Supersister anno 2023, met v.l.n.r. Leon Klaasse, Robert Jan Stips en Rinus Gerritsen. Foto: Jan-Willem Bullée
Robert Jan Stips (73) heeft een bomvolle agenda. Het 50-jarig bestaan van Nits komt eraan, plus een serie solo-optredens waarin hij zijn roemrijke muziekverleden doorkruist. Ook prijkt de naam Supersister her en der weer op concertposters. De tournee van die band begint op 12 november in Iduna, Drachten.
Wanneer kan een popgroep, ondanks een sterk gewijzigde bezetting, met recht de oude bandnaam voeren? Leuke discussie. Kan Queen bestaan zonder zanger Freddie Mercury? Robert Jan Stips heeft er zo zijn twijfels over. Toch gebruikt hij de naam Supersister voor een tournee in de laatste twee maanden van dit jaar.
,,Daar raak je gelijk een pijnlijk punt’’, zegt de muzikant met een glimlach. ,,Want het is iets wat de laatste weken zo nu en dan door mijn hoofd schoot. In het recente verleden hebben we de naam Supersister Projekt gevoerd, juist om te voorkomen dat mensen het gingen vergelijken met de originele bezetting uit de jaren 70.’’
Volwaardige nieuwe bezetting
Zo langzaamaan, vindt Stips, is met voormalig Golden Earring-bassist Rinus Gerritsen en drummer Leon Klaasse (Sweet d’Buster, Powerplay) sprake van een volwaardige nieuwe bezetting. Vandaar die naamswijziging. ,,Dat zij een heel andere muzikale achtergrond hebben, maakt het voor mij wel spannend. Want er bestaat zoiets als een Supersister-idioom, met bijzondere maatsoorten en afwijkende harmonieën. Dat waren voor ons de sleutels in het begin van de jaren 70, en ik vind het nog steeds belangrijk dat die vertegenwoordigd blijven in onze muziek.’’
Robert Jan Stips vormt met bassist Rinus Gerritsen en drummer Leon Klaasse de band Supersister. Foto: Archief ANP Kippa
Supersister ontwikkelde zich destijds tot een van de meest invloedrijke progressieve bands van Nederland. ,,Toen Charlie Mariano en Elton Dean erbij kwamen, halverwege de jaren 70, werd het veel jazzyer. Uiteindelijk vond ik dat minder geslaagd, want ik voelde me zelf meer popmuzikant. Maar nu hebben we met Rinus iemand erbij die nog veel meer popmuzikant is dan ik.’’
‘Meer ballen, meer basis’
Iemand ook die, ondanks zijn 77 jaar en zes decennia rockervaring bij de Golden Earring, nog altijd wil bijleren. Stips: ,,Hij is ontzettend nieuwsgierig en verlegt telkens zijn grenzen. Wat Rinus vooral toevoegt, is dat het geheel meer down-to-earth is dan vroeger. De muziek krijgt door hem meer ballen, meer basis. Al stijgt zijn bewondering voor Ron (van Eck, de in 2011 overleden Supersister-bassist, red.), die heel veel nootjes speelde en lichtvoetiger was.’’
Supersister in 1970, met v.l.n.r. Ron van Eck (basgitaar), Marco Vrolijk (drums), Sacha van Geest (dwarsfluit) en Robert Jan Stips (keyboards, zang). Foto: Archief DVHN
Drummer Leon Klaasse (64) heeft de souplesse van zijn voorganger Marco Vrolijk, vindt Stips. ,,Maar ook hij is iets meer popgericht. En dat vind ik alleen maar leuk, want ik ben juist benieuwd naar hoe dingen kunnen veranderen. Het is voor mij constant afwegen hoever we kunnen gaan. Ik heb bijvoorbeeld een nieuw stuk geschreven van 17 minuten, dat helemaal teruggaat naar de oer-psychedelica. Iets wat volkomen buiten deze tijd ligt. En dat vind ik eigenlijk wel zo leuk.’’
