Historici Renske van Dongen en Niek Hemmen in de studiezaal van het Drents Archief in Assen. Foto: Marcel Jurian de Jong
Over het dagelijks leven van vrouwen in Drenthe is nog niet veel bekend. Dat geldt ook voor de Drentse banden met de slavernij. Daar willen jonge onderzoekers Renske van Donk en Niek Hemmen van het Drents Archief verandering in brengen.
‘Dadelijk in ’t begin van het jaar 1929 werd een beroep gedaan op de Commissie ten behoeve van het gezin Leeuwen. Na onderzoek bleek onze hulp daar wel nodig. De huisvrouw, die tot haar huwelijk op haar zeventiende jaar bijna uitsluitend landwerk had gedaan en daarvoor weinig kennis van huiselijke werkzaamheden en kinderverzorging heeft, verwachtte in haar 23 jaar het vijfde kind.
In 1928 was deze vrouw maandenlang bedlegerig geweest, deels thuis, deels in het ziekenhuis. De kinderen waren destijds in andere gezinnen tegen betaling en daarenboven allen ziek geweest waardoor het gezin geheel verarmd was en niet in staat het noodige aan te schaffen.’
Deze passage uit het jaarverslag van het jaar 1929 van de Commissie voor de Hygiëne van Moeder en Kind in Eelde maakt indruk op historica Renske van Donk (29) uit Groningen. Het document rust op haar schoot.
„Ik vind dit echt super schrijnend. Dit zijn stukken die je aangrijpen. Het laat een klein stukje zien van hoe het leven was voor zo’n vrouw. Je trouwt op je zeventiende en op je 23e heb je al je vijfde kind. Ik vind dat heel heftig.”
Onderzoekgids
De komende maanden hoopt Van Donk meer van dit soort documenten te vinden in het Drents Archief, om meer te weten te komen over het dagelijks leven van ‘gewone’ vrouwen in Drenthe. Het onderzoek maakt deel uit van het project ‘Maagies & Vrouwlu’, waarin een jaar lang de Drentse vrouw centraal staat in het archief.
Ook collega-onderzoeker Niek Hemmen (36) uit Groningen doet onderzoek in het archief, maar dan naar een heel ander onderwerp: de Drentse banden met de slavernij. Het is niet de eerste keer dat hij onderzoek doet naar noordelijke banden met de slavernij: tijdens zijn studie geschiedenis werkte hij mee aan het naslagwerk Sporen van het slavernijverleden in Fryslân van de Groningse historica Barbara Henkes.
De onderzoeken van de twee jonge historici moeten resulteren in onderzoeksgidsen, die op de website van het archief komen te staan. Wie zelf (familie)onderzoek wil doen naar vrouwen of het slavernijverleden in Drenthe, wordt via deze gidsen op weg geholpen.
Onderbelicht
Historisch onderzoek naar vrouwen en ook het slavernijverleden lijkt steeds populairder te worden. „Ik denk dat het iets van deze tijd is om daar onderzoek naar te doen”, zegt Van Donk. Volgens de jonge historici zijn deze onderwerpen lang onderbelicht gebleven. „Vrouwen zijn vaak uit de geschiedenis geschreven”, zegt Van Donk. „Nu mag er weleens wat licht op worden geschenen.”
Dat geldt ook voor het slavernijverleden van een plattelandsprovincie als Drenthe, zegt Hemmen. „Ik denk dat de gedachte bestaat dat slavernij vooral overzees speelde. Dat wij, hier in Nederland, daar niet zoveel mee te maken hadden en dat wij ons niet zo bewust hoeven te zijn van onze koloniale erfenis.”
Emancipatie
Toch maken zowel vrouwen als de koloniale tijd een belangrijk deel uit van de geschiedenis van Drenthe, zoals dat in de andere provincies hoogstwaarschijnlijk ook het geval is. In het geval van de Drentse vrouwengeschiedenis gaat in het onderzoek van Van Donk om vrouwen die leefden tussen 1880 en 1980.
„Een periode waarin er veel gebeurde voor vrouwen in Nederland”, zegt Van Donk. „De emancipatie komt op gang, ze worden veel meer gelijk aan de man. Ze mogen stemmen, er komt recht op abortus en vrouwen worden handelingsbekwaam.”
Fragment uit het dagboek van Henriëtte Elise Gratama (1902-1989) uit Assen. Foto: Marcel Jurian de Jong
Toch zijn hun ervaringen en verhalen in de loop van de tijd te weinig gehoord. Daardoor is het moeilijk een beeld te vormen van hoe Drentse vrouwen in de 19e en 20e eeuw deze belangrijke ontwikkelingen beleefden. Onterecht, vindt Van Donk. „Veel vrouwen werkten als boerin en werkten net zo hard als de man. Dat verandert wel wat in de jaren 50, want dan worden ze teruggestuurd naar het aanrecht. In de jaren 60 en 70 komt vervolgens de emancipatie op. De vraag is: hoe groot was die ontwikkeling in Drenthe?”
