Miguel Wiels: ,,„Ik heb altijd een zeker talent gehad om de rol van de tweede viool te spelen.” Foto: PR
In Nederland is hij bekend van dat ene zinnetje: „Jongens, jongens, dat is toch dat liedje?” De Vlaamse pianist Miguel Wiels (52) is muzikale rots in de branding bij het populaire tv-programma ‘Even tot hier’. Hij is ondernemer, bandleider, componist, maker en bedenker van 248 K3-liedjes. „Nederlanders zijn rechtuit. ‘I love it’. Ik ben ook zo.”
Paul de Leeuw haalde hem naar Nederland. „Ik had in Vlaanderen bekendheid gekregen als televisiepianist en bandleider”, vertelt Miguel Wiels. Toen De Leeuw in 2012 Manneke Paul op de Belgische commerciële zender ging maken, werd Wiels zijn muzikale sidekick. Later sprong Wiels in voor vaste pianist Cor Bakker bij De Leeuws Nederlandse tv-show.
„Het was een idee van de Belgische tv-bazen om naast Paul een Vlaamse bandleider te zetten. Een Belg naast die Hollander, dat zou meer schuring opleveren dan met Cor Bakker”, blikt Wiels terug. „Dat vond Paul een leuk idee, zeker toen ze hem vertelden dat ik de componist van alle K3-liedjes was en dat ik met Mega Mindy was getrouwd. ’Nou, daar kan ik wel iets mee’, had hij gezegd.”
Zo rolde hij binnen bij De kwis en leerde hij Jeroen Woe en Niels van der Laan kennen. Inmiddels maken deze cabaretiers al zes jaar het satirische programma Even tot hier met Wiels als muzikale spil. „Ik heb altijd een zeker talent gehad om de rol van de tweede viool te spelen en een soort sidekick in programma’s te zijn.”
Nederland had hem al veel eerder kunnen kennen. Van Op volle toeren. Want ’als 16-jarig jong snaakje uit België’ deed hij mee aan de talentenjacht in dat populaire TROS-programma. Met eigen gecomponeerde liedjes in de stijl van Richard Clayderman. „Met een net pakje aan, er zwerven nog foto’s van op het internet.” Zijn jeugdheld was Jan Rietman, bandleider bij NCRV-programma Los Vast. „Dat wilde ik ook. En ik had al snel de ambitie dat artiesten liedjes van mij zouden zingen.”
Bij welke muziek ligt je hart?
„Songs schrijven is altijd mijn ding geweest. Maar dan wel populaire songs. Liedjes die ik zelf graag hoor. Ik heb de smaak van een dokwerker. Ik hou van smartlappen en schlagers. Van André Hazes, Rob de Nijs en Will Tura, maar ook van Frank Sinatra en Dean Martin. Zij bedienden het publiek met songs die ambachtelijk goed waren geschreven.”
Dit wist je van meet af aan?
„Ja. Ik volgde mijn eigen smaak. Zo ben ik ook voor K3 beginnen te schrijven. Het is de variatie van song schrijven, bandleider zijn, mensen begeleiden in het theater. Zonder die afwisseling zou ik er vlug genoeg van hebben. Ik deed theatershows met Paul, had daarvoor nog een meeting met K3 en begeleidde een dag later Eros Ramazzotti in een tv-programma.”
Wacht even: ook in jouw dag zit toch maar 24 uur?
„Ja.”
Dit klinkt namelijk als best veel bij elkaar.
„Nu ben ik er op mijn 52ste achter gekomen dat ik vakantie ook weleens fijn vind.”
,,Ik ben een atypische muzikant.'' Foto: PR
Dat is geen grap?
„Nee, dat is geen grap. Ik heb heel hard gewerkt in mijn leven. Als 15-, 16-jarige pianist zat ik al in restaurants en hotels te spelen terwijl andere kinderen uit gingen. Ik heb mijn eerste huisje gekocht toen ik 18 jaar was met de centen die ik had verdiend. Rond mijn 46ste had ik dertig jaar lang álle dagen gewerkt. Ik merkte: poeh, ik moet opletten dat ik geen oude man word en dat het dan allemaal te laat is. Ik ga nu bijvoorbeeld drie weken op vakantie naar Griekenland. Daar had u mij vijf jaar geleden nooit kunnen toe bewegen.”
