Met deze foto van atleet Andreas Siegel, hoogspringer tijdens de Wereldspelen voor gehandicapten, won Elzinga de tweede prijs bij de World Press Photo (1990). Foto: Sake Elzinga
De Asser fotograaf Sake Elzinga zit 40 jaar in het vak. Deze veelzijdige fotograaf was erbij toen de Berlijnse muur viel en na de ramp in Tsjernobyl en is de vaste fotograaf van Herinneringscentrum Kamp Westerbork. Een portret van de altijd vrolijke lijkende Elzinga die ondertussen worstelt met het leven.
Regelmatig staat-ie te huilen boven de negatieven van de duizenden foto’s die hij thuis aan het digitaliseren is. Hij gaat de Drentse foto’s schenken aan het Drents Archief, zodat er een tijdsbeeld bewaard blijft. De werktitel:, refererend aan de analoge fotografie.
Maar daarvoor moet hij álle negatieven doorploegen die hij heeft van zijn veertigjarige fotohistorie. Onvermijdelijk komt hij regelmatig onaangekondigd beelden uit zijn privéarchief tegen. Een oude foto van zijn recent overleden zus bijvoorbeeld. ,,Elke dag raak ik ontroerd. Dit zijn foto’s die nog nooit eerder het daglicht hebben gezien.’’
Even daarvoor deed Elzinga met een joviale lach de voordeur van zijn monumentale pand open. Hij woont aan de Beilerstraat in Assen en dat is getuige de levensgrote foto met zijn naam op het voorraam geen geheim.
Het epicentrum van zijn woning is de eettafel waaromheen allerlei beelden uit Azië staan opgesteld. Eén wand is compleet gewijd aan tientallen verschillende oude camera’s, waarvan hij een heel aantal nog regelmatig gebruikt.
Elzinga is geen typische verlegen fotograaf, zonder probleem steekt hij hele verhalen af. Over waar hij geweest is, over dat hij ziet dat je linkeroog contact met hem maakt, over zijn laatste mooie klus voor Zorggroep Drenthe.
Maar hij heeft ook een heel andere kant dan die energieke en uitbundige. Zo fotografeert hij ook met veel passie stillevens. Kan hij dagen bezig zijn met een walnoot die precies op die ene manier moet worden uitgelicht dat je alle naden en nerven ziet.
De fotografie begon voor hem toen hij ontdekte dat de vader van een vriendje een donkere kamer had. Hij moet een jaar of 11 zijn geweest. Hij vond het fascinerend en was er niet weg te slaan. In de natuur haalde hij de beelden op, die hij daar in de doka zelf ontwikkelde.
Op zijn dertiende had hij zijn eigen donkere kamer en sloot hij zich aan bij de fotoclub. Hij deed vakantiewerk bij de plaatselijke fotograaf, waar hij ook dagen aaneen in de donkere kamer foto’s stond te ontwikkelen.
Sake Elzinga op twaalfjarige leeftijd aan het fotograferen in de natuur. Onbekend.
Toen in 1975 de treinkaping bij Wijster plaatsvond voelde de toen 16-jarige Sake een onverbiddelijke nieuwsgierigheid. Hij besloot met een smoes van school weg te lopen en naar de plek des onheils te gaan met zijn fototoestel. ,,Ik had ineens dat journalistieke gevoel van: ,,Wat gebeurt hier?’’
Zijn vader, die voor de spoorwegen werkte, werd vlak daarvoor nog gebeld waar de trein richting Hoogeveen bleef die langs zijn station in Beilen zou komen, terwijl Sake ergens verderop met een veel te kleine camera aan de verkeerde kant van de trein in het gras lag om een glimp op te vangen.
,,De fotograaf bij wie ik werkte, verhuurde die periode daarna zijn doka aan internationale journalisten. Ik heb daar de mislukte foto’s van die fotografen uit de prullenbak geplukt. Ik heb ze nog steeds.’’
Het was voor hem klip en klaar: hij werd fotojournalist. Hij deed de fotovakschool en ging in 1979 betaald aan de slag voor het Noord Nederlands Fotopersbureau in Vries, het grootste persbureau in het Noorden.
Vanaf 1986 kwamen en het daar ook bij. Ook al voelt hij zich fotojournalist, zo wordt hij soms niet gezien, denkt hij. ,,Het is te esthetisch voor een fotojournalist misschien. Ik loop erheen en maak contact met de mensen.’’
Nee, hij is geen fly-on-the wall fotograaf. De meeste foto’s die hij maakt komen voort uit de dialoog die hij heeft met zijn onderwerp.
Zijn fotojournalistieke gevoel sprak wereldwijd aan en zijn prijzenkast vulde zich. In de jaren negentig tot en met 2001 won hij talloze fotoprijzen, tot hij zelf in verschillende jury’s plaatsnam.
Een van de grootste prijzen is de tweede prijs in de categorie sport bij de World Press Photo. Het gaat om een foto van de wereldspelen voor gehandicapten, waarbij hij een welhaast abstract beeld maakte van een hoogspringer met één arm en één been. Het is kunst, maar dan in een flits.
Een ander hoogtepunt onder de vele pieken is het winnen van de prestigieuze Fuji Award voor zijn reportage tien jaar na de kernramp in Tsjernobyl. Ook won hij vele prijzen in de Zilveren Camera, zowel op documentair-, nieuws- als kunstgebied.
