Jan van Beveren de beste en meest stijlvolle keeper die Nederland ooit heeft gehad. Oud-ploeggenoten van VV Emmen:
'Zo’n doelman wordt maar eens in de zoveel jaar geboren'
Jaap Verhoef, Wim van den Heuvel, Bert Oldenburger en Jan Timmer (v.l.n.r.) bij het schilderij van Jan van Beveren in de kantine van amateurclub Emmen. Zij werden in 1965 met de legendarische keeper kampioen. Foto: Jan Anninga
Zaterdag is het precies tien jaar geleden dat de legendarische keeper Jan van Beveren overleed. Hij begon zijn loopbaan bij Emmen, waarmee hij in 1965 noordelijk kampioen werd bij de zondagamateurs. Vier teamgenoten van toen halen herinneringen op aan, volgens velen, de beste en meest stijlvolle keeper die Nederland ooit heeft gehad.
Bert Oldenburger (75) uit Exloo denkt er nog altijd met plezier aan terug, de wedstrijd FC Groningen-PSV in 1971. Hij slaagde erin om PSV-doelman Jan Beveren met een lob van zo’n 35 meter afstand te verschalken. Na afloop stond de nieuwe linkerspits van FC Groningen met een stralend gezicht de pers te woord. Hij vertelde over zijn periode bij amateurclub Emmen, waarin hij teamgenoot was van Van Beveren. ,,Jan was toen ook al geweldig. Hard schieten op trainingen had geen enkele zin. Jan pakte alles. Er was maar één manier om hem te passeren. Dat was wachten tot hij uit zijn doel kwam en dan met een boogballetje zuiver richten. Toen ik vanmiddag schoot, wist ik al dat het een doelpunt zou worden.’’
Jan van Beveren is de meest succesvolle speler die Emmen heeft voortgebracht. Hij werd met PSV drie keer landskampioen en ook won hij met met de Eindhovenaren de UEFA-cup en de KNVB-beker. Welgeteld 32 keer stond hij voor het Nederlands elftal tussen de palen. ,,Hij had veel meer interlands moeten spelen. Maar ja, Jan botste met Johan Cruijff en die had het op het hoofdkwartier van de KNVB in Zeist voor het zeggen. Doodzonde dat het zo is gelopen. Was Jan gewoon keeper van Oranje gebleven, dan was Nederland in 1974 en 1978 wereldkampioen geworden’’, zegt Oldenburger. Wim van den Heuvel (83), eveneens oud-teamgenoot van Van Beveren bij Emmen: ,,Zo’n keeper wordt maar eens in de zoveel jaren geboren. Hij had alles mee: lenigheid, reactievermogen, springkracht en een geweldige drive. Het was gewoon een genot om naar te kijken.’’
Vader Wil deed mee aan Olympische Spelen
Jan van Beveren woonde van zijn tiende tot zijn zeventiende in Emmen. Hij belandde in Zuidoost-Drenthe, doordat zijn vader Wil in 1958 chef-sport werd van de Emmer Courant. In de jaren daarvoor woonde het gezin in Amsterdam. Jan van Beveren was de middelste van drie kinderen. Zijn oudere broer heette Wil en werd ook wel Wilke of Willeke genoemd. Jaap was de jongste in het gezin, een nakomertje. Zowel vader als moeder had op sportgebied opvallende prestaties geleverd. Vader Wil was drievoudig Nederlands kampioen sprint en deed in 1936 mee aan de Olympische Spelen, moeder Geert speelde geruime tijd in het eerste team van de Amsterdamse hockeyclub Hurley en was Noord-Hollands kampioen verspringen.
