Buitenexpositie in hartje Emmen met foto's over huiselijk geweld. Foto: Boudewijn Benting
Het gaat nog te vaak mis achter veel Drentse voordeuren. Kinderen en volwassenen zijn daar slachtoffer van huiselijk geweld en mishandeling. Ze worden nog onvoldoende gezien, gehoord en gesteund.
In het huis van Susanne Slikkerveer hingen kindertekeningen op de deuren om de afdrukken van gesmeten huisraad te verbloemen. Als er visite kwam haalde ze de gebutste stille getuigen uit de scharnieren om ze snel weer terug te plaatsen voordat haar toenmalig vriend weer thuis kwam.
Dingen gooien, spullen slopen, een flinke duw en een priemende vinger in haar borstkas. De pijn van haar gebroken arm is na negen jaar nog steeds voelbaar. Zelf een potje groente openmaken lukt niet.
Kind per klas
Een zaal vol hulpverleners, deskundigen en bestuurders in Emmen luisterde donderdag ademloos naar het verhaal van Slikkerveer. Jaren na de ellende is ze een zogeheten ‘ervaringsdeskundige’ die met haar verhaal de hulp aan mishandelde kinderen, vrouwen en plegers wil helpen verbeteren.
En dat is hard nodig. Ook in Drenthe. Want met bijna 3000 vermoedens en hulpvragen en 1750 meldingen van huiselijk geweld in 2022 door de hele provincie is het voor niemand een ver-van-mijn-bedshow.
Susanne Slikkerveer (met microfoon) doet haar verhaal op congres in Emmen. Foto: Guido Hansman
Per klas op de basisschool is gemiddeld één kind slachtoffer van mishandeling. Bij bijna de helft van de mishandelde kinderen is ook sprake van andere vormen van geweld zoals fysieke agressie tussen ouders onderling. Een kwart van de 16- tot 18-jarigen is naar eigen zeggen het afgelopen jaar slachtoffer geweest van huiselijk geweld.
Het zijn kille cijfers waarvan niemand van de betrokkenen lijkt te schrikken. Donderdag waren ze allemaal present tijdens een congres in Emmen over een betere aanpak van huiselijk geweld. Van werkers in de vrouwenopvang tot de politie, van reclassering tot kinderbescherming.
Geweld hoort nergens thuis
Je hoeft hen meestal niet uit te leggen hoe groot het probleem is. Laat staan te vermoeien met weer een nieuwe plan van aanpak vanuit de landelijke overheid. Wederom het bekende riedeltje wordt over hen heen gestort. Weer een goedbedoelde presentatie met ‘het kind centraal’, ‘één plan en één regisseur per gezin’ en uiteraard het eeuwige ‘minder op eilandjes werken’.
Toch zijn ze er wederom. Omdat het ze raakt. Vaak al jaren. Ze zagen gaandeweg collega’s afhaken. De bezuinigingen op jeugdzorg en kinderbescherming raakten hen in hart, werk en portemonnee. Zonder uitzondering namen ze weleens een verhaal mee naar huis. Dat gezin of kind dat ’s nachts door het hoofd bleef spoken.
De afgelopen jaren werkten ze in Drenthe samen onder de vlag ‘Geweld hoort nergens thuis’. Donderdagmiddag mochten ze een krabbel zetten onder een nieuwe landelijke en provinciale aanpak. ‘Het toekomstscenario kind en gezinsbescherming’, staat er boven de handtekeningen.
Doel is nul
Het schiet burgemeester Eric van Oosterhout, al jaren ambassadeur tegen kindermishandeling, van Emmen even in het verkeerde keelgat. Hij grijpt tijdens het congres de microfoon. ,,Kom nou toch. Alsof er ook een verledenscenario is. Pas nou toch eens op met ‘we gaan weer aan de slag met iets nieuws’. Met opnieuw een landelijk opgelegd verhaal. Dit hebben we zo vaak gehoord. Dat geeft geen energie om het beter te doen. Sterker nog: het maakt chagrijnig.’’ Om hen heen driftig knikkende hulpverleners.
