Jan Huzen bij de start van één van de protesttochten vorig jaar november. Foto: Gerrit Boer
Jan Huzen uit Nieuw-Weerdinge, voorman van de Steungroep Boeren en Burgers, moet voor de rechter verschijnen op verdenking van opruiing en het veroorzaken van gevaar in het verkeer.
Het openbaar ministerie (OM) Noord-Nederland bevestigt dat het Huzen dagvaardt voor verschillende feiten, die hij zou hebben gepleegd voorafgaand en tijdens een protest, een zogeheten demotoer, op 15 november. Hij wordt niet in verband gebracht met een ongeval waarbij op die dag op de A28 bij Zuidwolde een vrachtwagen tegen een personenauto botste. Huzen en één van zijn mededemonstranten werden daar wel voor in de boeien geslagen en later die avond weer vrijgelaten.
‘Steun aan de boeren, vrijheid voor de burgers’
Huzen komt geregeld in het nieuws. Eerst met zijn zoektocht naar Willeke Dost, het meisje dat bijna 30 jaar geleden op 15-jarige leeftijd spoorloos verdween van het adres van haar pleegouders in Koekange. Huzen zette zoek- en graafacties op touw, maar Willeke werd niet gevonden. Als voorman van de Steungroep Boeren Burgers zegt Huzen op te komen voor de boeren, de Nederlandse tradities en keert hij zich tegen de coronamaatregelen.
Onder het motto ‘Steun aan de boeren, vrijheid voor de burgers’ organiseerde hij vorig jaar november een aantal zogeheten demotoers. Hij riep mensen op zich aan te sluiten bij de karavaan, een stoet auto’s die op de zondagmiddag met een slakkengang door het Noorden en Oosten van het land reed.
De wijze van organiseren en de uitvoering van de protesttocht van 15 november, komt Huzen te staan op de verdenking van opruiing, het hinderen van het overige verkeer en het zorgen voor gevaar op de weg. Het OM verwijt hem als aanvoerder van de groep plotseling vaart te hebben geminderd op de snelweg, rijden over de vluchtstrook, het blokkeren van rotondes en het verblinden van tegenliggers met lichtsignalen.
‘Ze willen mij achter de tralies hebben’
,,Wat een onzin’’, reageert Huzen. ,,Er reed politie voor mij en die bepaalde het tempo. Ik heb geen mensen verblind en heb ook geen zwaailicht op mijn auto om dat te kunnen doen. Ze willen mij achter de tralies hebben en daarom wordt er van alles bij verzonnen.’’
Ook van de verdenking van opruiing ligt hij naar eigen zeggen niet wakker. ,,Vrijheid van meningsuiting en het recht om te demonstreren zijn verankerd in onze grondwet. Daar kan de rechter niet omheen, lijkt me. En als ik toch word veroordeeld, ga ik zeker in hoger beroep. Stel dat ik een rijontzegging krijg. Dat kan ik echt niet gebruiken. Ik heb voor m’n bedrijf net een nieuwe vrachtwagen gekocht.’’