggen dan woorden.