Hans Dekker op het Dwingelderveld bij Kraloo Foto: Marcel Jurian de Jong
Je moet misschien even zoeken, maar in het Oude Diepdal bij Drijber ziet het in deze tijd op sommige plekken paars van de orchideeën. Veelal rietorchissen, maar ook de zeldzame harlekijn, die er sinds acht jaar weer bloeit. Een ecoloog bracht de uitgestorven plant terug.
Hoe krijg je een zeldzame, verdwenen plant terug op een plek waar die decennia heeft gebloeid? Je zou simpelweg kunnen wachten, want ergens diep in de grond zitten nog sporen. Het nadeel: het kan decennia duren voordat zaden weer ontkiemen, en dat gebeurt alleen bij de perfecte omstandigheden.
Meerdere harlekijnen bloeien bij het Oude Diep bij Drijber. Foto: Hans Dekker
Provincie-ecoloog Hans Dekker wilde daar niet op wachten. Hij kwam erachter dat het beekdal achter Hoogeveen in de jaren zestig enorm rijk was aan flora en fauna. „Een oude bioloog gaf me een lijstje met planten die hij hier vroeger massaal zag groeien en nu niet meer.” Een van die planten was de paarse harlekijn.
Die ga ik terugbrengen, nam Dekker zich in 2014 voor. Het Oude Diepdal werd net daarvoor opgeknapt door het Drents Landschap, waardoor mineraalrijk kwelwater het er weer voor het zeggen kreeg. Dekker belde naar zijn kennissen van Natuurmonumenten op Texel, een van de weinige plekken waar de orchidee in Nederland nog wil groeien dankzij de mineraalrijke duinen. Niet veel later kreeg Dekker met de post een envelop vol met zaadrijke plantenstengels.
Bloemen van de orchidee. Foto: Hans Dekker
Twintig satéprikkers
Het volgende probleem diende zich aan: hoe laat je die stengels op natuurlijke manier rijpen, zodat het zaad vanzelf in de bodem kan vallen? Dekker verzon een list. Hij nam een zak satéprikkers mee, zette de zaadstengels erop en stak die prikkers in de bodem van het Oude Diepdal. Hij bekeek zijn potsierlijke actie – de twintig satéstokjes in de grond – en vroeg zich af: gaat dit ooit werken?
Antwoord: ja. Het werkte als een trein. Na drie jaar kwamen de eerste vier orchideeën op. Daarna ging het harder. Vorig jaar stonden er 64 harlekijnen. „Hij duikt in de verdere omgeving her en der op. Dat is een goed teken. Als er niks tot bloei was gekomen, was de natuur in het beekdal nog niet goed hersteld.”
De opkomst van de orchidee was voor het eerst in vele jaren in Drenthe. De plant verdween tussen 1940 en 1960 als sneeuw voor de zon uit beekdalen van onder meer Drentse Aa, Drostendiep, Diependal en het dal van het Schoonebekerdiep. Het landschap werd efficiënt ingericht tijdens de ruilverkaveling. Beekjes rechtgetrokken, grasland drooggepompt, hooilandjes verdwenen.
„De harlekijn is de eerste die verdwijnt als er iets verandert”, zegt Dekker. „Zorg je voor minder slootjes, dan is-ie weg. Meer stikstof in de lucht: weg. Meer mest in de omgeving: weg.” Zo verdween de harlekijn uit vrijwel alle zandrijke gebieden in heel Nederland. Dekker: „We hebben het Nederlandse milieu verarmd door optimalisatie van de landbouw.”
Nut van harlekijn
De harlekijn is een zogeheten ‘indicatiesoort’. Dekker: „Als je alleen nog algemene soorten ziet zoals braamstruiken, brandnetels of gras, weet je dat het met de natuur niet al te best gesteld is. Meer soorten, betekent betere balans. Als het harlekijntje terugkomt, weet je dat je op de goede weg bent.”
Er is wat Dekker betreft nog een reden om de paarse lieflijkheid te koesteren. „We houden als mensen toch ook gewoon van die variatie in de natuur? De harlekijn voegt iets toe aan het palet.”
Als je goed kijkt, spot je de paarse zeldzaamheid. Foto: Hans Dekker