Emeritus-hoogleraar Dirk Strijker: ,,De Drentsche Aa is een driedubbel kwetsbaar gebied." Foto: Harry Tielman
Hoewel de Drentse lelieteelt zich vooral concentreert in de gemeenten Westerveld en Midden-Drenthe, poppen er ook steeds meer lelievelden elders op. Zo ook in de Drentsche Aa, kwetsbaar natuur- en waterwingebied. Onwenselijk zeggen critici.
Opwinding eerder dit jaar in Anderen en Balloo. Ineens verschenen er lelies op percelen in de buurt. Voor een aantal inwoners van Anderen aanleiding om aan de bel te trekken bij de provincie Drenthe en de gemeente Aa en Hunze. Er werd zelfs een speciale informatieavond belegd voor verontruste omwonenden.
Arnold Tang, inwoner van Gasteren, schreef op zijn beurt een bezorgde brief naar de provincie Drenthe over een lelieveld op nog geen 200 meter van Natura 2000-gebied Balloërveld. Beide percelen met lelies liggen in het gebied Drentsche Aa. Een complex van natuurgebieden met bijzondere flora en fauna. Maar vooral waterwingebied voor de stad Groningen.
‘Grote zorg’
Emeritus-hoogleraar plattelandsontwikkeling Dirk Strijker ziet de lelieteelt in de Drentsche Aa met grote zorg aan. „Ik zie dat de lelieteelt voorzichtig iets opschuift naar het noorden van Drenthe. Dan gaan bij mij alle alarmbellen rinkelen”, aldus Strijker.
Het is immers bekend dat bij de lelieteelt doorgaans meer gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt dan bij andere gewassen. Al werken de Drentse telers er hard aan om de hoeveelheidbestrijdingsmiddelen drastisch te verminderen.
Sierteelt vindt (nog) niet op grote schaal plaats in de Drentsche Aa. In 2024 was 185 hectare bestemd voor bloembollen, waarvan 108 hectare voor de lelies. Het totaal areaal aan lelies in heel Drenthe beslaat 1350 hectare. Maar lelies zijn een rotatiegewas, ze moeten steeds op een ander stuk grond worden gezet. Dus staan ze nu ineens op een veld van 10 hectare bij Anderen, waar voorheen alleen maar mais, uien of bieten werd verbouwd.
Moet je bloembollen wel willen in de Drentsche Aa? Nee, zegt Dirk Strijker beslist. „We zijn in ons drinkwater in behoorlijke mate afhankelijk van het stroomdal Drentsche Aa. Als daar de residuen van gewasbeschermingsmiddelen alleen maar toenemen, hebben we in de toekomst een groot probleem.”
Een perceel met lelies aan de rand van natuurgebied Balloërveld. Foto: Marcel Jurian de Jong
Eerder dit jaar uitte Strijker al zijn bezorgdheid tegenover alle Drentse lelietelers bij een bijeenkomst in Wijster. Strijker was betrokken bij de discussies als adviseur van de stuurgroep van het project Duurzame Bollenteelt Drenthe.
„Ik heb de telers toen gewaarschuwd dat ze in de Drentsche Aa vroeg of laat met forse weerstand te maken zullen krijgen. Niet alleen van de bevolking. Maar ook van het waterbedrijf Groningen en het provinciebestuur in Groningen.”
„Vroeg of laat trekt iemand aan de noodrem”, waarschuwt Dirk Strijker. „De Drentsche Aa is een driedubbel kwetsbaar gebied. Als je daar met olifantslaarzen doorheen dendert, dan roep je de ellende over jezelf af.”
Twee normoverschrijdingen dit jaar
In 2024 waren er tien normoverschrijdingen in het oppervlaktewater van de Drentsche Aa. Voor een groot deel waren dat bestrijdingsmiddelen, afkomstig van de landbouw. Dit jaar werden tot nu toe twee normoverschrijdingen geregistreerd. Dat lijkt mee te vallen. Maar volgens het Uitvoeringsprogramma Oppervlaktewaterwinning Drentsche Aa (UPDA) is per jaar slechts één normoverschrijding aanvaardbaar.
Het jaar 2025 is bovendien nog niet voorbij. Er kunnen nog buitensporige piekvervuilingen in het water bij komen. „Het was tot nu toe een heel droog jaar. Daardoor was het risico op afspoeling van middelen in het oppervlaktewater aanmerkelijk minder”, stelt Leonie Spronk namens het Waterbedrijf Groningen.
Het Waterbedrijf Groningen zuivert het oppervlaktewater uit de bron Drentsche Aa en maakt het geschikt als drinkwater voor de stad Groningen. Foto: Geert Job Sevink
Dirk Strijker meent dat overheden als provincie en gemeenten een actievere rol kunnen nemen als het gaat om bescherming van het drinkwater uit de Drentsche Aa.
„Op dit moment lijkt het allemaal wel hanteerbaar te zijn wat er in het water terechtkomt. Maar zorg dat het niet sterk toeneemt, want het is een kostbare zaak voor de waterbedrijven om die chemische middelen er weer uit te vissen. Die rekening gaat naar de waterdrinkers in de stad Groningen en de burgers die waterschapslasten betalen.”
Extra regelgeving
Strijker vindt dat regionale en lokale overheden moeten kunnen ingrijpen als de lelieteelt in de waterwingebieden toeneemt. Ook een speciale UPDA-adviescommissie wees in 2023 in haar rapport ‘Wie Aa zegt.... ‘ al op de noodzaak van extra regelgeving.
Een teler bezig met het spuiten van een bemester op een lelieveld aan de rand van Anderen. Foto: DvhN
De provincie Drenthe lijkt echter niet voornemens om de lelieteelt in de Drentsche Aa te verbieden. Ook handhaven doet de provincie nu niet. Althans niet uit eigener beweging. Dat bleek uit de woorden van gedeputeerde Gert-Jan Schuinder op 3 september in een commissievergadering.
‘Geen handhavingsverzoek binnengekomen’
,,Er is geen handhavingsverzoek binnengekomen voor lelievelden in de Drentsche Aa. We hoeven daar nu dus niet actief te handhaven.” De BBB-gedeputeerde verwees verder naar de beleidsnotitie Bollenteelt, waarin staat dat pas volgend jaar natuurvergunningen vereist zijn voor de lelieteelt in Drenthe.
Verschillende politieke partijen in het Drents Parlement reageerden kritisch op de passieve houding van GS. Zelfs coalitiepartij PvdA. Statenlid Rudolf Bosch (PvdA) diende opnieuw vragen in over de kwestie. „In het licht bezien van het Adviesrapport UPDA en de uitspraak van de Raad van State over lelievelden nabij een Natura 2000-gebied, zou je deze activiteiten eigenlijk niet moeten willen in de Drentsche Aa”, vindt Bosch.