De politietoren in Assen. Foto: Archief/Marcel Jurian de Jong
Een ontploffing bij de politietoren in Assen, deze week 13 jaar geleden, haalde het landelijke nieuws. Gevangenen moesten hun cellen uit en toen de volgende dag opnieuw een verdachte stof werd gevonden, kon je wel spreken van een explosief weekje in Assen.
Het was in de namiddag van 5 juni 2012 een drukte van belang rond de grote politietoren aan de Balkengracht in Assen. Tientallen mensen die daar aan het werk waren, moesten daarmee stoppen en zo snel mogelijk het gebouw verlaten. Een volledige ontruiming dus.
Even daarvoor had een onderzoeksteam van de politie alarm geslagen. Het team had een stof mee het bureau ingenomen om te analyseren. De stof maakte deel uit van een partij in beslag genomen goederen.
Dagje uit voor gevangenen
Op het bureau ontstond het vermoeden dat het explosief materiaal was. Daarop werd de toren geëvacueerd en de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD) gewaarschuwd. Voor de acht gevangenen die in het cellencomplex verbleven werd het een bijzondere middag, want ook zij moesten naar buiten.
Uiteindelijk werd de stof in speciale bak langs de A28 tot ontploffing gebracht.
„Dat gaf een behoorlijke klap”, tekende Dagblad van het Noorden op uit de mond van een politiewoordvoerder. „Maar dat wil niet zeggen dat de stof zelf explosief was. We weten nog niet wat het was, dat gaan we nu uitzoeken.”
Gelukkig voor alle betrokkenen raakte die dag niemand gewond. Toen bleek dat de EOD minstens enkele uren bezig zou zijn met haar werkzaamheden, werden de acht gevangenen met busjes naar andere cellen in de regio gebracht.
Landelijk nieuws
Nog diezelfde avond was de explosie in Assen landelijk nieuws. Zo berichtte de NOS erover in het late journaal en de volgende morgen repten verschillende landelijke kranten over het voorval.
Het was de eerste keer dat een incident als dit plaatsvond bij de politietoren, die in 2008 in gebruik werd genomen. De politie zelf bleef er rustig onder en liet de volgende dag weten geen aanvullende maatregelen te nemen bij de verwerking van in beslag genomen goederen: „Je ontkomt er niet aan dat er een keer iets tussenzit wat gevaarlijk kan zijn.”
In Dagblad van het Noorden stond twee dagen later opnieuw een bericht over een explosie. Foto: DVHN
Op de dag dat abonnees deze woorden van de politiewoordvoerder in het Dagblad konden lezen, op 7 juni, volgde zowaar een tweede explosie bij het bureau aan de Balkengracht.
Ook dit keer was een stof gevonden in een partij in beslag genomen goederen. Deze stof werd nog dezelfde avond tot ontploffing gebracht. In tegenstelling tot de eerste ontploffing van die week hoefde de politietoren niet geheel ontruimd te worden.
Vaker explosief materiaal op politiebureaus
Door heel Nederland komt het af en toe voor dat politiebureaus ontruimd moeten worden vanwege gevaarlijke stoffen of explosieven die daar binnen komen. Soms is het zelfs zo dat bezoekers te goeder trouw iets meenemen dat gevaarlijk blijkt te zijn.
Zo bracht een man in 2019 een werkende mortierbom uit de Tweede Wereldoorlog mee naar het politiebureau in Hoogeveen. Hij had het explosief gevonden met een metaaldetector en wilde het inleveren.
Eenzelfde situatie deed zich dat jaar voor in Delfzijl, waar een inwoner een onontplofte mijn in een emmertje meenam naar het politiebureau. Beide acties waren goed bedoeld, maar de politie sprak van een levensgevaarlijke situatie.
Een jaar later nam een inwoner van Midden-Groningen een doos met explosief materiaal mee naar het politiebureau in Hoogezand. Het bureau werd uit voorzorg ontruimd en er werd een expert opgetrommeld. Die stelde vast dat de voorwerpen slechts licht explosief en daarmee niet direct gevaarlijk waren.