Drie generaties Bourgondiërs: Filips de Goede, Karel de Stoute en Maria de Rijke. Foto: Limburgs Museum
Zeg Limburg en iedereen roept ’Bourgondisch’. Een woord dat voor ons vandaag de dag synoniem staat voor lekker eten en drinken, lang tafelen en genieten van het leven. Maar klopt dat eigenlijk wel?
Hebben de Bourgondiërs daadwerkelijk hun sporen achtergelaten in de provincie Limburg? We vallen meteen met de deur in huis: nee, stelt conservator Remco Bekkers van het Limburgs Museum in Venlo. „We hebben de Bourgondiërs te veel geromantiseerd.”
Het klopt wel dat de Bourgondische vorst Filips de Goede (1396-1467) van theater, spektakel en een goede maaltijd hield. Legendarisch is zijn ’banket van de fazant’ geworden die hij in 1454 in Rijsel (Lille) liet organiseren. „Er liepen leeuwen en olifanten rond en op tafel stonden gerechten als zwanenpastei en een gebraden speenvarken met een haan op de rug”, weet Bekkers, die de expositie Bourgondiërs in Limburg samenstelde.
Orde van het Gulden Vlies
Doel van het uitzinnige feest was echter om een kruistocht naar Constantinopel, tegen de Ottomanen, te organiseren. „Het was pure propaganda om ridders trouw te laten zweren aan deze onderneming, die overigens nooit van de grond kwam.”
Filips de Goede, die grote ambities had en zich wilde meten met de Franse koning, was een kei in pr en propaganda. „Zo was de oprichting van de orde van het Gulden Vlies tijdens zijn vier dagen durende huwelijksfeest ook een meesterlijke zet. Deze exclusieve orde bestaat 600 jaar na de oprichting nog steeds. Prinses Beatrix is sinds 1985 een van de weinige vrouwelijke leden. Haar gouden vliesketting tonen we hier in de tentoonstelling.”
Orde van het Gulden Vlies van Spanje, gedragen door koningin Beatrix. Het ordeteken aan de keten is een gouden hangende ramsvacht. Foto: Koninklijke Verzamelingen
Maar het was beslist niet alleen feest, of pais en vree dat de Bourgondiërs brachten. Waar Filips de Goede de door hem veroverde gebieden nog toestond de eigen taal en cultuur te behouden, ging zijn zoon Karel de Stoute wreder te werk. „In 1468 nam hij de stad Luik in en brandde deze zo goed als plat. Twee jaar later maakte hij ook Gelre Bourgondisch. Het hele Maasgebied moest een bestuurlijke regio worden. Guy de Humbercourt werd in 1473 aangesteld om dit te bewerkstelligen, een lokale tiran, die weinig geliefd was”, legt Bekkers uit.
Stadsmuren van Nancy
Toen Karel de Stoute in 1477 voor de stadsmuren van Nancy sneuvelde en zijn lichaam door de wolven werd aangevreten, was men in het Maasgebied dan ook nauwelijks rouwig. „Wat ooit Luiks was splitste zich meteen af van Bourgondië, net als Gelre. Die vier jaar echte Bourgondische overheersing zijn natuurlijk te kort om serieuze invloed te hebben gehad”, constateert Bekkers.
Karels dochter Maria, bijgenaamd ’de Rijke’ erfde haar vaders bezittingen, maar ook diens problemen, laat de expositie zien. Onder meer met de Franse koning die hoopte Bourgondië in te lijven. De pragmatische Maria stapte over de schaduw van haar vader heen. Om financiële en militaire steun van de Staten-Generaal van de Nederlanden te kunnen verkrijgen ondertekende ze in 1477 het Groot Privilege, dat de diverse gewesten meer vrijheden gaf.
Het Groot Privilege werd in 1477 ondertekend door Maria de Rijke, dochter van Karel de Stoute, in ruil voor financiële en militaire steun van de Staten-Generaal der Nederlanden. Foto: Limburgs Museum
Niet lang nadat Maria met Maximiliaan van Oostenrijk trouwde werd Bourgondië overgenomen door het Habsburgse rijk. „Dat heeft drie eeuwen lang over de zuidelijke Nederlanden geregeerd en heeft dus duidelijk veel meer zijn sporen nagelaten dan de Bourgondiërs”, zegt Bekkers.
Waar dan toch die mythe van bourgondisch Limburg vandaan komt? Heel simpel, ontdekte onderzoekster Meike van der Greft. Dit is het resultaat van een slimme pr-campagne van horecaondernemers in Maastricht, die in de jaren 70 van de vorige eeuw werd bedacht. „Het woord ’Bourgondisch’ in relatie tot eetcultuur is zelfs pas in 1984 opgenomen in de Dikke Van Dale”, constateerde zij. Die typisch Limburgse gastronomische traditie is dus niet eeuwenoud maar amper 50 jaar.
Tentoonstelling
Bourgondiërs in Limburg, tot en met 1 februari 2026 te zien in het Limburgs Museum in Venlo.