Het kampioenselftal van Emmen in 1965. Achter (vlnr): Trainer Arie Otten, Jaap Verhoef, Wim Bergmeester, Herman Scholten, Wim van den Heuvel, Jan Dekker, Wiebe Derks. Voor (vlnr): Jan Timmer, Jan Rossing, Jan van Beveren, Gezienus Timmer, Wilke van Beveren, Bert Oldenburger. Foto: Hennie Kroon
Na de verhuizing naar Emmen duurde het niet lang of de twee oudste zoons van het gezin meldden zich bij amateurvoetbalclub Emmen. ,,Opeens deden twee uit Amsterdam afkomstige jongens mee met de training. Ze maakten meteen indruk’’, zegt Jan Timmer (75), destijds jeugdspeler bij Emmen. Van de twee nieuwkomers manifesteerde veldspeler Wil van Beveren zich verbaal gezien het meest. ,,Jan, die wat jonger was, was vrij rustig.’’ Aan zelfvertrouwen en eerzucht had de jonge keeper evenwel geen gebrek. Hij was overtuigd van zijn kwaliteiten en schroomde niet om te melden dat hij beter was dan de oudere jeugdkeepers van de club. Oldenburger: ,,Hij had van die keepers ook verreweg het meeste talent. Maar zijn broer was ook top, hoor. Maar hij had niet de gedrevenheid van Jan.’’
Een team met vrijwel louter tieners en jonge twintigers
In april 1964 werd de toen net 16-jarige Jan van Beveren de vaste keeper van het eerste elftal van Emmen. De club, die voetbalde op het sportpark aan de Kerkhoflaan vlak bij het Emmer centrum, speelde in de eerste klasse C. ,,Dat was het hoogste niveau bij de zondagamateurs. Je had in die tijd op dat niveau zes competities in de eerste klasse op zondag, elk in een bepaald deel van het land’’, verduidelijkt Jaap Verhoef (78), toenmalig middenvelder van het eerste team. Met een opvallend jonge selectie ging trainer Arie Otten het seizoen 1964-1965 in. Op de 36-jarige stopper-spil Gezinus Timmer na bestond de ploeg uit louter tieners en twintigers. Jan van Beveren was met zijn 16 jaar de jongste, zijn ruim twee jaar oudere broer Wil was ook nog een tiener. Al vroeg in de competitie bleek Emmen een serieuze kandidaat voor de titel.
Jan Timmer haalt een oud krantenartikel tevoorschijn, een wedstrijdverslag van een uitduel tegen WVV uit Winschoten. Zijn directe tegenstander in dat duel was ene Jan Mulder, de latere prof van Anderlecht en Ajax. De Winschoters kwamen er niet aan te pas en verloren met 1-4. ‘Emmens doelpuntenmachine draaide op volle toeren’, kopte de Emmer Courant de dag daarna. Met daaronder de tekst ‘Keeper Jan van Beveren in grootse vorm’. ,,Zoiets stond er dat seizoen wel vaker in over onze keeper’’, zegt de voormalig rechtsback. Oldenburger: ,,Hij viel niet alleen op door ballen tegen te houden, maar ook door de manier waarop hij dat deed. Met souplesse en uitstraling. Hij hield ook wel van een beetje show. Bij een schot stapte hij soms een stukje de verkeerde kant op om vervolgens een mooie zweefduik te kunnen maken.’’
Op tijd naar huis, want volgende dag was er eindexamen
Emmen eindigde met Zwaagswesteinde bovenaan en won in Hoogezand voor tienduizend toeschouwers de beslissingswedstrijd met 2 -1. Wil van Beveren maakte beide doelpunten. Met zo’n twintig bussen met supporters reed de selectie terug naar Emmen, waar in horecabedrijf Grevink het feest werd voortgezet. Jan van Beveren maakte het festijn maar gedeeltelijk mee. Hij mocht het niet te laat maken van zijn ouders omdat hij de volgende dag eindexamen moest doen. De prestaties van de beide broers Van Beveren bleven uiteraard niet onopgemerkt. Even leek het erop dat ze samen naar Go Ahead Eagles in Deventer zouden gaan, maar uiteindelijk ging Wil naar Sparta in Rotterdam en bleef Jan bij Emmen.
Jan van Beveren na de winst op Roda JC in de KNVB-bekerfinale van 1976. Links zijn ploeggenoot Adrie van Kraaij. Foto: ANP
De vreugde bij Emmen over een langer verblijf van de talentvolle keeper zou niet lang duren. Voordat de competitie begon, zat Jan in de trein naar Rotterdam. Boos op Emmen, op weg naar zijn oudere broer. Hoe kon het zover komen? Dat had alles te maken met een handblessure die Van Beveren opliep bij een oefenduel in de voorbereiding. Hij kon hierdoor een aantal weken niet keepen en zijn plek werd ingenomen door Jan Poelman uit Erica, doelman van het tweede. Van Beveren kon niet wachten tot hij weer onder de lat kon staan, haalde na enige tijd het gips van zijn hand en meldde zich bij trainer Otten. Die vond dat de Emmenaar eerst wedstrijdritme op moest doen in het tweede team en hij werd daarbij gesteund door het bestuur.
