Aluminiumsmelter Damco Aldel in Delfzijl. Foto: Corné Sparidaens
Op de dag dat de verkiezing van Tuur Elzinga tot voorzitter van de FNV bekend werd, demonstreerden op een reeks plaatsen in het land leden van de vakbond, waaronder in Delfzijl en de Eemshaven. De reden: ze vrezen dat een onverstandig en te streng Nederlandse klimaatbeleid te veel banen kost in met name de industrie en de metaalsector.
Het verhaal achter het protest is niet eenvoudig. Binnen de EU mogen de producenten van elektriciteit de kosten die zij maken voor de rechten om de CO2 uit te stoten in de energienota doorberekenen. Om te voorkomen dat bedrijven die veel elektriciteit verbruiken daardoor de concurrentie niet aankunnen met bedrijven in werelddelen met minder strenge milieuregels, mogen de lidstaten grootverbruikers van stroom compenseren voor die hoge energierekening.
Nederland nu wil als enige land in de EU stoppen met die compensatie. Dat betekent dat de concurrentiepositie van veel Nederlandse bedrijven wordt verzwakt, zowel ten opzichte van branchegenoten in de EU als in de rest van de wereld. Terecht vreest de FNV dat de energie-intensieve alleen kunnen overleven door flink op personeel te besparen, als ze al in staat zijn te overleven.
Noordelijke FNV-bestuurders hebben berekend dat alleen in Noordoost-Groningen misschien wel 2000 banen op het spel staan. Volgens hen is zelfs het voortbestaan van de herrezen Delfzijlster aluminiumsmelterij Aldel in het geding.
Het laat zich raden dat de werkgevers en de werknemers, die vaak tegenover elkaar staan, nu zij aan zij actie voeren tegen het einde van de compensatieregeling. Dat is een belangrijk signaal naar Den Haag.
Terecht maken kabinet en Tweede Kamer ernst met de bestrijding van de CO2-uitstoot. Daarbij pas stevige druk op de industrie die moet worden aangespoord om te verduurzamen. Bij het beeld van vervuilende boemannen dat daarbij vaak van bedrijven wordt opgeroepen, wordt echter weleens voorbij gegaan aan het belang dat zij hebben als werkgever.
Niet alleen werkgevers, maar ook de werknemers hebben recht op een gelijk speelveld voor het bedrijfsleven binnen de EU. Daarbij past dat de lidstaten in gelijke mate druk uitoefenen op de industrie om te verduurzamen. Die boodschap van de FNV verdient weerklank in Den Haag.