Joost Klein, hier op het Pukkelpop-festival in België.
Het is misschien niet de allerbelangrijkste levensvraag der levensvragen, maar het houdt de bezoekers van Eurosonic Noorderslag en iedereen die de Nederlandse pop een warm hart toedraagt wel bezig. Wie wint dit jaar de Popprijs?
Het is een mooie traditie, maar ook weer niet noodzakelijk het hoogtepunt van het Gronings festival Eurosonic Noorderslag. De bekendmaking van de winnaar van de Popprijs, met als het meezit meteen daarop een optreden van de gelauwerde(n) in de grote zaal van de Oosterpoort.
Toch altijd een leuk moment op de Noorderslag-poot van dit festival, de poot immers waar elk jaar weer, na het pan-Europese geweld van Eurosonic de Nederlandse pop gevierd wordt. Tenminste, als de winnende act er is, wat doorgaans misloopt als het om een dj gaat. Die beroepsgroep, zeker het meer succesvolle deel, heeft immers op zaterdag wel wat beters te doen. Namelijk: goed tot buitengewoon goed betaalde draaibeurten afwerken, in binnen- of, en dat is vaak waarschijnlijker, buitenland.
Toch kun je niet altijd heen om dj’s en danceproducers (een sterk overlappende groep), want zeker internationaal gezien zijn dat de succesvolle namen van de Nederlandse pop. Zie Tiësto, Armin van Buuren en Martin Garrix, grote jongens die deze prijs dan ook terecht kregen – om op die Noorderslag-avond voor de onvermijdelijke climax te zorgen met zo’n lullige bedankvideo.
‘t Is geen exportprijs
Her en der leeft het misverstand dat de Popprijs een exportprijs is, of een beloning voor de meest verkochte platen (ai, oud denken) of de grootste aantallen streams. Maar dat is dus niet zo.
De Popprijs gaat naar, zo is al jarenlang het leidend beginsel, ‘de persoon of artiest die in het afgelopen jaar de belangrijkste bijdrage heeft geleverd aan de Nederlandse popmuziek.’ Succes binnen en buiten de grenzen, bijzondere prestaties, een langdurige carrière of een glanzend oeuvre: het kan allemaal meetellen maar, zo waarschuwt de ESNS-website, ‘geen daarvan is doorslaggevend’.
Met andere woorden: het is maar net wat de jury, doorgaans samengesteld uit verschillende geledingen van de Nederlandse ‘muziekindustrie’, deze keer belangrijk vindt. Dus in theorie zou zelfs Vader Abraham ‘m nog postuum kunnen krijgen wegens Engelbewaarder, de hit van onze noordelijke held Marco Schuitmaker.
Maar dat zal niet gebeuren. Zoals het nu ook wel rijkelijk laat is voor die oeuvreprijs voor Golden Earring, Doe Maar of Boudewijn de Groot, toch wel de grootste Nederlandse popartiesten die ‘m nooit hebben gehad.
Niches en versplintering
Dat zijn dan wel acts met hun hoogtijdagen in een tijd dat het poplandschap, en niet alleen in Nederland, er een stuk overzichtelijker bij lag dan nu. Dezer dagen is dat landschap eigenlijk een optelsom van niches, een versplinterde aangelegenheid waarbij grote zalen en festivalweides ineens kunnen vollopen voor namen die de mainstream-goegemeente niet altijd iets zullen zeggen.
Zo gaat het ook op Eurosonic Noorderslag, al geldt voor dit dubbelfestival ook nog eens dat ‘t vooral bedoeld is voor aanstormend en dus per definitie niet voor bekend talent. De Popprijs kreeg met die versplintering te maken toen hiphopcollectief New Wave ‘m kreeg, in 2016 (voor het voorafgaande jaar). De meeste bezoekers haalden hun schouders erbij op, al die rappers, het zei hen weinig. Hun kinderen wel.
Goed, wie dan wel? Hiphop is een bloeiende tak in Nederland, en die categorie is de afgelopen jaren ook al een paar keer bedeeld. Maar juist het afgelopen jaar zagen we nu niet direct kandidaten uit die sector eruit springen. Op een na dan, waarover zo meer.
Het bandjeswezen
Het bandjeswezen dan. Dat houdt nooit op, en een jonge band als Tramhaus was toch wel de hit van het live-circuit. Terwijl Pip Blom, sinds kort op pad met een drumcomputer in plaats van echte ledematen achter de trommels, het vooral in Engeland goed doet. Son Mieux of Personal Trainer zouden ook nog hoge ogen kunnen gooien, al is het bij hun wel de vraag: waarom precies nu?
Zanger Camiel Meiresonne van Son Mieux op Lowlands 2023 Foto: André van der Veen
Vrouwen dan? Zoë Tauran, uit Roden, had een prachtjaar achter de rug: Noorderslag, Paradiso, vier keer Arena (in het voorprogramma van Coldplay), een sterk debuutalbum. Maar een Popprijs? Dat lijkt wel wat vroeg. Datzelfde geldt voor S10, al heeft die wel een paar mooie platen en een opvallende deelname aan het Eurovisie Songfestival achter de knopen, en Froukje, die nog met haar debuutalbum moet komen.
Wende op Oerol 2023.
Foto: Neeke Smit
Wende dan? Haar naam werd al eerder in één adem genoemd met de Popprijs. De manier waarop ze de overgang markeerde van het theatercircuit naar de festivals en de poppodia was al indrukwekkend. En daar kwam afgelopen jaar met prachtalbum Sterrenlopen en, onder andere, een sterk optreden op Lowlands nog weer een dimensie bij. Wende zit trouwens bij het managementbureau van Froukje Bouma, Friezin uit Appingedam, net als Froukje (intern: Frok) en S10.
Joost, uit Stiens en Britsum
En net als, ooit tenminste, Joost. Deze Friese rapper, opgegroeid in Stiens en Britsum, is wellicht Wendes belangrijkste concurrent voor die Popprijs. Hij was al jaren een behoorlijk zichtbaar performer, maar het afgelopen jaar ontplofte de boel pas echt. Ga maar na: het uiterst persoonlijke album Fryslân (na ja, dat was eind 2022 al), een zeer succesvol rondje langs de festivals met als toppunt de seance met zo’n 30.000 soms tot tranen geroerde fans op Lowlands, zijn enorme hit in de Duitstalige territoria Friesenjung, zijn met veel bombarie aangekondigde deelname aan het Songfestival.
Inhoudelijk is er ook wel wat te zeggen voor Joost Klein. Zoals hij omgaat met de vroege dood van zijn ouders en de bijbehorende trauma’s, dat levert niet alleen oprechte tranentrekkers op als Florida 2009 (live steevast uitgevoerd van onder een Friese vlag), maar dat ligt ook onder zijn schijnbaar luchtiger, om niet te zeggen: prettig nonsensicale nummers. En praktisch: de avond voor Noorderslag is hij de hoofdact op Eurosonic Air, het gratis podium op de Grote Markt. Dus hij hoeft er niet ver voor te reizen.