Willeke Alberti: ,,Ik vind het altijd moeilijk om gay... tja, om dat zo te benoemen. Voor mij is iedereen gelijk." Foto: ANP/Hollandse Hoogte
Willeke Alberti (79) is de hoofdartiest tijdens Roze Zaterdag. Samen met haar band staat ze zaterdag 22 juni op de Grote Markt in Groningen. „Het is toch een soort afscheid.”
Het kroontje heeft ze nog. Gekregen in Utrecht, tijdens een plechtigheid in 1999. Waarmee, de rekensom is gauw gemaakt, Willeke Alberti zich al een kwarteeuw de ‘koningin-moeder van de Nederlandse homo’s’ mag noemen.
Alberti was toen 54, nu 79 jaar. Maar haar inzet bleef al die jaren onveranderd: mensen verbinden, van alle rangen en standen, van welke kleur of geaardheid dan ook. „Mensen zijn aardig of niet aardig”, zegt ze. „Dat is waar het in de kern om draait.”
Haar ‘lievelingsoom’ Johnny Jordaan was homoseksueel in een tijd dat zoiets nog niet algemeen geaccepteerd was. „Ik was dól op die man, een van de leukste mensen die ik in mijn leven heb ontmoet. Hoe klein ik ook was, we waren altijd samen aan het zingen. Zijn dochter heette trouwens Willetje. Dat schept een band.”
Willeke wist: dit wil ik ook
Tijdens een optreden van Johnny Jordaan, ergens begin jaren 50, wist Willeke: dit wil ik ook. Op internet circuleren nog zwart-witbeelden van dat bewuste moment. Jordaan zingt vol overgave Geef mij maar Amsterdam en naast hem, schuin achter een pilaar, blikt de kleine Willeke met grote ogen van de zanger naar het publiek en terug.
Als dochter van de beroemde Willy Alberti was Willeke sowieso voorbestemd voor het podium. In haar ouderlijk huis kwamen geregeld beroemde mensen over de vloer – Tom Manders, Heintje Davids, Ramses Shaffy, Johnny Kraaijkamp. „De band met al die mensen was zo warm. En nóg, met hun kinderen en kleinkinderen. Familie is mij alles, de band is heel sterk. Met alle families die ik heb.”
Willeke Alberti is de hoofdartiest tijdens Roze Zaterdag. Samen met haar band staat ze zaterdag 22 juni op de Grote Markt in Groningen. Foto: ANP/Iris van den Broek
De homogemeenschap is óók haar familie, geeft ze aan. „Ik ging vroeger al graag naar die gezellige cafés waar we lekker konden dansen, waar ik gewoon mezelf kon zijn. Waar warmte en respect de boventoon voerden. Maar ik vind het altijd moeilijk om gay... tja, om dat zo te benoemen. Voor mij is iedereen gelijk. Het zijn gewoon mijn vriendjes en mijn vriendinnen. Al die mensen hebben een plek in mijn hart.”
Toen ze werd gebeld om op te treden tijdens Roze Zaterdag, was er – na een lichte aarzeling – dan ook weinig bedenktijd nodig. „Het is toch een soort afscheid, samen met mijn muzikanten”, zegt de zangeres. „Inmiddels bellen ze ook uit andere plaatsen, zoals net weer uit Zwolle. Dat stemt mij dankbaar.”
Alberti blijft zingen
Afscheid nemen. We moeten het maar niet té letterlijk nemen. Al zullen we Alberti waarschijnlijk niet zo vaak meer op de grote podia zien, de zangeres blijft trouw aan haar vak. „Kijk, tijdens zo’n grote show moet ik wel Dans me gek kunnen zingen. Dan gaat het goed met me. Maar tegenwoordig moet ik daar wel even voor oefenen, hoor.”
Optreden in verzorgingscentra, sinds 2001 onder de vlag van haar Willeke Alberti Foundation, wil ze hoe dan ook blijven doen. „Dat is kleiner en in die omstandigheden rust er niet zoveel druk op mijn schouders. Zelfs als mijn stem het niet goed doet, kan het publiek die liedjes nog meezingen.”
Dat is meteen het mooie ervan, zegt ze. „Muziek gaat rechtstreeks naar het hart en maakt geen onderscheid in leeftijd, gezondheid of beperking. Het is een taal zonder grenzen. Als je ziet hoe blij de mensen worden van al die oude liedjes. Ook jongeren, hoor.”
Willeke Alberti treedt graag en vaak op in verzorgingshuizen. Op 15 februari 2018 was ze te gast in zorgcentrum Blanckenborg in Blijham. Foto: Archief Huisman Media
Haar stem, zegt ze, heeft recentelijk wel een klap gehad. De zangeres verloor in oktober 2023 haar dochter Daniëlle en moest in december afscheid nemen van haar broertje Tonny. De emoties drukten letterlijk haar keel dicht.