En toch vraagt zijn collega in het gemeentebestuur wethouder Dewy Leal om frisse moed van de zaal. ,,Wij willen naar 0 slachtoffers in heel Drenthe. Een utopie? Wellicht, maar wat is het alternatief? Doe toch maar tien? In de cijfers zien we een afname van hulpvragen, maar dat durf ik ook niet gelijk van de daken te schreeuwen. We missen misschien wel juist heel veel mensen.’’
Projectleider Els van der Weelde van ‘Geweld hoort nergens thuis’ vult aan. ,,Samenwerken gaat steeds beter, maar we halen toch nog een dikke onvoldoende met elkaar. We schrikken er niet eens van als ik hier een getal van 3000 signalen van huiselijk geweld noem. Er is geen burgemeester die mij erover heeft gebeld, geen gemeenteraad die er met spoed over vergaderde. We kijken hooguit naar of het is af- of toegenomen ten opzichte van het jaar ervoor.’’
Geen politie
Uiteindelijk verlaat het dreigende cynisme de zaal. Omdat ze allemaal een eigen ‘Susanne’ in hun werk tegenkwamen en drommels goed weten dat het beter moet.
Want de opsomming van de ervaringen van Slikkerveen met hulpverleners is schrijnend. Van de huisarts die haar drugsverslaafde ex antidepressiva voorschreef tot de verslavingszorg die hem vroeg de voor- en nadelen van gebruik op te schrijven. Alsof hij een rationale keuze maakte voor hij naar de drugs greep.
Susanne schakelt na nieuwe klappen en doodsbedreigingen haar moeder en zus in. Die praten met haar ex en proberen haar zo goed mogelijk te helpen. ,,Maar de politie of het meldpunt bellen was voor ons geen optie. ‘Veilig thuis, kind uit huis’, zeiden we dan tegen elkaar.’’
Met bijna 3000 vermoedens en hulpvragen en 1750 meldingen van huiselijk geweld in 2022 door de hele provincie is het voor niemand een ver-van-mijn-bed-show. Foto: Roos Koole
Na een avondje bij de voetbalclub flipt haar vriend volledig. De spullen in hun nieuwe huisje gaan aan gruzelementen en hij dreigt als hij de deur weer uitgaat snel terug te komen om haar neer te steken. Dan belt ze toch de politie. Bij de recherche smeekt ze om hulp voor hem. Toch moet ze hem een dag later zelf weer ophalen uit de gevangenis.
Als later ook voor hun dochtertje van acht maanden geweld dreigt is het klaar. Ze moet, en gaat, weg. Daarmee is het niet klaar. Wat volgt is bijna vijf jaar een slopende rondgang langs allerlei hulpverleners en vele bezoeken aan de rechtbank.
Hoe voorkomen we nieuwe Susanne’s in Drenthe lijkt de belangrijkste vraag tijdens het congres.
Onruststoker uit huis
Rondom de zomer start in heel Drenthe een proef met preventieve huisverboden. Nu nog worden tijdelijke huisverboden opgelegd door de burgemeester en hulpofficier van justitie. Dan is het al mis gegaan. De klappen zijn gevallen. De pleger moet gedwongen uit huis en mag minimaal 10 dagen geen contact hebben met andere gezinsleden.
De ondertekenaars van het nieuwe Drentse plan tegen huiselijk geweld en kindermishandeling. Foto: Guido Hansman
Met preventieve huisverboden willen de Drentse gemeenten voor de eerste klap aan zijn. Dus als er duidelijke signalen zijn dat het mis dreigt te gaan in een huis. Als de borden en glazen al door de kamer vliegen, bij meldingen van geschreeuw of signalen van buren, wijkagent of leraar.
