Herbert Ribhagen gaat niet tot zijn 67ste palmbomen sjouwen en is toe aan iets anders. Foto: Marcel Jurian de Jong
Na ruim twintig jaar stopt palmenkweker Herbert Riphagen (55) uit Dedemsvaart met zijn bedrijf Gardenpalms op Erica. De ondernemer die ooit werd uitgelachen om zijn tropische droom, verkoopt zijn laatste palmbomen en gaat terug naar Azië.
Iedereen verklaarde hem voor gek. „Palmbomen naar Nederland halen? Dat werkt toch helemaal niet?” Riphagen bewees het tegendeel. Hij verkocht jarenlang tropische planten en exotische bomen vanuit zijn kas op Erica. Nu komt daar een einde aan.
Zijn onderneming is failliet verklaard. De afgelopen weken verkocht hij zijn palmbomen voor hoge kortingen en de laatste dagen geeft de palmenkweker de bomen zelfs gratis weg. Het betekent het einde van een tropisch begrip, maar Riphagen laat zich niet uit het veld slaan. Zijn nieuwe avontuur komt er alweer aan.
Waarom stop je ermee?
„Ik weet niet wat het is, maar naarmate ik ouder word, krijg ik steeds meer een hekel aan de winter in Nederland. Ik wist dat ik op een dag terug wilde naar Indonesië, waar ik geboren ben. Ik wil weer op slippers lopen, op blote voeten, in korte broek. Ik wil iets anders doen met mijn leven.
Ik ga niet tot mijn 67ste palmbomen sjouwen, dus na meer dan twintig jaar vond ik het genoeg. Ik wilde vrijheid, en dat kost geld. Daarom verkocht ik vorig jaar mijn webshop, die ruim twee miljoen euro per jaar draaide. Dat gaf lucht.
Maar de markt veranderde snel. Bouwmarkten als Praxis en Hornbach stortten zich massaal op de palmenhandel. Ze verkochten grote partijen tegen stuntprijzen en drukten zo de markt plat. De groothandels waar ik aan leverde kwamen in de knel. Uiteindelijk moest ik kiezen: blijven vechten of verstandig stoppen.”
De laatste palmbomen vliegen als zoete broodjes over de toonbank. Iedereen wil nog een uniek exemplaar van Riphagen scoren. Foto: Marcel Jurian de Jong
Waarom is je bedrijf failliet verklaard?
„Het klinkt erger dan het is. Er waren bijna geen schulden en bijna niemand is onbetaald gebleven. In Nederland is een faillissement vaak goedkoper dan een bedrijf liquideren. Je krijgt drie maanden om alles af te wikkelen zonder huur of grote kosten.
Met een andere BV heb ik de boedel opgekocht: de hele voorraad. Alle palmbomen en exotische planten. Zo kon ik alles netjes verkopen. Alleen jammer dat als je mijn naam nu googelt, dat je meteen zeven pagina’s met ‘failliet’ ziet staan. Het was gewoon een zakelijke beslissing en een slimme manier om dit hoofdstuk af te sluiten.”
Hoe is het allemaal begonnen?
„Van jongs af aan heb ik iets met bomen. In Indonesië zat ik als kind uren in bomen. Palmen stonden overal om me heen. Ze hoorden bij mijn leven. Later ontmoette ik mijn vrouw - inmiddels ex-partner - en midden jaren negentig verhuisden we naar Nederland, omdat zij zwanger was. We wilden onze dochter hier laten opgroeien. Ik had net een huis gekocht en wilde een tuin met exotische planten die de winter konden overleven.
Omdat ik vroeger veel in de bergen van warme landen heb gelopen, wist ik precies welke palmbomen kans maakten. Maar ik kon ze nergens vinden. Als ik de namen googelde, kreeg ik drie resultaten. Als je dat nu doet, heb je drie miljoen resultaten.
Dus bestelde ik zaden. Ik kiemde ze in de afhaalbakjes van de Chinees en al snel stond de hele zolder vol. Mijn vrouw zei: ‘Weg met die rotzooi!’ Toen ging ik naar een beurs in Spanje. Daar ontmoette ik een kweker die meteen duizenden zaden wilde afnemen. Dat was mijn eerste order. Vanaf dat moment wist ik: dit is het.
