De vliegende zuster. Dat was in Emmer-Compascuum de bijnaam van de non Joachima die daar in het klooster woonde. Ze fietste veel en vaak wapperde dan haar sluier vrolijk in de wind. Op 20 februari overleed ze, op 97-jarige leeftijd.
Nieuw-Weerdinge, het midden van de jaren veertig. De 19-jarige Greetje Otten heeft haar ouders en broers en zussen iets bijzonders te vertellen. Iets waar ze misschien wel steil van achterover slaan. Ze wil het klooster in. In de Willibrordeskerk van Ter Apel, de kerk waar het gezin iedere zondag trouw de vieringen bezoekt, was haar oog gevallen op een non. De vrouw zat te bidden, intens en eerbieding. Het raakte de jonge Greetje Otten. ‘Dit wil ik ook’, dacht ze. ‘Dit is waar ik mijn leven aan wil wijden.’ Haar familie is verrast, dit hadden ze niet verwacht van de altijd zo levenslustige Greetje. Een paar maanden na haar twintigste verjaardag is ze vertrokken, naar een klooster in Amersfoort. Daar krijgt ze de naam zuster Joachima.
Kap, lang kleed, sluier
Greetje Otten groeide op een in katholiek gezin met tien kinderen, van wie zij de achtste in rij was. Haar vader had een loon- en dorsbedrijf, dat klussen uitvoerde tot ver in de Noordoostpolder. Het bedrijfspand plus de woning stonden op het uiterste puntje van Nieuw-Weerdinge, vlakbij de grens met Ter Apel. Greetje Otten was een vrolijk meisje, dat onder meer opviel omdat ze vaak zong. In de zomer van 1937 werd het gezin getroffen door een drama. Johan Otten, de zeven jaar oudere broer van Greetje, kwam in de loods achter het huis op 18-jarige leeftijd om het leven bij een bedrijfsongeval. Het was de zomer waarin Greetje aan haar laatste jaar op de lagere school begon, om daarna de overstap te maken naar huishoudschool Prinses Marijke in Emmen.
Zuster Joachima tussen haar beide ouders. Foto: Familiecollectie
De plotselinge dood van Johan had een enorme impact, maar leidde er niet toe dat ze haar levenslust kwijtraakte. Haar geloof in God verloor ze evenmin. Net als in de jaren daarvoor bleef ze vol overtuiging naar de vieringen in de Willibrorduskerk gaan. Ambities om het klooster in te gaan toonde ze niet. Dat dit iets voor haar was, ontdekte ze pas toen ze in de kerk die ene kloosterzuster zag bidden. Ze maakte er voor zichzelf meteen een kanttekening bij, zo vertelde ze veel later aan een pastoor. Ze wilde niet precies zo worden als die ene non. Want die zuster ging na de viering en na het gebed naar buiten en groette niemand. Ze keek niet om zich heen en ging helemaal op in zichzelf. Zo’n leven wilde de inwoonster van Nieuw-Weerdinge beslist niet. Als je door het bidden de mensen om je heen vergeet, dan klopt er iets niet.
Dichterbij haar familie
Hoe zij zich in het klooster wilde laten noemen, mocht ze zelf beslissen. Ze koos voor de naam Joachima. „Niet zonder reden. Die naam leek op die van Johan, haar omgekomen broer’’, zegt nicht Siny Groen (67). Het kan bijna niet anders of Greetje Otten moest heel erg wennen in Amersfoort. Opeens moest ze volstrekt andere kleding dragen: een kap, een lang kleed en een sluier. De omgangsvormen waren ook volstrekt anders dan thuis. In dat klooster werd in die tijd niet of nauwelijks met elkaar gesproken. In 1952 legde Greetje Otten, ofwel zuster Joachima, de eeuwige gelofte af. Daarna ging ze aan de slag om huishoudelijke taken te verrichten in een verzorgingshuis in Lage Vuursche. In 1959 werd ze overgeplaatst naar het kloostercomplex in Emmer-Compascuum.