’Rond mijn 46ste had ik dertig jaar lang álle dagen gewerkt’
Doe je dit voor jezelf of voor je kinderen?
„Mijn kinderen zijn al tieners. Ik had het misschien beter tien jaar geleden gedaan toen ze iets kleiner waren. Ik denk dat ik het toch vooral voor mezelf doe. Ik ben in januari gaan rallyrijden met vrienden, een trip van Roemenië tot Polen. Zalig. Ik heb een week lang totaal niet aan een muzieknoot of een piano of een contract gedacht. Gewoon ontsnappen.”
Als je terugdenkt aan die jongen van 10, 15 jaar die ging optreden en geld verdiende. Wat dreef jou? Je was anders dan je leeftijdgenoten.
„Dat is altijd zo geweest. Mijn vader is heel zijn leven autoverkoper geweest. Mijn moeder was nachtverpleegster. Ze waren hardwerkende mensen. Zij vertelden dat ik als kind bezeten was van muziek.”
Het gaat misschien ook om geld en bekendheid? Of ondernemerschap?
„Ik ben een atypische muzikant. Ik heb ook dat ondernemende in me. Daar speelde mijn vader een grote rol in. Toen ik als tiener mijn eerste piano wilde kopen, had ik dat geld niet. Mijn vader leende mij dat geld en stelde een handgeschreven afbetalingsplan op. Van mijn optredens betaalde ik elke maand terug en hij zette een handtekening. Ik heb dat plan altijd bewaard.”
Op welke leeftijd ging je meer verdienen dan je ouders?
,,Ik speel nooit meer piano thuis. Behalve als het voor mijn vak moet.'' Foto: PR
„Ik denk toen ik 20, 21 jaar was.”
Was dat ongemakkelijk?
„Nee. Ze hebben het mij altijd gegund. Ik heb ook wel zorg voor mijn ouders gedragen in latere stadia van hun leven. Mijn vader is twee jaar geleden overleden na een ziekte van zes jaar. Mijn moeder is een sterke persoonlijkheid, maar toen hij was overleden, had zij een sterke schouder nodig om te helpen bij het financiële. Zo kon ik de rol van mijn vader op me nemen.”
Speelde de dood van je vader een rol bij je keuze om meer van het leven te gaan genieten?
„Jazeker. Mijn vader heeft ook heel hard gewerkt, maar hij was wel een bourgondiër. Hij voerde in het café het hoogste woord en had veel vrienden. Toen hij 72 of 73 was, werd een bloedziekte bij hem vastgesteld. Hij heeft het nog zes jaar volgehouden. Dat waren zes jaar waarin je je er opeens heel erg bewust van wordt hoe waardevol het leven is. Ik merkte dat het belangrijk was om met mijn vader een gesprek te hebben. Het lukte ons om over gevoelens te praten en dingen uit te spreken.
Toen het voor hem alsmaar moeilijker werd om zijn ziekte te dragen, heeft hij voor zijn eigen einde gekozen. De hele familie stond rond zijn bed. Ik had het gevoel dat hij mocht gaan. Alles was gezegd.
Waarom ik ook andere dingen belangrijker ben gaan vinden, is omdat ik het gevoel had dat ik alles al eens had gedaan. Als ik een gouden plaat met K3 kreeg, moest ik bijna een glimlach faken. Of ik stond in het Sportpaleis in Antwerpen met Niels Destadsbader, een Vlaamse zanger met wie ik al jaren werkte. Dan waren 18.000 mensen aan het gillen en Niels stond bijna te wenen van geluk en ik stond op mijn playlist te kijken en de songs af te tellen. Dat was voor mij wel een signaal.”
Dat lijkt me ellendig.
„Het ging als werk voelen. Iets anders is: ik speel nooit meer piano thuis. Behalve als het voor mijn vak moet.”
Wat? Maar muziek is je passie?
„De enige momenten dat ik er nog echt van kan genieten, is als het echt heel erg goed is, zoals de musical Hamilton op Broadway. Dan laat ik me nog wel eens meeslepen. Of een concert van Fleetwood Mac of Gilbert O’Sullivan. Maar in de auto of thuis? Nooit muziek. Het voelt alsof mijn brein dan weer aan het werk gaat.”