‘Binnen twee jaar na vertrek bij Emmen is hij international’
Oud-ploeggenoot Wim van den Heuvel: ,,De opstelling van de trainer en het bestuur was volstrekt logisch. Ook een supertalent kan na een blessure niet meteen zijn plek opeisen. Was-ie weer fit, dan was Van Beveren zonder twijfel weer de eerste keeper geworden. Poelman was ook een uitstekende doelman, maar niet van het kaliber van Van Beveren. Maar ja, Jan had geen geduld.’’ De gekrenkte Van Beveren bedankte als lid van Emmen en vroeg bij Sparta of hij daar mocht trainen. Verhoef: ,,Natuurlijk waren wij verrast. We wisten dat hij een keer zou vertrekken naar een profclub, maar niet dat het op deze termijn en op deze manier zou gebeuren.’’
Jan van Beveren (links) begroet trainer Ernst Happel in 1977. In het midden Willem van Hanegem. Foto: Collectie Anefo
Jan Timmer: ,,Toen hij vertrok, heb ik gezegd dat hij binnen twee jaar international zou zijn. En dat was ook zo.’’ Wim van den Heuvel: ,,Zijn debuut in Oranje was in 1967. In De Kuip, tegen de Sovjet-Unie. Jan was nog maar negentien. Ik ben er met Jan zijn ouders en zijn broer Wil naartoe gegaan. Na afloop zag ik dat meerdere bekende voetbaltrainers uit die tijd met elkaar stonden te praten. Een van hen was Wiel Coerver. Hij zei: ‘Let op mijn woorden, de eerst komende tien jaar staat er geen andere keeper dan Jan van Beveren in het doel van het Nederlands elftal.’ Ik hoopte dat hij gelijk had, maar uiteindelijk liep het allemaal anders.’’
Bij 75-jarig bestaan VV Emmen weer even terug onder de lat
Uiteindelijk zou Van Beveren, die in 1970 van Sparta naar PSV verkaste, ‘maar’ 32 interlands spelen. Bij het Nederlands elftal botste hij met het dominante duo Rinus Michels/Johan Cruijff en tussen de oud-Emmenaar en Oranje kwam het nooit meer helemaal goed. In 1980 verhuisde Van Beveren naar Amerika. Daar speelde hij voor Fort Lauderdale Strikers en later de Dallas Sidekicks. Daarnaast had hij een postzegelhandel en werkte hij als (keepers)trainer bij meerdere voetbalclubs. In 2000, het jaar waarin VV Emmen haar 75-jarig bestaan vierde, was Van Beveren met zichtbaar plezier weer even terug bij zijn eerste club. Hij trok zijn keeperskleren aan, stond onder de lat bij een jubileumwedstrijd en haalde met oud-ploeggenoten herinneringen op.
Jan van Beveren in 2000, bij de viering van het 75-jarig bestaan van VV Emmen. Na al die jaren weinig aan stijl ingeboet. Foto: Jan Anninga
Op 26 juni 2011 overleed Van Beveren aan een hartstilstand in het Amerikaanse Beaumond. In Emmen, de plaats waar hij begon met voetbal en zijn eerste successen behaalde, volgde jaren later een passend eerbetoon. Zijn broers Wil en Jaap onthulden in de kantine van zijn eerste club een schilderij met daarop de afbeelding van de voormalig topkeeper. Enige tijd daarvoor had de profclub FC Emmen al een tribune naar hem vernoemd. Van den Heuvel: ,,Het is allemaal al zo lang geleden, maar Van Beveren spreekt nog altijd tot de verbeelding. Nog altijd zijn er mensen die tegen mij zeggen: ‘Hé Wim, jij hebt toch nog met Jan van Beveren gevoetbald? Dat geeft wel aan hoe groot hij was. Ik heb daarna ook nooit een betere keeper gezien. Ik zei het je al eerder, zo’n talent wordt maar een keer in de zoveel jaar geboren.’’