Natuurherstel is belangrijk, vindt gedeputeerde Henk Jumelet, maar we moeten in Drenthe ook goed kunnen wonen en werken. Foto: Jilmer Postma
Herstel van de natuur in Drenthe en het bieden van perspectief aan de boeren kan niet plaatsvinden zonder dat de inwoners zelf ook aan bod komen.
Inspraak van inwoners goed regelen is de grootste opgave bij het zogenoemde Drents Programma Landelijk Gebied (DPLG), vindt gedeputeerde Henk Jumelet (CDA). Vrijdag publiceerde hij een concept van dit plan. Het is het ‘huiswerk’ dat alle provincies van het kabinet voor 1 juli af moeten hebben. Voormalig landbouwminister Carola Schouten legde dit vast in een wet.
Aanleiding om die plannen op te stellen is de stikstofproblematiek. De provincies zijn verantwoordelijk voor de natuurbescherming en moeten aangeven wat er moet gebeuren om de stikstofneerslag op hun beschermde natuurgebieden te verminderen. Daarnaast gaat het ook om het schoonhouden van water en bodem en om het aanpassen van het landschap aan de klimaatverandering.
Blinddoek
De provincie maakte de plannen samen met waterschappen, gemeenten en landbouw- en natuurorganisaties. Het moest wel met een blinddoek voor. Want de regering heeft een groot aantal belangrijke zaken ook nog niet op orde. „Denk aan het landbouwakkoord dat in maart al klaar zou zijn, maar waarover het kabinet nog steeds met landbouworganisaties en andere partijen onderhandelt. We hebben er geen zicht op wat daar precies uitkomt, maar het is wel belangrijk voor ons DPLG.”
Daarnaast speelt mee dat er net in maart provinciale verkiezingen zijn geweest en dat in Drenthe, net als in de meeste andere provincies, de formatie van een nieuw college van Gedeputeerde Staten nog in volle gang is. Ook heeft het kabinet nog geen oplossing gevonden voor de PAS-melders, boeren die door de veelbesproken stikstofuitspraak van de Raad van State in 2019 ineens een vergunning nodig hebben voor eerdere bedrijfsuitbreidingen.
„Veel belangrijke informatie hebben we dus nog niet”, zegt Jumelet. „Ik noem dit dan ook het plan 0,5. De andere helft komt nog.”
Grote droogte en extreme neerslag
In het DPLG staan al wel typische kenmerken van het Drentse landschap beschreven, met wat er volgens de provincie moet gebeuren om de natuurwaarden te verhogen. Daarnaast is aanpassing nodig vanwege klimaatverandering. Perioden van grote droogte en extreme neerslag wisselen elkaar vaker af, waardoor er meer ruimte nodig is om water op te slaan.
De landbouw speelt bij al deze plannen een grote rol, daarom stelt Jumelet dat er veel meer duidelijkheid nodig is voor de boeren. „Denk bijvoorbeeld aan het ‘borgen van innovaties’ op boerenbedrijven. Daarmee bedoel ik dat een boer zeker moet weten dat het loont om in bijvoorbeeld een andere stalvloer te investeren. Hij of zij moet niet na een paar jaar te horen krijgen dat de vloer toch niet werkt om de stikstofuitstoot te verlagen. En hij moet de investering kunnen terugverdienen. Logische voorwaarden, maar wel lastig om vast te leggen.”
Woensdag 28 juni bespreken leden van het Drents parlement het concept DPLG, daarna kan het nog net op tijd naar de minister. „Voor 1 april volgend jaar moet het definitieve plan klaar zijn”, zegt Jumelet. „Het is een stevige opgave, maar dat is aan het nieuwe college. Ik denk zeker dat het mogelijk is om het in Drenthe goed te regelen.”