Jan van Beveren keepte 32 wedstrijden in het Nederlands elftal. Foto: Rob Mieremet/Anefo
De beste speler die Emmen ooit heeft gehad? Dat is Jan van Beveren, de voormalig keeper van het Nederlands elftal, PSV en Sparta. Op 5 maart zou hij 75 jaar zijn geworden. Daarom verschijnt er een nieuwe biografie over hem, de complexe wonderkeeper op jacht naar erkening.
Ga naar het buitenland, zoek een kenner van het internationale voetbal en begin te vertellen over Jan van Beveren. De kans is groot dat hij of zij niet weet over wie je het hebt. En dat terwijl Van Beveren volgens velen de beste en meest stijlvolle keeper was die ons land ooit heeft gekend. ,,Hij was beter dan Edwin van der Sar, beter dan Hans van Breukelen’’, zegt Ruud Doevendans (57) uit het Gelderse Duiven. ,,Kijk je naar zijn kwaliteiten en uitstraling, dan hoort hij op een lijstje thuis tussen legendarische doelmannen als Lev Jasjin, Gordon Banks en Dino Zoff.’’
Toch staat Van Beveren daar niet tussen. ,,En dat is even onterecht als verklaarbaar’’, zegt Doevendans. ,,Van Beveren was een geweldige keeper. Een uniek talent dat de meest onmogelijke reddingen verrichtte. Maar helaas heeft hij lang niet alles uit zijn mogelijkheden gehaald. Hij speelde 32 interlands, maar dat hadden er gezien zijn capaciteiten veel meer moeten zijn. Hij keepte in de jaren zeventig, de periode waarin Nederland furore maakte op de WK’s in West-Duitsland en Argentinië. Maar Van Beveren was daar niet bij. Tja, en dan kom je niet in een overzicht met internationale topkeepers terecht.’’
Emmen
Klem. Zo heette de biografie die Doevendans in 2007 uitbracht over Van Beveren. Dit weekend verschijnt er van zijn hand een nieuw boek over de keeper, die in 2011 aan een hartstilstand overleed. Aanleiding: de voormalige goalie zou op 5 maart 75 jaar zijn geworden. Het boek telt bijna 500 pagina’s en is daarmee een stuk dikker dan Klem. ,,Zijn complexe karakter krijgt in dit boek meer aandacht, net als zijn beginjaren als keeper en zijn jaren in de Verenigde Staten. Ik maakte gebruik van krantenarchieven waar ik in de periode voor Klem nog niet de beschikking over had. Ook sprak ik mensen die ik nog niet eerder interviewde, ook uit zijn jaren bij Emmen.’’
Jan van Beveren tijdens een jubileumwedstrijd van Emmen in augustus 2000. Foto: Jan Anninga
Jan van Beveren werd geboren in Amsterdam en woonde van zijn tiende tot zijn zeventiende in Emmen. Hij belandde in Zuidoost-Drenthe doordat zijn vader Wil in 1958 chef-sport werd van de Emmer Courant. Niet lang na de verhuizing meldde de jonge Jan zich als keeper bij voetbalvereniging Emmen. De jonge doelman was even talentvol als eerzuchtig, schroomde niet om te melden dat hij meer in zijn mars had dan de oudere jeugdkeepers van de club. Dat had hij ook, op zijn veertiende debuteerde hij in het eerste team en in april 1964 werd hij de vaste eerste doelman. Jan van Beveren was toen net zestien jaar oud.
Zwart of wit
Met Van Beveren geregeld in een glansrol werd Emmen in 1965 noordelijk kampioen bij de zondagamateurs. Kort daarna stapte hij op. Gekrenkt. Hij had in de voorbereiding van het nieuwe seizoen een handblessure opgelopen, verwijderde na enkele weken zelf het gips en zei tegen de trainer dat hij wel weer kon keepen. Die antwoordde dat Van Beveren eerst wedstrijdritme op moest doen in het tweede elftal. Dit was tegen het zere been. Van Beveren leverde zijn spullen in en stapte in de trein om naar Rotterdam te gaan. Daar speelde sinds kort zijn oudere broer Wil(ke) bij profclub Sparta.