„Dat grote verdriet gaat natuurlijk nooit weg. Maar ik heb wel besloten, ook namens mijn dochter en mijn broertje, dat ik dan maar beter kan proberen leuke dingen te doen. Ik ben altijd een beetje manisch positief geweest. Maar dat manische is er nu wel af.”
Debuut op 11-jarige leeftijd
Willeke Alberti werd op 3 februari 1945 als Willy Albertina Verbrugge geboren in Amsterdam. Al op 11-jarige leeftijd maakte ze haar televisiedebuut in de musical Duel om Barbara en twee jaar later, in mei 1958, volgde haar eerste grammofoonplaatje: Zeg Pappie, een duet met haar vader Willy Alberti (artiestennaam van Carel Verbrugge).
Ongeveer gelijktijdig met The Beatles brak Willeke Alberti definitief door: met Spiegelbeeld behaalde ze in 1963, 18 jaar oud, de eerste plaats van de hitparade. Voor het eerst kon ze een gouden plaat aan de muur hangen.
„Succes is fijn, maar je moet wel heel sterke benen hebben”, zegt ze terugblikkend. „Ik heb gelukkig de allerliefste ouders om me heen gehad, die me altijd beschermd hebben. Wat ik allemaal heb meegemaakt... Het laat zich met niemand vergelijken. Wel zie ik dat de muzikaliteit zich doorzet in latere generaties; ik heb een kleinzoon van 4 die al danst, toneelspeelt en de sterren van de hemel zingt. Al mijn kleinkinderen hebben dat in zekere mate.”
Van Knokke naar Rooie Sien
De zangeres won in 1964 het Knokke Festival, kreeg een jaar later een Edison voor haar debuut-lp en bracht van 1964 tot 1968 samen met haar vader de befaamde Zaterdagavondshows voor de AVRO-televisie: ‘Dag mevrouw, dag meneer, ja daar zijn we dan weer / zaterdagaaaavond...’
Als actrice leerde Nederland haar kennen als Marleen Spaargaren in de dramaserie De Kleine Waarheid, die op kerstavond 1970 in première ging. Maar de kroon op haar acteerwerk was zonder twijfel de titelrol in de speelfilm Rooie Sien (1975), onder regie van Frans Weisz. Alberti zong hierin het lied Telkens weer, dat in de daaropvolgende jaren haar lijflied zou worden.
‘Ja, toneelspelen geeft me wel meer bevrediging dan zingen alleen, maar dat komt omdat het nieuw is’, noteerde het Nieuwsblad van het Noorden op 22 november 1971. ‘Het was voor mij niet zo’n grote overgang, want ik sta al zo’n 15 jaar op de planken. En of je nou acteert, zingt of danst, het heeft allemaal met elkaar te maken. ik wil alles een keer meegemaakt hebben. Zo ben ik ook acrobate geweest.’
Krantenfoto’s tonen Willeke in de nok van een circustent, ten behoeve van een televisieshow. Het artikel maakt ook gewag van haar samenwerking met de Groningse cabaretier Seth Gaaikema, met wie ze in 1971 een maandlang in het Circustheater in Scheveningen speelde.
„Seth was eigenlijk degene die mij geleerd heeft in het theater te staan”, zegt ze in 2024. „Ik heb ontzettend fijne herinneringen aan hem en aan het programma De Tien Geboden. Paul van Vliet was erbij, The Blue Diamonds... Als ik aan die liedjes denk, krijg ik al kippenvel. Seth was zo getalenteerd. Tot het laatst toe is hij mijn meest dierbare collega geweest. Zijn vrienden zijn nog steeds míjn vrienden.”
Een roerig liefdesleven
Tegenover de successen, de hits en de gouden platen, staat een roerig liefdesleven. Ze was driemaal getrouwd en kreeg uit elk huwelijk een kind. Haar carrière stond jarenlang op een lager pitje, totdat in de jaren 90 een musical over haar leven werd gemaakt.
„Het was natuurlijk iets ongelooflijks om Joke de Kruijff, met wie ik nog steeds contact heb, mijn repertoire te horen zingen. Zo mooi, zo integer. En avond aan avond zaten de zalen vol. Die musical heeft heel veel voor me betekend. Want daardoor begreep ik hoezeer ik naar dit vak verlang.”
Haar comeback, in een bomvol Carré, staat haar nog helder voor de geest. „Ik wist: als mensen naar de musical komen kijken, dan komen ze vast ook wel naar mij. Het is nóóit vanzelfsprekend dat mensen een kaartje voor je kopen. Want ik weet dat roem heel vergankelijk is. Maar toen ik daar stond, dacht ik: dit neemt niemand mij ooit nog af.”
Willeke Alberti treedt, als het enigszins kan, alleen nog maar op met haar liveband. Foto: ANP/Hollandse Hoogte/Patrick Harderwijk
Ze besloot, als dat ook maar even kon, voortaan alleen nog met een liveband op te treden. „Zingen met een tape lukt me niet. Ik kán en ik wíl het niet. De muzikanten zijn enorm belangrijk voor mij. We zijn een hechte groep met weinig wisselingen. De meesten zijn er al heel lang bij.”
