Jelle Zoetendal is de nieuwe directeur van Stichting Landschapsbeheer Drenthe. Foto: Marcel Jurian de Jong
Jelle Zoetendal (48) was jarenlang wethouder in zijn geboorteplaats Heerenveen, maar sinds 1 oktober is hij directeur van Stichting Landschapsbeheer Drenthe. Een opmerkelijke stap? Niet voor hemzelf. ,,Het ging altijd over deze provincie.”
Het is even zoeken, maar dan heb je ook wat. De werkkamer van Jelle Zoetendal, de nieuwe directeur van Landschapsbeheer Drenthe, bevindt zich op de bovenverdieping van een monumentaal pand in het oudste straatje van Assen. Hij kijkt uit over de tuinen van het Drents Archief en het Ontvangershuis.
In een boom, niet ver van het raam, is een uilenkast geplaatst. De natuur komt hier bijna letterlijk naar binnen vliegen. Een heel contrast voor iemand die zich als wethouder tot voor kort vooral bezighield met jeugdzorg, onderwijs en sport.
Hoe zijn de eerste weken?
„Heel leuk. Dit is voor mij natuurlijk een nieuwe wereld, maar het is mooi om te zien wat er allemaal gebeurt bij Landschapsbeheer Drenthe. En ik val met de neus in de boter, want het is de drukste tijd van het jaar. Veel beheer en onderhoud van het landschap vindt nu plaats.”
Zijn er zaken die u hebben verrast?
„Ik wist dat er ruim 6500 vrijwilligers zijn voor wie wij het werk faciliteren en begeleiden. Maar het is mij echt opgevallen dat zij heel deskundig zijn en veel passie hebben voor het Drentse landschap. Dat is heel mooi om te zien.”
U was bijna twaalf jaar wethouder. In de Friese pers had het over een ‘opmerkelijke overstap’. Snapt u dat?
„Nou, nee. Voor ik wethouder werd, werkte ik voor een ingenieursbureau door heel Noord-Nederland. Ik ken de drie noordelijke provincies best goed en in die zin is deze stap niet opmerkelijk. Als je twaalf jaar ergens rondloopt, denken mensen dat je helemaal vergroeid bent met die plek. Dat wil ik juist voorkomen, omdat je dan niet altijd meer scherp naar de zaken kijkt. Na drie periodes als wethouder was het tijd om wat anders te doen.”
Waarom dan juist deze stap?
„Ik ken het politiek-bestuurlijke spel en zocht een plek waar ik dat kon combineren met mijn achtergrond in de landschapsstudies. Landschapsbeheer Drenthe is in dat opzicht perfect.”
Wat voor opleiding heeft u precies gedaan?
„Ik heb een studie gedaan in de tuin- en landschapsinrichting. Opleidingsboeken en voorbeeldprojecten gingen altijd over Drenthe, omdat deze provincie zo’n mooi en gevarieerd landschap heeft. Het effect van menselijke aanpassingen is daarbij heel interessant. Neem de esdorpen of de veenontginningsgebieden: het is goed om te bekijken welke bijzondere elementen of soorten zich daar bevinden die de moeite waard zijn om te behouden. Dat is ook een van onze doelstellingen en het is voor mij een cadeautje om dit werk in Drenthe te kunnen doen.”
Het effect van menselijke aanpassingen is heel interessant
De oom van Zoetendal nam ooit de familieboerderij over, maar verkocht deze aan It Fryske Gea, de provinciale natuurbeschermingsorganisatie in Friesland. Zoetendal weet dat de belangen van agrariërs en landschapsbeheerders op gespannen voet met elkaar kunnen staan.
Hoe kijkt u aan tegen dat spanningsveld?
„Er wordt vaak een tegenstelling gecreëerd alsof boeren heel ver van de natuur af staan, maar zij werken dagelijks met natuurlijke processen en ik ben ervan overtuigd dat zij in essentie ook zuinig willen zijn op de bodem en het landschap. Het mooie van ons werk is dat wij met de boeren aan tafel kunnen om daarover te praten.”