Zuster Joachima was dol op kinderen. Op deze foto staat zij met twee van haar nichtjes Foto: Familiecollectie
„Daar was ze heel blij mee. Opeens was ze weer veel dichterbij haar familie’’, zegt nicht Tineke Schepers-Groen (61). In Emmer-Compascuum was in 1914 een klooster gebouwd dat in de loop der jaren was uitgegroeid tot een groot katholiek bolwerk. De zusters van Onze Lieve Vrouw uit Amersfoort runden er onder meer een lagere school, een huishoudschool en een ulo voor meisjes. Middelbare schoolleerlingen die op enige afstand woonden, bleven de hele week en kregen een plek in pensionaten. Zuster Joachima was geliefd in Emmer-Compascuum. „Ze fietste graag en veel. En dan wapperde de sluier achter haar aan. Om die reden werd ze ook wel de vliegende zuster genoemd’’, glimlacht zuster Johannita (83), die zich vooral verdienstelijk maakte in de keuken.
Gewone kleding
In de loop van de jaren zestig werden de kledingregels voor religieuzen flink versoepeld. Zuster Joachima was er dolblij mee. „Ze was in Emmer-Compascuum een van de eersten die gewone kleding ging dragen, daarin voelde ze zich veel plezieriger’’, zegt zuster Euphemia (99), die in Emmer-Compascuum het kerkorgel bespeelde en muzieklessen gaf. Nicht Siny: „Opeens leek ze een heel andere vrouw. Ze bleek qua uiterlijk erg op mijn moeder te lijken.’’ Het leven van de kloosterzusters ging steeds meer lijken op dat van mensen in de ‘gewone’ maatschappij. Met haar broer Frits en haar zussen Mien en Sientje deed zuster Joachima meerdere keren mee aan de Drentse Fietsvierdaagse en ook reisde ze met grote regelmaat naar de flatwoning van zus Mien in Emmen om daar met broers en zussen te kaarten. Van sjoelen kreeg ze nooit genoeg. Ze verloor bijna nooit en maakte andere kloosterzusters en familieleden enthousiast voor het spel.
Zuster Joachima met haar broer Frits tijdens de Drentse Rijwiel4Daagse. Foto: Familiecollectie
Midden jaren zeventig ging het pensionaat dicht. Het was de periode waarin zuster Joachima kosteres werd van de Sint Willehadeskerk, pal naast het klooster. Bij iedere viering stond ze bij de deur van de kerk om iedereen welkom te heten. In 2001 ging tot haar verdriet ook het klooster in Emmer-Compascuum dicht. De zes nog resterende zusters werden overgeplaatst naar andere kloosters in het land. Zuster Joachima wilde dolgraag in Emmer-Compascuum blijven, desnoods alleen. Maar het hoofdbestuur van haar congregatie, voor wie zij in 1952 de eeuwige belofte aflegde, stond dat niet toe.
Drie zusters met wie zuster Joachima in het klooster woonde. Achter zuster Johannita (links) en zuster Christa. Op de voorgrond zuster Euphemia. Foto: DvhN
Zuster Joachima ging terug naar het klooster in Amersfoort, de plek waar haar leven als non ooit begon. Het was even wennen, maar ze vond ook daar haar draai. Ze kreeg een kamer waar ruimte genoeg was voor haar sjoelbak, ze deed nieuwe contacten op, ging vaak de stad in en geregeld logeerde ze bij familieleden of kwamen familieleden bij haar op bezoek. Dat velen van hen niet (meer) naar de kerk gingen, vond ze jammer. „Toch sprak ze ons daar nooit op aan en veroordeelde het ook niet. Want zo was zij niet’’, zegt neef Willy Groen (59). Met zuster Christa (84) sloot zuster Joachima in Amersfoort een hechte vriendschap. Meerdere keren ging ze met haar met de auto op vakantie, naar het klooster van Denekamp. „Daar hebben we samen nog in de huiskamer gevoetbald, met een plastic bal.’’
Zuster Joachima, zoals zij eruit zag in haar laatste jaren in het Klooster in Amersfoort.
De laatste jaren ging haar gezondheid zichtbaar achteruit. Ze werd steeds minder mobiel en haar leefwereld werd kleiner en kleiner. Op 20 februari overleed ze, op 97-jarige leeftijd. Tijdens de uitvaartdienst werd ze geprezen voor haar bescheidenheid, betrokkenheid en hartelijkheid. „Een vrouw die haar hele leven dichtbij God was gebleven, juist door mensen zo nabij te zijn”, zo sprak een van haar trotse familieleden.