ACV als algeheel amateurkampioen, misschien wel het beste noordelijke amateurelftal ooit. Foto: Mediahuis
Niemand zal het ooit weten, maar misschien was het ACV van 1978 het beste noordelijk amateurelftal ooit. Jan Mennega en Rolf Veneboer blikken terug op het superjaar waarin de Assenaren alles wonen wat er te winnen viel.
Jan Mennega kan zich 47 jaar na dato niet veel details herinneren van 1978, het jaar waarin de voetballers van ACV alle prijzen naar Assen halen. Maar één ding weet de spits van destijds nog heel goed. „Als we elkaar voor de wedstrijd in de kleedkamer aankeken, wisten we: dit gaan we winnen.”
Mennega en ploeggenoot Rolf Veneboer halen herinneringen op aan 1977/1978, het seizoen waarin de Asser Christelijke Voetbalvereniging de zaterdagtitel, de algehele amateurtitel én de beker wint. Naast ACV zijn er tot nu toe slechts drie clubs die hetzelfde weten te presteren: Zwart Wit ’28, IJsselmeervogels en ASWH. „En”, vult Veneboer fijntjes aan. „We wonnen ook de Trouw Bokaal, Protos Weering in de zaal en we waren de meest scorende ploeg van Nederland.”
Rolf Veneboer (l) tegen Jan Mennega: „Weet je nog hoeveel goals je dat seizoen maakte?” Foto: Mediahuis
De aanvallende linker flankspeler uit Rolde is na zijn lange voetbalcarrière een succesvol trainer op de noordelijke amateurvelden. Mennega – de kopsterke spits - raakt in het seizoen na het topjaar zwaar geblesseerd aan zijn knie en stopt op zijn 26ste noodgedwongen, waarna hij voor deze krant FC Groningen volgt.
Mennega is inmiddels 72 jaar, Veneboer net 70. Hun voetbalcarrière ligt bijna letterlijk een leven lang achter hen. „Er blijven steeds minder mensen over die ons kennen als voetballer”, beseft Veneboer zich. Mennega kwam er laatst eentje tegen. „ACV had toevallig een paar keer achter elkaar verloren. ‘Ga jij weer voetbalschoenen kopen?’, vroeg die man.”
Jan Mennega als levensgevaarlijke aanvaller van ACV. Foto: Mediahuis
Veneboer haalt diverse krantenknipsels uit een tas. „Weet je nog hoeveel goals je dat seizoen maakte?” Zulke details weet Mennega niet meer. „Met twintig goals werd je topscorer in de eerste klasse.” Voor de volledigheid: Veneboer maakt er zelf twaalf, Bert Hooijer tien.
Die drie vormen de dodelijke voorhoede van het ACV van trainer Peter Koetsier. De Norger heeft zoveel kwaliteit in zijn selectie, dat hij feitelijk alleen nog maar een opstelling hoeft te maken. Het middenveld bestaat uit Ronald Manders, Jack Soumeru en Jan Postma, de breker, die als talentvol schaatser ene Eric Heiden eens verslaat. Het centrale verdedigingsduo Jan Schipper en Roelof Koeling wordt geflankeerd door Anne Bultstra en Gerard de Roo, de backs. Sluitpost is Roelof Hoekman.
Jack Soumeru. Foto: Mediahuis
Ze zijn onverslaanbaar dat seizoen. Met het kampioenschap in 1B op zak wordt om de zaterdagtitel de strijd aangeboden met de andere kampioen – Noordwijk, dat in 1A de sterkste is. Het worden zinderende wedstrijden. „Spectaculair”, kijkt Mennega terug. Veneboer: „Na de 1-1 in Noordwijk zouden we het in Assen afmaken.”
Op 3 juni 1978 worden de tribunes van het TT circuit gehaald om de vijfduizend toeschouwers te kunnen bergen. Ze zien een spektakelstuk, waarin zelfs vier goals van ACV (waarvan twee van Mennega) niet genoeg zijn, omdat Hoekman een paar keer een bal verkeerd inschat. Na de 4-4 komt Alie huilend de kleedkamer in om haar man te troosten.
Roelof Hoekman en Roelof Koeling worden op de schouders gehesen na de gewonnen finale tegen Hoogeveen. Foto: Mediahuis
Drie dagen later kopt de krant: ‘De revanche van Hoekman’. In de beslissingswedstrijd in Harderwijk wint ACV met 2-1; Mennega en Schipper scoren. ACV stoomt door naar een ware droomfinale, een Drentse: tegen zondagkampioen vv Hoogeveen, met Yme Boersma en Klaas van der Sleen.
Hoogeveen moet het doen zonder topkeeper Sies Weever, die het met de club niet eens wordt over de financiën. ACV wint zowel uit (1-0) als thuis (2-0). Om het feest compleet te maken verslaan de Assenaren in de bekerfinale het Goudse Jodan Boys met 1-0.
Jan Mennega als spits van ACV. Foto: Mediahuis
„Het was een onvergetelijke tijd, het was het mooiste jaar van mijn voetbalperiode”, vindt Mennega. De spits van het Nederlands amateurelftal staat in de belangstelling van Lierse SK en Vitesse, maar blijft bij ACV. Dat wordt dan geleid door Foppe de Haan. De trainer – zonder naam of staat van dienst - wil van Mennega een ‘lopende spits’ maken, vertelt de Fries hem. ‘Wát een onzin, ik ben een scorende spits’, antwoordt Mennega.
Maar veel goals volgen niet meer; tegen Vroomshoopse Boys scheurt Mennega zijn kruisband. Het betekent het einde van een veelbelovende carrière. „Daar heb ik wel moeite mee gehad.”
Veneboer maakt het jaar met Foppe de Haan wel helemaal mee; ACV wordt weer kampioen, maar verliest de strijd om de zaterdagtitel tegen DOVO, dat met spits Herman Veenendaal een geweldige vrije trappenspecialist aan boord heeft. „Daarna heb ik nog mooie tijden meegemaakt in Emmen en Hoogeveen, maar het werd nooit de supertijd die dit was.”