Muziek is toch ook gevoel en emotie? Daar moet je je kunnen overgeven.
„Als ik naar Billy Joel ga kijken, denk ik: wauw. Maar ik zet Billy Joel nooit thuis op. Ik heb een fantastische vleugel, duur en handmade. Maar ik speel er nooit op. Behalve als ik een song moet schrijven of aan het repeteren ga.”
In de week dat je vader overleed, deed je mee aan de opnames van de Vlaamse The masked singer. Je stond in een champignon-pak toen je vader op zijn sterfbed lag.
„Dat was een zeer ongelukkige samenloop. Tijdens de opnames van The masked singer werd mijn vader plots zieker. Toch heb ik een zodanige werkethos dat ik dacht: ik kan die champignon niet uit dat programma laten verdwijnen. Toen hij in het ziekenhuis lag, ben ik daar weggegaan omdat ik een repetitie had. Ik reed naar Vilvoorde, trok dat champignon-pak aan en stond op dat podium. Terwijl ik tussen twee repetitie-takes door stond te wachten, wist ik dat mijn vader in dat ziekenhuis aan het afzien was. Dat was zo’n moment van bewustwording: what the fuck, zie mij hier nu staan in zo’n onnozel kleuterpak. Ik hoef hier eigenlijk niet te staan.’’
,,Wat het ook lastig maakte, is dat ik het niemand mocht vertellen. Ook niet aan mijn moeder en mijn broer. Toen mijn vader een paar weken later overleed, heb ik toch mijn broer ingelicht. Ik zei: Onze papa is dood, we gaan hem zaterdag begraven, maar ik moet deze week eigenlijk naar die opnames toe. Mijn broer zei: Doe dat gewoon.”
In je biografie staat een anekdote over je vaste drummer Wouter die op een dag heel geëmotioneerd belt dat zijn moeder is overleden en jij koudweg vraagt of hij wel komt spelen die avond. Draaf je niet door?
„Ik denk het wel, ja.”
Is dat een gebrek aan…
„Empathie. Toen empathie werd uitgedeeld, stond ik als laatste in de rij. Ik voel emoties van anderen niet goed aan. Ik heb het zelf ook nooit nodig dat iemand empathisch is met mij. Dan zoek ik het zelf wel uit. Wouter is een van mijn beste vrienden. Ik heb zijn mama goed gekend, een gezellig en hartelijk mens. Toen kreeg ze kanker, ik heb dat allemaal meegemaakt.
Op zekere dag belt hij mij in tranen: Mijn mama is net overleden. Toen heb ik werkelijk gezegd, ik weet nog altijd niet waarom: Maar Wouter, je komt toch optreden vanavond? Pas twee maanden later durfde hij te zeggen dat mijn reactie als een steen op zijn maag lag. Natuurlijk heb ik me toen honderdduizend keer geëxcuseerd. Hij heeft mij moeten vertellen dat ik als een boer met een botte bijl ben doorgegaan. Ik had het niet eens door. Dat was heel erg fout van mij.”
’Toen empathie werd uitgedeeld, stond ik als laatste in de rij. Ik voel emoties van anderen niet goed aan’
Hoe weet je dat je niet empathisch bent? Dan heb je vast vaker dit soort dingen meegemaakt?
„Dat klopt. Ik had een productiehuis met mijn beste vriendin opgericht en dat is misgelopen. Heel close vriendschap. Op een bepaald moment kwamen we tot zakelijke discussies en daar is ruzie van gekomen. Zij heeft mij gecanceld als haar vriend, ook privé. Vanwege de manier waarop ik mij in meetings gedroeg. Ik vind dat totaal onrechtvaardig omdat het alleen over zakelijke dingen ging en ik dat zelf heel makkelijk scheid van mijn vriendschap.”
Blijkbaar bespreek je een zakelijk geschil te hard?
„Dat is het verschil tussen Belgen en Nederlanders. Nederlanders zijn rechtuit. I love it. Ik ben ook zo.”
Je bent gewoon een Hollander.