‘Dat maakt woorden overbodig’
Af en toe staat ze nog met andere mensen op het podium. Met Paul de Leeuw, die Samen zijn liet vertalen in het Servisch. „Er zijn mensen die Nederlands hebben geleerd met dat lied.” Of met haar zoon Johnny de Mol, met wie ze optreedt voor de Alzheimer Stichting. „Dan zingen we samen De glimlach van een kind. Dat maakt woorden verder overbodig.”
Met De Toppers stond ze ooit in de Johan Cruijff Arena, met de Snollebollekes in een volgepakt Gelredome. „Ik heb recent wel dingen afgezegd waar ik stress van krijg. Omdat ik dan niet met mijn eigen band ben, niet met mijn eigen geluid. Maar ach, Rob Kemps (Snollebollekes, red.) is ook zo’n lieverd. Terwijl ik echt helemaal geen stem had, zong iedereen uit volle borst mee met Ome Jan. Ja, daar kan ik dan weer een heel jaar op teren.”
Haar optreden op Roze Zaterdag is óók iets om naar uit te kijken, zegt ze. Lekker naar Groningen, met de jongens van haar band. „Ik vind het helemaal niet erg om thuis te zijn met mijn hondje, met heel veel lieve vrienden en vriendinnen om me heen. Maar Johnny heeft ook tegen me gezegd: blijf in godsnaam zingen. Blijf het licht verspreiden.”
Volgend jaar, op 3 februari, hoopt ze 80 jaar te worden. „Maar ik leef niet te veel in het verleden. We zeilen op de wind van vandaag. Want de wind van gisteren, daar heb je geen moer aan.”
Willeke Alberti en haar band staan op zaterdag 22 juni op de Grote Markt in Groningen. Tussen 13.30 uur en middernacht treden tal van artiesten op, onder wie Sophie Straat, Babs en Pieter van der Zweep. Zie www.rozezaterdaggroningen.nl.
Paspoort
Naam: Willy Albertina Verbrugge
Geboren: 3 februari 1945, Amsterdam
Carrière: zangeres en actrice, al vanaf 11-jarige leeftijd. Winnaar van onder meer twee Edisons (1965, 1993) en een oeuvre-Edison (2020), de Gouden Televizier-Ring (1971), een gouden harp (1983) en de Majoor Bosshardt Prijs voor haar Willeke Alberti Foundation (2008). Alberti werd in 1996 benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau
Privé: woont met haar hondje Mickey in Laren. Moeder van Johnny (1979) en Kaj (1983). Dochter Daniëlle overleed vorig jaar op 55-jarige leeftijd. Willeke heeft acht kleinkinderen
Volledig Friese band
Sietse Huisman (1968) uit Raerd is sinds 1997 drummer in de band van Willeke Alberti. In de wetenschap dat er een vacature aan zat te komen, bezocht hij destijds een theateroptreden in De Lawei in Drachten. „Heel eerlijk: ik ging er een beetje lacherig naartoe. Ome Jan en Spiegelbeeld, dat is natuurlijk weinig rock-‘n-roll. Maar ik werd gigantisch verrast door de kwaliteit.”
Goeie muziek, mooie arrangementen, alles foutloos gespeeld. „Ik was als drummer best een hele meneer, zal ik maar zeggen. Maar ik had toen het gevoel dat ik helemaal opnieuw moest beginnen. Medleys, tempowisselingen, verschillende maatsoorten en muziekstijlen: het ging van een Amsterdamse Jordaan-medley via swingjazz naar een funky dingetje. En dan weer naar een bigband-arrangement. Het was een discipline die ik helemaal nog niet kende.”
Ook met muziek lezen had hij nog weinig ervaring. „Zeker die eerste tournee was een enorme leerschool. Want er was nog een handicap: Willeke is als artiest extreem bijzonder, maar op het podium is ze soms een ongeleid projectiel. Totaal onvoorspelbaar. Ze doet alles op gevoel, zodat haar timing van avond tot avond kan verschillen.”
Als drummer, zegt Huisman, heb je dan de schone taak om de boel bijeen te houden. „De moeilijkste posities in deze band zijn die van de drummer en de pianist. Maar deze muzikanten zijn zó goed, joh. We zijn net een groep spreeuwen in de lucht. We bewegen mee en voelen elkaar exact aan.”
Het komt geregeld voor dat de band volledig uit Friezen bestaat. „Pianist Peter van der Zwaag komt uit Friesland, gitarist Peter Krako woont in Aldeboarn. En aan Johannes Adema uit Heerenveen hebben we een vaste invaller als onze eerste bassist, Xander Buvelot uit Amersfoort, een keertje niet kan.”