Politie en meldpunt Veilig Thuis komen met die zorgen en een dossier bij een gezin thuis om de onruststoker te vragen tijdelijk te vertrekken, bijvoorbeeld naar familie of een vakantiehuisje. In de tussentijd proberen hulpverleners zowel de potentiële pleger als de rest van het gezin te helpen en de rust terug te brengen.
Zonder oordeel
Vorig jaar legden Drentse burgemeesters 41 huisverboden op na een delict in huis. De pleger vertrekt dan gedwongen. De preventieve proef is vrijwillig en de vraag is of dat werkt. Wethouder Dewy Leal hoopt en denkt van wel. ,,Mensen willen natuurlijk meestal zelf ook niet dat het uit de hand loopt. We moeten veel meer denken vanuit het gezin waar we over de vloer komen. Maar het slaagt alleen maar als we ook echt duurzaam hulp bieden en van elkaar weten wat we aan het doen zijn.’’
Was ervaringsdeskundige Susanne Slikkerveer opgeschoten met een preventief huisverbod voor haar ex? ,,Aan een time-out alleen heb je weinig als er geen hulp is. Mijn ex ging op advies van een psycholoog ook altijd eerst weg, maar kwam al snel nog opgefokter weer terug omdat hij nog niet klaar met mij was. Doel moet zijn echt de angel eruit halen. Door helpers zonder oordeel. Dus niet iemand gelijk als dader bestempelen.’’
Het niet zien
Uit onderzoek blijkt dat er gemiddeld 80 keer sprake is van geweld voordat er een melding komt. En als er binnen 24 uur niet een agent en hulpverlener op de stoep staat, de gelederen alweer gesloten zijn. Daar is nog dikke winst te behalen.
Net als in het tegengaan van wat de professionals ‘handelingsverlegenheid’ noemen. De boel toch nog even aankijken. Nog even niet ingrijpen. Het niet zien.
Ervaringsdeskundige Susanne Slikkerveer (rechts) in gesprek met wethouder Dewy Leal (links) en lector aanpak kindermishandeling Susan Ketner (midden). Foto: DvhN
Agenten in Drenthe trainen nu met een simulatie vanuit het oogpunt van een 7-jarige getuige van huisgeweld om signalen in een huis beter te begrijpen. Liggen bij een melding over huiselijk geweld de kinderen daadwerkelijk boven te slapen zoals een ouder zegt, of zitten ze weggekropen en in tranen onder de dekens?
Naast die alertheid staat in talloze rapporten en onderzoeken nog een woord dikgedrukt: preventie. Voor de ellende aan zijn dus. In lokale wijkteams, bij de huisarts, op basisscholen en de sportclub.
Naoberschap
De gemeente Emmen werkt daarnaast met een digitaal dashboard met alle actuele cijfers van een wijk en buurt. Daarop kunnen ze zien waar veel voorspellende factoren van potentieel huiselijk geweld samenklonteren. Verslaving, armoede, werkloosheid, ongezondheid komt vaak samen in dezelfde buurten. Het zijn de omstandigheden waarin spanningen achter de voordeur snel op kunnen lopen.
Wethouder Leal stelt dat juist daar preventie het beste bestrijdingsmiddel is tegen dreigend geweld en mishandeling, maar wil ook waken voor profilering. ,,We staan ons in Drenthe voor op naoberschap maar dat is niet alleen nodig als alles goed gaat. Want dat gaat het in veel gezinnen dus niet. Niet alleen in armere wijken als Angelslo en Emmermeer maar ook in rijkere buurt als Delftlanden is er geweld thuis.’’
Susanne Slikkerveer heeft ondertussen haar leven weer op de rit, maar is nog elke dag bezig met huiselijk geweld. Laatst vroeg ze aan de directeur van de school van haar dochtertje of hij ook aandacht ging besteden aan de week van de kindermishandeling. Zijn antwoord was nee, want hij wist niet over welke kinderen op zijn school dat ging. ,,Ik weet in ieder geval eentje’’, was haar reactie.