In het kort
Supersister ontstond eind jaren 60 in Den Haag, als voortzetting van een schoolband. Met hun progressieve pop, jazzinvloeden en Zappa-twist creëerden Robert Jan Stips (keyboards, zang), Sacha van Geest (dwarsfluit), Marco Vrolijk (drums) en Ron van Eck (basgitaar) hun eigen geluid. Stips tekende voor het grootste commerciële succes van de band, de single She Was Naked uit 1970. Na het uiteenvallen van Supersister in 1974 voegde Stips zich bij de Golden Earring voor een aantal (Amerikaanse) tournees. Hij speelde in Sweet d’Buster en Transister, voordat hij in 1981 toetrad tot Nits. Hij produceerde groepen als Gruppo Sportivo en Vitesse en had een nummer 1-hit met cabaretier Freek de Jonge (Leven Na De Dood). In 2000 vonden de eerste reünieoptredens plaats van Supersister. In 2015 ontving Stips, net als de andere Nits-leden, een koninklijke onderscheiding. De over Stips gemaakte documentaire De tovenaar van de Nederpop werd begin 2019 uitgezonden als aflevering van het tv-programma Het Uur van de Wolf.
Aan inspiratie geen gebrek
Aan inspiratie nog altijd geen gebrek. ,,Er rollen regelmatig dingen uit, gelukkig. En die moet ik tegenwoordig verdelen over diverse projecten. Dat is soms best wel lastig kiezen. Is dit nou iets voor Supersister of bijvoorbeeld voor zangeres Jane Goulding, met wie ik samenwerk. Dat gaat weer een totaal andere kant uit, met snufjes Tamla Motown en zo.’’
Voor Nits heeft hij al een tijd niets geschreven. ,,De laatste jaren doen we dat spelenderwijs. We improviseren met z’n drieën en dan ontstaan er dingen. Dat is een ontzettend leuke en vruchtbare methode. Ik ben ook nog bezig met de violiste Marieke Brokamp. Daar kan ik dan weer meer de technische muziek aan kwijt, met lastige maatsoorten bijvoorbeeld, die ik volledig uitschrijf.’’
Naast het creatieve proces is er de noodzaak om op een podium te staan. ,,Ik merk zelfs dat ik, naarmate ik ouder word, het contact steeds belangrijker vind. Dat komt dan weer door de solovoorstellingen die ik geef. Het is fijn om allerlei poespas opzij te schuiven en gewoon jezelf te zijn. Vaak word je toch geacht een bepaald imago op te houden. Hoe meer ik daarvan afstap, hoe prettiger het is.’’
Relatief onbekend bij een groot publiek
Niet dat hij ooit veel last heeft gehad van sterallures. Bekijk bijvoorbeeld de documentaire De tovenaar van de Nederpop uit 2019, die de vraag opwerpt waarom een belangrijk en invloedrijk muzikant als Robert Jan Stips relatief onbekend is bij een groot publiek. Zelfs in zijn geboortestad Den Haag kan hij min of meer anoniem over straat.
Supersister treedt dit najaar weer op. V.l.n.r. Robert Jan Stips, Rinus Gerritsen en Leon Klaasse. Foto: Jan-Willem Bullée
,,Het gebeurt wel eens dat mensen om me heen dan zeggen: ‘Die herkende je duidelijk. Merkte je dat dan niet?’ Ik ben er gewoon niet mee bezig. Nou, heel soms dan. Als ik bijvoorbeeld ergens een concert binnen wil glippen, of ergens backstage wil komen. Dan is het handig. En dan merk ik inderdaad dat als ik mijn naam gebruik, de deuren wel opengaan.’’
Supersister speelt op zondag 12 november in Iduna, Drachten en op vrijdag 8 december in De Oosterpoort, Groningen. De voorstelling RJSolo is op zondag 10 december te zien in Theaterkerk Mammemahuis in Jellum, op zaterdag 10 februari in Op Maarhuizen, Winsum en op zondag 18 februari in De Boog, Bolsward.