De eerste windmolen aan de Drentse Mondenweg. Foto: Marcel Jurian de Jong
Het licht staat op groen voor de bouw van windpark Drentse Monden en Oostermoer. Vijf vragen over de turbines en de LOFAR-telescoop.
Minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat heeft het licht op groen gezet voor de bouw van windpark Drentse Monden en Oostermoer. De installatie van de nog te plaatsen 44 van de in totaal 45 turbines begint volgens turbinebouwer Nordex in het tweede deel van 2020.
De initiatiefnemers zijn blij dat het park gebouwd kan worden en dat alle turbines naar verwachting in 2021 kunnen draaien. Ze moeten wel jaarlijks meerdere keren hun 45 turbines stil zetten. Vijftig ‘korte’ blokken van twaalf uur, verspreid over de vier seizoenen, en zes ‘lange’ blokken van 24 uur. Dat is noodzakelijk, omdat de draaiende turbines wel degelijk voor elektromagnetische straling (ruis) zorgen en daarmee de antennes van radiotelescoop LOFAR verstoren. Indien de turbines tijdens een zogenoemd stilstandblok tóch draaien, moeten de initiatiefnemers 25.000 euro boete betalen aan wetenschappelijk instituut Astron, eigenaar van LOFAR.
Het Agentschap Telecom controleert en reguleert in ons land het gebruik van radiofrequenties en zal toezien op het naleven van de in een convenant vastgelegde afspraken tussen Astron en de windboeren.
Ja, daarvoor moeten we even terug in de geschiedenis. De wetenschappers van Astron hebben jaren geleden hard hun best gedaan om het ministerie van EZ aan het verstand te krijgen dat het bouwen van een windpark naast LOFAR geen goed besluit was. Op zijn minst een met verstrekkende gevolgen. LOFAR, uniek in de wereld, zoekt in verre uithoeken van het heelal naar antwoorden op fundamentele wetenschappelijke vragen en bestaat uit een web van duizenden bijna manshoge antennes verspreid over Europa. De kern staat in de Veenkoloniën.
Dat het windpark wel mag worden gebouwd, is omdat minister Wiebes zijn voorganger Henk Kamp in 2016 tegen Astron en de initiatiefnemers van het park zei dat ze er samen uit móesten komen. Astron heeft in wetenschappelijk onderzoek naar het verre heelal moeten schrappen en in een convenant werd vastgelegd tot welke mate de turbines ‘ruis’ mochten veroorzaken.
Die restricties zijn overigens blijvend. Verder onderzoek is niet nodig. De turbines zullen nooit alle dagen van het jaar mogen draaien.
Klopt, maar daar hebben de initiatiefnemers rekening mee gehouden, zegt windparkdirecteur Wim Wolters. Wel hebben de Drentse windboeren en hun partner Raedthuys flink moeten betalen voor een windturbine die heel weinig radiostraling produceert. Dat dat uiteindelijk is gelukt, is een knap staaltje technische innovatie van de Duitse bouwer Nordex en de andere partijen die betrokken zijn geweest bij de ontwikkeling van de unieke turbine.
Nee, ‘blij’ is niet de term die Astron-directeur Marco de Vos zal gebruiken. LOFAR zal nooit meer zonder storing naar het heelal kunnen kijken. Overigens komt dat niet alleen door de windturbines. Ook digital audio broadcasting (DAB+ radio) zorgt er voor dat LOFAR steeds meer last heeft van ‘ruis’.
De wieken van de turbines fungeren straks als een soort spiegels die dit soort ruis reflecteren, ruis die door andere bronnen dan de turbines wordt veroorzaakt. Met die verstoring krijgt LOFAR ook te maken en daarover is tot spijt van Astron niets in het convenant opgenomen. Economische Zaken zette veel tijdsdruk op de ondertekening van het convenant en bovendien was in 2016 weinig tot niets bekend over de mate waarin windmolens de lange radiogolven die LOFAR waarneemt weerkaatsen.
Je kunt je blijven afvragen hoe het mogelijk is dat een grootschalig windpark pal naast een wereldwijd unieke radiotelescoop mocht worden gebouwd, maar bij Astron hebben ze van de nood min of meer iets van een deugd gemaakt. Hun aanpassingsvermogen zorgt voor nieuwe wetenschappelijke en technische vondsten en inzichten, zegt De Vos.