Billy Joel tijdens een concert in Hollywood in november 2024. Foto: Ron Elkman/USA TODAY
Vier huwelijken, een faillissement, alcoholisme en 50 jaar succes: Billy Joel heeft gelééfd. Een nieuwe documentaire maakt er een aangrijpend en leerzaam verhaal van.
‘Hij is de soundtrack van ons leven”, zegt een fan aan het einde van And so it goes, de nieuwe 5 uur durende documentaire over Billy Joel op HBO Max, en een mooier compliment kan een songschrijver niet krijgen. Billy Joel is 76, en hij weet sinds kort dat hij een hersenaandoening heeft. Maar hij kan terugkijken op een rijk geschakeerd leven in de wetenschap dat, zoals hij op het einde zegt, een deel van hem zal voortleven.
De documentaire, gemaakt door de ervaren verhalenvertellers Susan Lacy en Jessica Levin, volgt Joels carrière vanuit zijn muziek. Dat is de enige mogelijke weg, want weinig liedjesschrijvers hebben hun leven zozeer in hun songs verteld. Je hoort hem spreken over hoe hij om den brode in een bar ging pianospelen, en ziet hem daarna het hele verhaal zingen in Piano man. Je gruwelt bij zijn relaas over het onbegrip van platenfirma’s, en snapt meteen helemaal waarover The entertainer gaat.
Joel, een schoolverlater uit Long Island (New York), maakte tussen 1971 en 2001 twaalf albums. Hij brak door in 1977 met de song Just the way you are, van zijn vijfde album The stranger – een plaat waarop de platenfirma reageerde met de vraag: ‘Waar is de single?’
Daarna werd hij een superster, niet alleen met zijn muziek, maar ook met zijn privéleven. Onder zijn bekendste songs rekenen we New York state of mind’; My life; Uptown girl; Goodnight Saigon; Vienna; Piano man en She’s always a woman. Hij is deel geworden van de Amerikaanse cultuur.
De mens achter de songs
De twaalf albums vormen het geraamte van de documentaire, maar niet het hart. Lacy en Levin focussen op de mens achter de songs: zijn jeugd, zijn relaties met vrienden, vrouwen en steden, zijn muzikale DNA, zijn familiegeschiedenis en zijn trauma’s.
Het is een boeiende, behoorlijk lange reis die diep gaat en alle betrokkenen aan het woord laat: naaste familie, vrienden die hij verraden heeft, vrouwen met wie hij niet meer samen is, dochter Alexa, gerenommeerde gasten als Bruce Springsteen, Sting, Paul McCartney, en Joel zelf. Helaas geen Randy Newman of Paul Simon, collega’s die hem wellicht dieper hadden kunnen begrijpen.
Zoals zijn leven altijd een zoektocht was naar de motor die hem dreef, zo is de film een zoektocht naar wie de échte Billy Joel is. Een aantal feiten is nieuw, zoals dat hij twee zelfmoordpogingen ondernam vanuit een groot schuldgevoel, nadat hij het lief van zijn beste vriend had afgepakt. Of hoe naïef hij zich liet bedotten door zijn manager (en zwager) Frank Weber, waarna hij terug on the road moest, wat indirect mede de scheiding met Christie Brinkley veroorzaakte. Maar ook: hoe hij Beatlesproducer George Martin bedankte omdat die niet met zijn vaste band, een vriendenbende, wilde werken.
Op zijn plaats in New York
Deel 1 van de documentaire volgt Joels opgang tot aan het album Glass Houses (1980). De vaststelling dat hij zich niet op zijn plaats voelde in Los Angeles, en naar New York terug moest om begrepen te worden, is waardevol. Het voedt het basisinzicht dat Billy Joels humus niet de blues is, zoals bij veel rockartiesten, maar klassieke muziek.
Dat verklaart ook waarom Joel, die doorbrak in de tijd van de punk, door de critici vaak negatief bejegend werd: zijn songs klonken te klassiek en hij ‘zag er niet uit’. Het onbegrip zou pas veel later verdwijnen.
In deel 2 volgen we Joel vanaf 1980 tot vrij recent. Hij is een superster, die het zich kan permitteren om muzikaal geregeld van richting te veranderen, maar voor wie het aanhoudende toeren en de druk van het succes hun tol beginnen te eisen. Zijn huwelijk met model Christie Brinkley wordt breed en zelfs emotioneel verteld, van de gelukkige dagen tot de scheiding.
Geleidelijk aan zien we donkere patronen terugkeren in Joels leven en het siert de film dat alle betrokkenen daar heel open over praten. Het is bijna alsof ‘Billy Joel’ een creatie is, waar iedereen aan meegewerkt heeft.
Geen Beethoven
Tussen de opeenvolgende albums verwerkt de documentaire belangrijke motieven, zoals de klassieke achtergrond van Joel, die hem het gevoel gaf dat hij Beethoven nooit kan evenaren. Een ander motief is de Duits-Joodse geschiedenis van de familie, die deels omkwam in de Tweede Wereldoorlog.
Maar het belangrijkste motief is zijn zoektocht naar zijn vader Howard, die het gezin verliet toen hij 7 was. Hij vond hem (én een halfbroer) in Wenen. Intimi menen dat die onbewuste vaderzoektocht de grote motor is achter Joels gedrevenheid, maar echt nader tot elkaar kwamen ze zelfs niet op zijn sterfbed.
Het verslag is eerlijk, en soms pijnlijk (”Ik heb een half miljard dollar, maar niemand om van te houden”). Ongetwijfeld blijven sommige privédetails verborgen, maar we leren veel over ’s mans lange verslaving aan alcohol, de wrok die hem soms verteerde, zijn ongelukken op de weg, de laconieke manier waarop hij relaties beëindigde en het lichte vermoeden van bipolariteit die hij van zijn moeder geërfd zou hebben.
Maar het is ook duidelijk dat alles bijdroeg om hem, in de ogen van de Amerikanen, als een van hen te beschouwen. Hij rees, hij viel, hij kwam terug en bleef altijd herkenbaar, en dat is een van zijn grootste troeven.
Uiteindelijk vond hij toch een soort vrede, met de 33 jaar jongere Alexis Roderick. Hij vond dat hij in woord en muziek alles gezegd had, was zijn eigen imago beu, ontving veel respectvolle lintjes, werd opnieuw vader van twee dochters en kon voor hen de papa zijn die hij zelf nooit was of had.
Vanaf januari 2014 tot juli 2024 stond hij elke maand in Madison Square Garden, een recordreeks van 104 uitverkochte concerten. Maar op het einde van de documentaire zit de zanger achter zijn Steinway, en bedenkt hij dat hij wel altijd op zoek zal zijn naar iets. Het zoeken, niet het vinden, is de sleutel.
De 5 uur durende documentaire Billy Joel: and so it goes is te streamen via HBO Max.