„Iedereen draait in België altijd maar om de pot. Ik kom altijd in dat soort conflicten terecht. Ik ben eigenlijk te Hollands.”
Je schreef 248 liedjes voor K3. Heb je daarvoor voldoende erkenning gekregen?
„Nee. Maar daar heb ik mij allang bij neergelegd. K3-muziek wordt te makkelijk afgedaan als muziek voor kinderen.”
Kleuterpop.
„Met dat label had ik moeite. We maken echt geen muziek voor kinderen. Wij proberen songs te schrijven die ook volwassenen leuk vinden, we proberen een zo breed mogelijk publiek te bereiken.”
Kindermuziek kan toch ook goed zijn gemaakt?
„Ja, natuurlijk. Als je weet dat je zoveel platen verkoopt, dat er zoveel mensen komen kijken, dat je zoveel generaties blij heb gemaakt. Dus díe erkenning is er wel. Alleen het label kleuterpop… Als je naar Katy Perry of Madonna luistert: dat is eigenlijk ook allemaal K3-muziek. Alleen in het Engels en het wordt anders geproduceerd. Eigenlijk heb ik altijd gewoon popliedjes geschreven.”
Wat gaan wij in Nederland de komende jaren nog van jou zien?
„Ik heb geen zware bucketlist die ik nog wil afvinken. Ik laat het een beetje op me afkomen.”
De financiële noodzaak is er niet echt meer?
„Nee. Voor alle duidelijkheid: ik heb niet het fortuin van grote gefortuneerden zoals Gert Verhulst of de mensen van Studio 100.”
Ach, één nulletje minder en dan heb je ook al ontzettend veel.
„Haha, ja, bij twee nullen minder ook. Ik heb door het succes met het K3-repertoire een financiële reserve opgebouwd. Ik hoef niet zo nodig dingen aan te nemen omdat ik het geld nodig heb.”
Wat wordt er op je begrafenis gedraaid?
„Dancing queen van Abba. Ik hoop niks van mezelf. Ik heb namelijk nooit autobiografisch geschreven. Ik heb ooit een liedje met Niels Destadsbader gemaakt: Hey pa. Over een zoon die met zijn vader praat en zegt: dankzij jou ben ik in het leven toch iets geworden. Toen mijn vader was gestorven, vroeg Niels of hij dit zou zingen op mijn papa’s begrafenis. Toen was mijn reflex: maar het gaat helemaal niet over mijn vader. Het is maar een verhaaltje.”
Hij valt even stil. „Weet je, ik moet ineens denken aan Carel Kraayenhof. Toen je vroeg: ontroert muziek je nog? Ik ben toch een keer hard geëmotioneerd geweest door Carel Kraayenhof. Ik zou hem begeleiden bij Even tot hier. Hij zou die Argentijnse song spelen die hij ook op het huwelijk van Máxima speelde. Het was in de periode dat mijn vader zieker werd en het niet goed ging met hem, diezelfde week van dat champignon-pak.
Tijdens het repeteren kwam ons gesprek op mijn vader en ineens begon hij zomaar wat improviserend te spelen. Hij zat vlak naast me. En ik ben zó beginnen te wenen. Wat hij toen liet horen op zijn bandoneon… Dat was een van de zeldzame keren in de laatste jaren dat ik nog werd bevangen. Ik was er niet tegen gewapend. Op mijn begrafenis dus niet iets van mijzelf. Laat Carel Kraayenhof maar iets voor mij spelen.”
In ’t kort
Miguel Wiels werd in 1972 geboren in Sint-Amandsberg, net buiten Gent. Hij trouwde met Free Souffriau, actrice en zangeres, in België en Nederland bekend als Mega Mindy in het gelijknamige tv-programma. Samen hebben ze een zoon van 17 en een dochter van 15 jaar.
Wiels is pianist, bandleider, componist en ondernemer. Hij werd in Vlaanderen bekend van het muzikale spelpogramma De notenclub. Van 1998 tot 2021 componeerde hij honderden liedjes voor K3. Hij was de muzikale sidekick van Paul de Leeuw in tv-programma’s en in het theater.
In Nederland is hij vooral bekend van zijn vaste rol in het satirische programma Even tot hier met cabaretiers Jeroen Woe en Niels van der Laan.