Wanneer kan je beter niet je was ophangen? Of beter geen tuinfeest organiseren? Bewoners willen betere afspraken over gebruik bestrijdingsmiddelen in bollenteelt Aa en Hunze
Bestrijdingsmiddelen voor de bollenteelt verminderen het woongenot van mensen in Aa en Hunze: de stoffen belanden ook in moestuinen, water in beekjes raakt vervuild, buiten zitten tijdens het spuiten is niet prettig. Inwoners van de gemeente dringen daarom aan op betere afspraken.
Een moestuin zit er voor Arie en Ineke van Haeringen uit Nijlande niet in. Een tuinfeest is weleens in het water gevallen. Chemisch water, welteverstaan. Op de akker langs het huis waar het echtpaar al twintig jaar woont, worden steeds vaker lelies, uien en bloembollen geteeld. Het zijn gewassen waar ongezonde stoffen voor worden gebruikt. Arie snapt best waarom de boer hiervoor kiest. Die wil een optimale opbrengst van de hoogrenderende gewassen op zijn peperdure landbouwgrond.
Tussen het huis van Arie en Ineke en de akker ligt een smalle groenstrook. Een stukje land dat het echtpaar een jaar geleden van de vorige eigenaar mocht kopen. De grond waar wilde bloemen groeien, dient als bufferzone. Om te voorkomen dat bestrijdingsmiddelen in hun tuin komen. Maar het is lang niet groot genoeg om dat te voorkomen.
Met raadsvragen stuurt de PvdA van Aa en Hunze aan op een hernieuwing van het bollenconvenant uit 2015 in de gemeente. Een document met afspraken tussen boeren, bewoners en organisaties met afspraken over gebruik van landbouwgif. Burgemeester en wethouders lijken in de beantwoording niet erg happig. Zij vinden toezicht en handhaving op de bollenteelt een taak van de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA). Wel geven de bestuurders aan dat de bollenteelt in de gemeente toeneemt.
Groene industrieterreinen
Vooropgesteld: Arie en Ineke zijn goed te spreken over boer Roy Voortman, die het land ruim een jaar geleden kocht. Hij doet zijn best om overlast te beperken, probeert op een nette manier zijn zaken te regelen, houdt zijn land en de straten netjes en schoon. Ook verving hij, op verzoek van het echtpaar, de luide dieselgenerator die nodig was voor beregening door een stille, elektrisch aangedreven, ondergrondse pomp.
Maar als je ze vraagt wat ze vinden van de teelt, dan zijn ze duidelijk: in de gewasbeschermingsmiddelen zitten giftige middelen die slecht zijn voor de gezondheid en die de biodiversiteit om zeep helpen. Het grond- en drinkwater raakt vervuild, de bodem raakt uitgeput en mooie landschappen veranderen in ‘groene industrieterreinen’. Dat alles gebeurt met subsidies waar de belastingbetaler voor opdraait. En ja, het gif leidt ook tot verminderd woongenot.
Het zou volgens Arie daarom goed zijn als er een nieuw convenant kwam tussen boeren en hun buren. In 2015 had de gemeente Aa en Hunze al een tweejarig convenant over bollenteelt met landbouw- en bloembollenorganisaties. Dat convenant stierf een stille dood en sindsdien is er niets voor in de plaats gekomen. Zelfs geen evaluatie.
Heldere afspraken
Dat moet anders, vindt Arie. „Het buitengebied is voor landbouw, bewoning, recreatie en natuur. Je zult mij niet horen zeggen dat je hier niks mag doen. Maar als je het spuiten van gif toelaat, maak dan een convenant met goede afspraken en maak die bindend. Want er wonen hier ook mensen.”
In zo’n document zou je bijvoorbeeld kunnen opnemen dat er een spuitvrije strook moet zitten tussen bebouwing en akkers met bollenteelt. Dat omwonenden op de hoogte worden gesteld voordat er wordt gespoten. En dat de boer alleen mag spuiten als de wind van de bebouwing afstaat. Ook zou het helpen als het transparanter is wat er nou precies over de akker gaat.
Geen biologische tuin
De overbuurman, die niet met zijn naam in de krant wil, is ook geen fan van de lelieteelt in het esdorpenlandschap van de Drentse Aa-gebied. „Dat gif is niet prettig. Zo simpel is het. Mijn vrouw wilde graag een biologische groentetuin, maar dat kan niet meer.” Al geeft hij toe: er zitten nog wel altijd rupsen op. Zó giftig zijn de plantjes niet.
Overleg met iedereen gaat niet
De boer van het gebied, Roy Voortman uit Smilde zou best aan zo’n convenant willen meewerken. „Maar het is ondoenlijk om elke werkzaamheid met iedereen te overleggen.” Voortman doet zijn best om de bewoners te betrekken. „Als er ergens was hangt en ik ga spuiten dan stap ik altijd uit en bel even aan. Je hebt er niks aan als je elkaar tegenwerkt.”
Voortman wil ook benadrukken: bewoners zien misschien wel vaker dan vroeger een veldspuit, maar dat komt omdat er met kleinere doseringen wordt gewerkt. „Werd er eerst in één keer 1 kilo aan bestrijdingsmiddelen gebruikt, dan is dat nu tien keer 100 gram. Beter voor de plant en minder uitspoeling in de bodem.” Daarnaast is het niet altijd een bestrijdingsmiddel, maar ook regelmatig een meststof.
Niet onze taak
Bollenteelt is op meer plekken een omstreden onderwerp.In de gemeente Westerveld is de lelieteelt al jaren een splijtzwam, waarbij een groep inwoners zich niet gehoord voelt. Henk Santes, het PvdA-raadslid dat vragen stelde over de bollen, wil het onderwerp ook in zijn gemeente op de politieke agenda. Hij hekelt het feit dat het college de zaak van zich afschuift als ‘niet onze taak’. „We kunnen hier niet voor wegduiken; we krijgen steeds meer bollenteelt. De gevaren van het spuiten zijn bekend. Laat de gevoelens daarover niet broeien, maar voer er als gemeente een open discussie over.”
Ook hoopt raadslid Santes dat B en W een overzicht kunnen geven van het aantal hectares bollenvelden in de gemeente. Maar volgens boer Voortman kun je moeilijk spreken van ‘bollenvelden’. Hij rouleert bijvoorbeeld zijn lelieplant over verschillende akkers tussen Deurze en Nijlande, waarbij ze soms ook een paar jaar kunnen ontbreken.