In 2002 begon ik mijn eerste bedrijf, Gardenpalms Holland, later werd dat Gardenpalms Europe. In 2009 kochten we onze kas. Iedereen verklaarde me voor gek, maar uiteindelijk werden we een van de grootsten van Europa.”
Riphagen maakte van zijn hobby zijn werk, en werd een pionier in de Europese palmbomenwereld. Foto: Marcel Jurian de Jong
Hoe kwam je aan die exotische zaden?
„Ik hou van de jungle en heb van mijn hobby mijn werk gemaakt. Ik bedacht een manier om te reizen en bijzondere palmbomen en exotische planten te ontdekken. Palmen kun je niet stekken of in een laboratorium vermeerderen. Ze moeten uit zaad groeien. Dat maakt de zadenmarkt klein en bijzonder.
Ik kom op plekken waar bijna niemand komt, diep in de wildernis. Soms neem ik mijn achtentwintigjarige dochter mee, en dan trekken we samen met lokale gidsen wekenlang door de jungle.
Een keer ontmoette ik een oudere Thaise man – misschien wel de godfather van de palmbomen. Hij weet echt alles. Hij neemt me mee naar onbekende plekken in Azië. Ik betaal de reizen en hij laat me soorten zien die bijna niemand kent.
Soms zijn het de laatste exemplaren van een soort. Dan breng ik de locatie in kaart en zorg ik dat de lokale bevolking de bomen beschermt. Ik betaal hen om zaden te verzamelen in plaats van bladeren te gebruiken als dakbedekking. Zo behouden we de soort en hebben zij inkomen.
We reizen van Maleisië tot Brunei, van Vietnam tot Kalimantan. Soms dagenlang door de jungle, alleen met de noodzakelijke spullen. Geen telefoon, geen internet, nauwelijks eten. We zijn echt één met de natuur. Dat is het mooiste wat er is.”
Wat is de mooiste palm die je ooit hebt gezien?
„De Johannesteijsmannia magnifica. Een palm met enorme zilvergroene bladeren van wel zes meter lang. De meeste mensen kennen hem alleen van foto’s of uit botanische tuinen. Ik heb hem in het wild gezien, diep in de jungle van Sarawak in Maleisië. Dat moment vergeet ik nooit.
Je loopt uren, zweet je kapot, en dan zie je ineens dat lichtgroene blad oplichten tussen de bomen. Dat is pure magie.”
De Johannesteijsmannia magnifica: een bijzondere verschijning diepgelegen in het oerwoud van Sarawak in Maleisië. Foto: Eigen foto
Wat ga je nu doen?
„Ik wil weer genieten van het leven en ga terug naar Azië. Een tijdje geleden heb ik een Thaise vriendin leren kennen. We logeerden bij haar familie, die een tuin achter het huis had. Omdat ik veel weet van palmbomen en planten, leerde ik hen hoe ze zaden moeten wassen, voorbehandelen en kiemen.
Ze pakten het zo goed op dat ik een kas heb gebouwd. Inmiddels werken daar acht mensen. Dat vond ik zo leuk dat ik zelf grond heb gekocht, een huis laat bouwen en een grote kas aanleg. Daar ga ik wonen. Ik ben benieuwd wat dat me brengt.
Vanwege het vele reizen en bezoeken van allerlei kwekerijen wereldwijd, ben ik ook gevraagd voor de levering van planten aan verschillende projecten in Saudi Arabië. Zo ben ik benaderd door de kroonprins van Saudi-Arabië, Mohammed bin Salman al-Saoed. Hij vroeg me om te helpen bij The Line, van 170 kilometer lang en slechts 200 meter breed, waar negen miljoen mensen zullen wonen tussen wanden van 500 meter hoog midden in de woestijn, dus over mijn toekomst hoef ik me absoluut geen zorgen te maken.’’
Paspoort
Naam Herbert Riphagen
Geboren 4 november 1969 in Rantepao (Indonesië)
Woont in Dedemsvaart
Opleiding atheneum, Hoger Economisch en Administratief Onderwijs (HEAO)