Het Gasselterveld, naast het Nije Hemelriek. Foto: Jaspar Moulijn
Bezoekers van natuur- en zwemgebied ‘t Nije Hemelriek bij Gasselte staan te springen om nieuwe horeca. En toiletten.
Sinds het restaurant aan ‘t Nije Hemelriek afgelopen zomer afbrandde, is er geen (legale) horeca meer bij het recreatiegebied. Jammer, zegt Andy Strootman (34) uit Siddeburen. „Anders hadden we daar nu wel wat gehad.” Aan het oude strandpaviljoen herinnert alleen nog een scheefstaande elektriciteitskast.
Strootman komt al sinds jaar en dag bij de recreatieplas, het paviljoen was er altijd. „Het is hier sinds de laatste jaren in de zomer erg druk”, weet hij. Niet voor niets is het vanaf 1 april weer betaald parkeren. In het hoogseizoen zijn files niet ongebruikelijk.
Een laatste herinnering aan het oude strandpaviljoen. Dat brandde in de zomer van 2024 af. Foto: Jaspar Moulijn
Toch is er op dit moment alleen zand en water te happen bij de plassen. Er moet wel wat terugkomen, vindt Strootman. „Iets wat goed in de natuur past. Het oude paviljoen met het groene dak kon heel goed.”
Nieuwe kiosk?
Als het aan Staatsbosbeheer ligt, komt er ook zeker weer een horecagelegenheid. Deze zomer wordt overbrugd met een zeecontainer, vanuit waar een nog uit te kiezen ondernemer zijn waar mag verkopen. Het ding komt tussen de kleine plas (’t Nije Hemelriek) en de grote plas (Gasselterveld). Het is de bedoeling dat de uitbater ook een oogje in het zeil houdt bij de stranden. Staatsbosbeheer plaatst binnenkort bovendien toiletten.
Hoognodig, vindt Anna Maura (36). Ze is bijna iedere dag in het recreatiegebied. „Ik zie regelmatig toiletpapier in de bosjes liggen. Dat neem ik dan weleens mee om het weg te gooien, maar het is echt vies.”
Het laatste 12-uurtje
Met vriendin Karina (25) heeft ze op enkele tientallen meters bij het oude paviljoen vandaan een picknick. Op het bordje: een gezonde quinoa-salade. Anna Maura: „Het is wel een gek idee. Op de laatste dag heb ik er nog gegeten.” Ze weet het nog: een 12-uurtje met een kroketje en een soepje. „Tegen een patatje zeg ik ook geen nee.”
Uitslaande vlammen bij 't Nije Hemelriek in Gasselte. Foto: Persbureau Drenthe
Karina twijfelt:. „Ja, maar ik wil ook niet in de frituurlucht zitten.” Anna Maura: „Dat deden ze heel netjes, je rook het niet.” En toch: een salade is ook niet verkeerd, vindt Karina.
‘Let op verpakkingen’
Een stukje verderop zit een Pools gezin onder een boom. Ze hebben de barbecue mee, maar er staat een stevige wind. Nee, met zo’n wind gaat het ding niet aan, zegt de man. Nieuwe horeca zijn een welkom idee. Maar hij heeft ook een eigen: „Komt er ook een plek om te barbecueën en te grillen? Dat is leuke recreatie voor volwassenen.” Linksom of rechtsom: wat er ook komt moet in samenspraak met de natuur zijn, zegt hij.
Milos (40) en zijn vrouw Jasna (37) zijn het daarmee eens. Ze zijn met hun twee kinderen uit de stad Groningen gekomen om te genieten van de Drentse natuur, zoals ze wel vaker doen. Het blauwe water, het strand, het bos daaromheen: ze vinden het prachtig.
't Nije Hemelriek. Achter het grasveld stond het strandpaviljoen. Foto: Jaspar Moulijn
Als er een nieuwe kiosk komt, laat ze dan vooral letten op de verpakkingen waarin het eten wordt geserveerd. Hij wijst naar de vele groene containers en het schone strand. „Dat moet wel zo blijven. Dat is het allerbelangrijkste. De natuur mag niet vervuild raken” Jasna: „Een plek om iets te halen wat je niet zelf kunt meenemen, een ijsje of zo.”
Van taartje tot patatje
Was er nu een horecagelegenheid geweest, dan had die zeker goede zaken gedaan, klinkt het uit een groepje familieleden verderop. Ze zitten tussen twee verjaardagen in en besloten ter viering daarvan om met z’n allen naar het meer te gaan. Hun fietsen staan bij de parkeerplaats.
„Dan hadden we nu aan de koffie met gebak gezeten!” zegt de vorige week verjaarde dame. En even later heeft ze het ook al over een snack. „Een frikandel of patatje, lekker na het fietsen.”
Het is ook wel nostalgisch, vindt een man in het gezelschap. De familie komt er al jaren. Ook toen was er horeca. Tegenwoordig is het echter zo druk, dat ze zich afvragen of één toko wel genoeg is. „Ik denk dat er wel lange rijen komen”, zegt één. „Zeker in het hoogseizoen”, vult een ander aan. „Ze zullen goed verdienen.”