Heeft u een voorbeeld?
„Op de Hondsrug was een project rond de zeldzame knoflookpad. Het is gelukt om het landschap voor deze soort te herstellen door poelen te maken. Ook zijn door samenwerking met agrariërs plekken op boerenerven gecreëerd waar de knoflookpad beter kan leven. Het is niet zo dat elke hectare natuur moet worden, maar door kleine aanpassingen kun je al een groot verschil maken.”
Waar kan Landschapsbeheer Drenthe nog meer verschil maken dan het nu al doet? Wat zijn de uitdagingen?
„Ik hoor vaak dat vrijwilligers en boeren in Drenthe nog veel meer willen doen aan herstel van het landschap. Wij moeten zo nu en dan nee verkopen omdat we de tijd en menskracht niet hebben om hen daarin te ondersteunen. Nog meer goede mensen aan ons binden, en daar de financiële middelen voor vinden, bijvoorbeeld in Den Haag, is een belangrijke uitdaging voor de komende tijd.”
Jelle Zoetendal blijft voorlopig in Heerenveen wonen, maar wil de provincie Drenthe graag nog veel beter leren kennen. Foto: Marcel Jurian de Jong
Er is ook een grote woningbouwopgave in Drenthe. Wordt de druk op het landschap niet alleen maar hoger?
„Die druk is inderdaad hoog. We zitten met veel mensen in een klein gebied en niet alles kan overal, zoals Johan Remkes al zei in zijn bekende rapport over de stikstofproblematiek. Ook bij woningbouw zouden wij een rol kunnen spelen, bijvoorbeeld door al bij ontwerpen te adviseren over landschap en mee te denken over wat mensen zelf kunnen bijdragen aan het groen in die nieuwe wijken. Beheer wordt vaak vergeten, terwijl het heel verstandig is om iets te bouwen en aan te leggen dat je later zo effectief mogelijk in stand kan houden.”
Blijft u eigenlijk in Heerenveen wonen?
„Ja, voorlopig wel. We hebben kinderen die naar de basisschool gaan in dezelfde wijk en de afstand naar Drenthe is goed te doen. In deze functie leg ik veel bezoeken af, bijvoorbeeld aan gemeentes en provincies; onderweg zijn en kilometers maken horen er nu eenmaal bij.”
Welk element uit het Friese landschap zou u willen meenemen naar Drenthe?
„Jeetje, daar heb ik eigenlijk nooit over nagedacht. Drenthe heeft al heel veel, behalve Waddeneilanden. Die ga je niet krijgen ook, maar de sfeer van de Wadden is heel bijzonder aan Friesland.”
Op welke manier geniet u zelf van de natuur?
„Ik vind het leuk om te wandelen en te fotograferen. Niet als vogelaar die ‘s ochtends vroeg met de verrekijker op pad gaat, maar ik houd van landschappen. Ik moet zeggen dat ik als wethouder weinig tijd had om te fotograferen, dus ik hoop een beetje dat het in deze functie wat vaker gaat lukken. Ondertussen gaat veruit de meeste tijd in de kinderen zitten, met wie ik bijvoorbeeld naar de sport ga.”
Als u van wandelen houdt, zou u het Drenthepad kunnen lopen.
„Oh, dat ken ik nog niet, maar daar ga ik zeker naar kijken. Als afsluiting van mijn wethouderschap heb ik een wandeling gemaakt langs alle 21 dorpen in de gemeente Heerenveen. Je ziet lopend veel meer dan op de fiets of in de auto. Daarom mag ik graag wandelen.”
Hoe zien de komende weken en maanden er voor u uit?
„Ik ga sowieso met onze medewerkers op pad en ik sluit aan bij allerlei overleggen met provincies en gemeenten. Er is veel te zien, dus ik laat mij graag uitnodigen om ergens te komen kijken. Tips zijn dus van harte welkom.”