Rolf Mulder: 'Drenten willen vooral hun eigen gang gaan.' Foto: Boudewijn Benting
‘Hej knienen dan hej ok keutels’ en ‘achteruutkieken gef kopzeert bij ’t veuruutgaon’; typisch Drentse uitdrukkingen die Rolf Mulder (68) fascineren. Voor zijn boek Drenten voor beginners verdiepte de Emmenaar zich in de Drentse cultuur, de volksaard en de taal.
Hij houdt van oude verhalen en wilde graag dat het eeuwenoude gedicht Reynaert de Vos naar het Drents vertaald zou worden, vertelt voormalig schooldirecteur Rolf Mulder thuis aan de keukentafel. „Ik had het al uit het oud-Nederlands naar het modern Nederlands vertaald, maar ik spreek geen Drents. Voor die vertaling zocht ik contact met Hans Katerberg uit Borger, die vaker in het Drents schrijft.”
Als ze zich erin verdiepen, is Mulder verrast wanneer Katerberg vertelt dat er geen Drents woord voor ‘u’ bestaat. „Dat kon wel eens heel veel betekenen, dacht ik.” Mulder verdiept zich verder in de taal. „Toen ontdekte ik dat Drenten ook ontzettend veel verkleinwoorden gebruiken. Dat zegt ook iets over de cultuur, dingen klein maken.”
Spiritueel centrum
Het Reynaert de Vos-plan belandt op de plank en Mulder gaat van alles lezen over de Drentse historie en cultuur. Het leidt tot een vermakelijk boek met de ondertitel Omgaan met een eigenzinnig volk. „Het is bedoeld voor degenen die hier willen integreren en aarden of gaan werken. Maar ik hoop eigenlijk dat Drenten het zelf ook lezen. Het viel me op dat velen hun geschiedenis niet kennen.”
Mulder was zelf zo iemand. Hij is geboren en getogen in Beilen. Zijn ouders praatten wel Drents, maar niet tegen hun kinderen. „Toch krijg je altijd wat mee. Ik stond eens op Schiphol en vroeg bij het afrekenen van wat magazines of de verkoopster er misschien een rekkertje omheen wilde doen. Ze keek mij aan…” Hij lacht. „Het duurde even voor ik op het woord elastiek kwam.”
Hij bombardeert de Drenten in zijn boek tot ‘meesters in zen’ en noemt Drenthe met een knipoog ‘het spirituele centrum van Nederland’. Daarmee doelt hij op de wijze spreuken die de taal van oudsher kent en die volgens hem aanzetten tot nadenken. Schieve dingen pist ok bijvoorbeeld, oftewel: het hoeft niet allemaal perfect te zijn. Mulder: „Het is een prachtige taal, vol smeuïgheid. En die uitdrukkingen, geweldig! Ik kende er wel een paar, zoals as is verbraande turf, maar heb er veel meer gevonden. Ik lag echt in een deuk om hej knienen dan hej ok keutels (elk voordeel heeft zijn nadeel). Geweldig toch?!”
Baas op eigen erf
Typische Drentse karaktertrekken van vroeger blijken nog steeds te bestaan, ontdekt de schrijver. „Ik las het rapport van het Amerikaanse echtpaar Keur dat in 1952 antropologisch onderzoek deed in Anderen. Daarna stuitte ik op een rapport van de Rijksuniversiteit Groningen uit 2022 over de Drentse bestuurscultuur en wat denk je: daarin stond precies hetzelfde!”
„De onderzoekers benoemen dat Drenten niks willen inleveren; hun eigen belang staat voorop. Samenwerken vinden ze daarom lastig. Dat levert bemoeienis van anderen op en minder autonomie”, vertelt hij verder. „Ze willen hun eigen gang gaan. Dat bleek in Anderen ook al. Drenten willen niemand voor het hoofd stoten. Ze zijn conflictmijdend en willen tegelijkertijd baas blijven op eigen erf. Een mooi hedendaags voorbeeld is dat ondernemers in Klazienaveen middenin de coronatijd hun winkels openden, terwijl dat officieel niet mocht.”
Boerenopstand
De slag bij Ane in 1227 mocht in het boek niet ontbreken. „Volgens mij is dat het eerste teken van de Drentse cultuur, van je niet laten opnaaien door een ander, in dat geval de Bisschop van Utrecht. Drenten hebben moeite met rangen en standen en mensen die het beter weten. Ze zijn heel egalitair. ‘U’ zeggen past daar ook niet bij. Dus toen die bisschop ze wilde onderdrukken, kwamen ze in opstand.”
Dat Drenten geen woord voor 'u' hebben triggerde Rolf Mulder om onderzoek te gaan doen. Foto: Boudewijn Benting
Opvallend aan die boerenopstand is volgens de Emmenaar dat ook vrouwen meededen. Hij erkent in zijn boek dat hij houdt van speculeren en gaat er voor het gemak vanuit dat die vrouwen de Utrechtse ridders hebben opgehitst, waardoor ze in het moeras belandden. Lachend: „Ik erken ook dat ik soms overdrijf en beweer niet dat mijn onderzoek volledig waarheidsgetrouw is.”
Groot beeld langs N34
Dat alleen bij Ane een herdenkingssteen staat ter herinnering aan de slag, noemt hij in het boek ‘dieptreurig’. Hij pleit voor een nieuw levensgroot beeldhouwwerk van een vrouw langs de N34 op de Drents-Overijsselse grens. „Ja, waarom niet?”, grinnikt hij. „Het is toch ook van de zotte dat het nu alleen in Overijssel staat, terwijl dat hét historische moment was van de Drentse identiteit.”
Stationshond Mannes in Assen, naar het idee van een Japanse hond die wacht op zijn baas, is nog zo’n vergissing. „Dat had natuurlijk een Drentse patrijshond moeten zijn, met de naam Nimrod, de stamvader van het hondenras.”
Reynaert de Vos
Ondertussen is ook de Drentse vertaling van Reynaert de Vos van Hans Katerberg en Rolf Mulder af. Het boek met de titel Vals wordt uitgebracht door uitgeverij Het Drentse Boek. Het wordt komende vrijdag gepresenteerd bij het Huus van de Taol in Beilen.