Jan van Beveren met René van de Kerkhof en de Portugese stervoetballer Eusébio. Foto: Anefo/Bert Verhoeff
Biograaf Doevendans: ,,Als je spreekt met mensen die Van Beveren langere tijd van dichtbij hebben meegemaakt, dan hoor je verhalen over een joviale en vriendelijke man. Maar hij was ook iemand met een moeilijk karakter. Als hij het gevoel had dat zijn eer op het spel stond, dan was hij buitengewoon rechtlijnig.’’ Jaap van Beveren (68), de in Klijndijk woonachtige jongste broer van de keeper, beaamt dat. ,,Bij Jan was het zwart of wit. Het grijze gebied daartussen, daar was hij niet zo van.’’ Bij Emmen waren ze verbaasd over het plotselinge vertrek van Van Beveren. Ze gingen er wel van uit dat hij een keer zou vertrekken naar een profclub, maar niet op deze termijn en ook niet op deze manier.
Cruijff
Bij profclub Sparta mocht de goalie meetrainen en wreven ze zich al snel in de handen. Met Van Beveren hadden de Rotterdammers een supertalent in de schoot geworpen gekregen. In 1967 werd hij de vaste eerste keeper en ook in dat jaar debuteerde hij in het Nederlands elftal. In 1970 volgde de overstap naar PSV, waar hij zijn grootste successen behaalde. In tien jaar tijd werd de oud-Emmenaar drie keer landskampioen en ook won hij met de Eindhovenaren de UEFA-cup en de KNVB-beker. De belevenissen met Oranje waren minder glorieus. Van Beveren speelde ‘maar’ 32 interlands en ontbrak op de WK’s van 1974 en 1978 waarin Nederland de finale haalde.
Jan van Beveren met ploeggenoot Adrie van Kraaij na het winnen van de KNVB-beker met PSV. Foto: ANP
Doevendans: ,,De rechtlijnige Van Beveren ging bij Oranje een strijd aan die hij niet kon winnen. Hij kon maar moeilijk met Cruijff door één deur en wilde zich niet neerleggen bij de voorkeursbehandeling die Cruijff bij het Nederlands elftal kreeg. De ergernissen begonnen al in de periode waarin Van Beveren nog bij Sparta speelde. Voor hem was het Nederlands team hét podium om zich internationaal gezien in de kijker te spelen, maar voor meerdere vedetten, onder wie Cruijff, leek Oranje maar bijzaak. Meermaals werd afgezegd, vanwege financiële akkefietjes of privébelangen. Van Beveren maakte van zijn ergernissen geen geheim en sprak publiekelijk over een ‘ongeorganiseerd zooitje’.’’
Eigen wetten
Later, voor het WK van 1974, verzette Van Beveren zich tegen een in zijn ogen oneerlijke verdeling van sponsorgelden onder de spelers. Hij was op dat moment geblesseerd en trainde hard om op tijd weer fit te zijn. ,,Hij had dat toernooi kunnen spelen. Maar de blessure kwam bondscoach Rinus Michels, die op de hand was van Cruijff, goed uit om Van Beveren niet te selecteren. In 1975 raakte Van Beveren bij Oranje opnieuw in conflict met Cruijff en enkele Ajacieden en stapte hij samen met PSV-spits Willy van der Kuijlen op bij Oranje. Later stelde hij zich op verzoek van bondscoach Jan Zwartkruis beschikbaar voor het WK van 1978. Van Beveren verkeerde in grote vorm, maar werd tot zijn verbijstering in de aanloop naar dat toernooi steeds reserve gezet. Hij had genoeg gezien en trok zich terug.’’
Jan van Beveren begroet bondscoach Ernst Happel. Op de achtergrond Willem van Hanegem. Foto: Han Peters/Anefo
In 1980 verhuisde de veelbesproken goalie naar Amerika. Daar speelde hij voor Fort Lauderdale Strikers en later de Dallas Sidekicks. Daarnaast had hij een postzegelhandel en werkte hij als (keepers)trainer bij meerdere voetbalclubs. Doevendans: ,,Denk ik aan Van Beveren, dan denk ik aan zijn geweldige talent, maar tegelijkertijd ook aan de tragiek van zijn loopbaan. Doordat hij er niet mee om kon gaan dat de groep om Cruijff zijn eigen wetten kon bepalen, is Van Beveren veel moois misgelopen. Of Nederland met hem op de goal in 1974 en 1978 wereldkampioen was geworden? Veel mensen zeggen van wel, maar dat weet je natuurlijk nooit. Maar één ding staat wel vast: de beste keeper zat thuis en stond niet tussen de palen.’’