Een foto uit de reportage in Tsjernobyl tien jaar na de ramp in 1996. Hiermee won Elzinga de Fuji Award. Foto Sake Elzinga Sake Elzinga
Hij maakte voor zijn werk onder meer reizen naar Namibië, Roemenië, Syrië en delen van Azië. ,,Ik bedacht altijd wel een project om weer te kunnen reizen. Vaak ging ik samen met een journalist op pad om daar gezamenlijk verhalen te maken. Ik de foto’s en hij het schrijven.’’
Voor het reisde hij ook van hot naar her door Nederland, ondertussen zijn foto’s versturend vanaf locaties. ,,Als ik zie hoeveel ik toen produceerde, echt heel veel.’’
De fotojournalistiek is sinds de komst van de digitale fotografie eerst langzaam en toen heel snel veranderd. Hij krijgt minder opdrachten en minder geld, maar één ding is hetzelfde gebleven. ,,Ik weet nog dat ik als jongeling commentaar kreeg van een ervaren fotograaf die mij bezig zag. Hij zei: ,,Dat fanatieke, dat gaat er nog wel af als je ouder wordt.’’
Elzinga werd afgelopen jaar wel ouder, maar het fanatisme is er nog steeds. Het maakt daarbij eigenlijk niet uit wat hij fotografeert.
Als fotograaf voor Herinneringscentrum Kamp Westerbork is hij net zo gedreven als in zijn vrije tijd wanneer hij door een buurt loopt die hij niet kent. Het moet goed, het liefst mooi of rauw en een beetje esthetisch.
,,Laatst kwam er een vrouw naar mij toe, die vroeg wat ik aan het fotograferen was. Ik wees haar op de mooie details in de gevels. Die had ze zelf in al die jaren nog nooit opgemerkt. Ook als ik op vakantie ben en er wordt ergens gedemonstreerd, dan moet ik erheen om een foto te maken. Ik ben een fotojournalist. Dat is soms heel irritant voor de mensen om mij heen.’’
Ondanks al zijn succes, bleef hij sinds 1984 altijd in Assen wonen in plaats van dat hij naar het Westen of misschien de wijde wereld introk. ,,Ik kon dat helemaal niet aan. Nu zou ik dat kunnen, maar de tijden zijn veranderd.’’
Er is nog een kant van Elzinga die gegeven zijn flamboyante voorkomen niet aan de oppervlakte ligt. ,,Ik ben best wel een angsthaas. Van één ding heb ik spijt, dat is toen een fotojournalist van Reuters mij in Namibië vroeg om mee te gaan naar een ondoordringbaar natuurgebied, ik dat niet durfde. Ik was bang voor enge beesten. Nu denk ik, dát had ik moeten doen.’’
Op reis door Namibië. Foto: Sake Elzinga
16 jaar geleden werd zijn dochter Isabella geboren. Ze woont om en om bij hem en zijn ex-vrouw, met wie hij ook nog goed contact heeft. Toen ze hertrouwde was Elzinga de bruidsfotograaf.
De liefde had hij anders voor zich gezien in het leven. ,,Ik hoopte dat ook ik als oud mensje met iemand op een bankje kon zitten en kon zeggen: ‘Goh, we hebben het zwaar gehad maar kijk eens naar alle mooie herinneringen die we samen hebben.’’
Het digitaliseren van zijn negatieven om ze te kunnen doneren is voor hem één groot afscheidsritueel na die veertig jaar werk. Niet omdat hij gaat stoppen, dat kan hij niet eens, maar om wat hij op alle foto’s tegenkomt. Het is voor hem confronterend maar ook zalvend om door zijn fotohistorie en dus eigenlijk zijn leven te gaan. Zeker nu.
Analoge foto uit het archief van Elzinga. Foto: Sake Elzinga
Net als deze negatieven heeft hij de afgelopen periode in het donker geleefd. Nadat in een korte tijd zowel zijn zus als zijn beide ouders overleden en hij op relationeel vlak opnieuw een flinke dreun kreeg, ging zijn leven op zwart.
Het gaat beter nu, er komt meer licht binnen. ,,Maar ik zal niemand meer veroordelen die eruit stapt.’’ Gelijk daarna: ,,Nee, niet opschrijven hoor. Dan wordt het zo zwaar. Mijn dochter zegt ook altijd: ‘Je gaat toch niet weer lopen huilen, pa?’ Maar zo ben ik gewoon, de gevoeligheid vliegt me aan.’’
Uit het analoge archief, brand in Borger. Foto: Sake Elzinga.
Zijn werk is confronterend, maar ook therapeutisch en helend. Door zijn klus voor Zorggroep Drenthe waarvoor hij oudere mensen in woonzorgcentra fotografeerde, kreeg hij weer hoop in de liefde.
,,Ik was bij een stel dat elkaar sinds een paar jaar op latere leeftijd gevonden heeft. Als ze samen naar buiten gaan, moet hij wat sneller lopen, omdat hij anders geen evenwicht heeft. Zij loopt daar met de rollator heel langzaam achteraan. Aan het eind van het pad wacht hij dan op haar. Dat accepteren ze van elkaar. Daarna gaan ze heerlijk op een bankje zitten.’’
Hij raakt weer ontroerd als hij de foto’s bekijkt op zijn laptop, terwijl in de verte het nieuws op de tv pruttelt. ,,Moet je eens kijken’’, zegt hij als hij een foto aanklikt waar het hoogbejaarde stel elkaar innig zoent. ,,Als ik dit zie denk ik: het kan tóch.’’