In het archief hoopt ze documenten tegen te komen waarin de alledaagse ervaringen en verhalen van vrouwen staan opgetekend. Zoals het dagboek van Henriëtte Elise Gratama (1902-1989) uit Assen. Zij was een dochter van Marius Hendrik Gratama, uitgever van de Provinciale Drentsche en Asser Courant.
Henriëtte Gratama kwam weliswaar uit een vooraanstaande familie, maar hield trouw dagboeken bij waarvan Van Donk er een heeft opgeduikeld uit het archief. Het dagboek geeft volgens Van Donk een indruk van alledaagse situaties in vroeger tijden. Op de laatste bladzijden vertelt Gratama over een gesprek met een jongeman. Die stelde dat de vrouw ondergeschikt was aan de man. Gratama was het daarmee oneens; volgens haar moesten man en vrouw gelijk zijn aan elkaar. Gratama beschreef het voorval op 28 september 1921 „Dit laat zien dat vrouwen toen al bezig waren met deze kwestie.”
Opvarenden VOC
Ook Hemmen wil met zijn archiefonderzoek meer duidelijkheid scheppen over het verloop van de geschiedenis. In zijn geval gaat het om de Nederlandse slavernij, die begon in 1621 en afgeschaft werd in 1873. Want over Drenthe in die tijd is nog niet veel bekend. In hoeverre waren Drenten werkzaam voor de VOC en de WIC? Zijn er tot slaaf gemaakten naar Drenthe gebracht? Wat hebben de Drentse adel, de koloniën van weldadigheid en de Drentse veenkoloniën met het slavernijverleden te maken? En hoe zit het met de slavernijgeschiedenis van de Molukse KNIL-militairen die naar Drenthe kwamen?
De Annales Drenthiae van geschiedschrijver Johan Picardt uit 1660. In dit eerste geschiedenisboek over Drenthe toont Picardt zich een uitgesproken voorstander van slavernij. Foto: Marcel Jurian de Jong
Om op die vragen antwoord te krijgen, zoekt Hemmen ook in het Nationaal Archief in Den Haag, dat over registers en andere bronnen beschikt uit de koloniale tijd. „Daarin heb ik een behoorlijk aantal Drenten gevonden die aan boord zaten van VOC-schepen.” Die informatie kan volgens de onderzoeker anderen helpen meer te weten te komen over hun familie in de koloniale tijd. „Als je weet dat iemand op zo’n VOC-schip zat, kun je kijken waar hij naartoe is gegaan en wat hij op de plaats van bestemming deed.”
Ook historische figuren ontkomen niet aan de scherpe onderzoeksblik van Hemmen. Hij laat een boek zien met de titel Annales Drenthiae, het eerste geschiedenisboek over Drenthe uit 1660. Het werd geschreven door Johan Picardt, destijds ook werkzaam als predikant in Rolde en later Coevorden. In het boek rechtvaardigt hij de inzet van Afrikanen als slaven op basis van de Bijbel.
„Schokkend”, noemt Hemmen de passage in het document. Volgens Hemmen wordt deze kant van Picardt vaak achterwege gelaten in literatuur en websites over de geschiedschrijver. „Terwijl er voor andere zaken uit zijn leven wel aandacht is.”
Voelt als een feest’
De onderzoekers hopen de komende tijd nog meer tastbare documenten te vinden in het archief om de ontbrekende delen van de geschiedenis in te kleuren. Dat belooft nog een zoektocht te worden, maar dat deert de twee niet.
„Dat we hier onderzoek naar mogen doen voelt echt als een feest”, lacht Van Donk. „Ik mag gewoon in stukken speuren naar mooie en interessante zaken die anderen nog helemaal niet gezien hebben, of waar ze nog niet op een andere manier naar gekeken hebben. Vaak weten mensen wel dat iets al bestaat, maar hebben ze er nog nooit door een andere bril naar gekeken.”
Hemmen knikt. „Als historicus is het natuurlijk het leukst als je iets vindt dat nog niet eerder is ontdekt. Iets waar nog niemand over geschreven heeft. Dat is waar je het voor doet.”
Drents Archief: Groot inzetten op historisch onderzoek naar minderheden
Bas Gast is projectleider bij het Drents Archief en vertelt waarom deze onderzoeken uitgevoerd worden. „We willen onderwerpen belichten over iedere gemeenschap in Drenthe. Die onderwerpen moeten leiden tot onderzoeksgidsen waarmee bezoekers van het Drents Archief zelf onderzoek kunnen doen. Gast laat weten dat er meer onderzoekgidsen zullen volgen. „Onder andere over de LGBTQI+-gemeenschap.”
Het archief zet nu groot in op onderwerpen die onderbelicht zijn. „In vergelijking met de archieven van Groningen en Friesland zagen we dat Drenthe enigszins achterliep.” Daarom wil het archief mensen aansporen om onderzoek te doen naar minderheden in de geschiedenis en daarbij helpen.