‘Generaties’ is het thema van het Internationaal Filmfestival Assen dat 7 maart begint. Wat hebben vrouwelijke filmmakers te danken aan hun voorgangsters? Nouchka van Brakel, Stefanie Kolk en Carmen Maria vertellen. „Je hoeft je minder te bewijzen.”
‘Wat is de invloed van de generaties voor ons en wat geven we door aan de volgende generatie?’ Die vraag staat centraal op de 44ste editie van Internationaal Filmfestival Assen (IFA) die 7 maart in DNK begint.
Bij de opening van het oorspronkelijk feministische festival in Assen wordt de IFA-trofee uitgereikt door filmmaker Nouchka van Brakel (1940). Ze is geen onbekende van het festival en ontving in 1998 zelf de trofee. De regisseur is een feminist, ze was in de jaren 70 lid van actiegroep Dolle Mina. Vrouwenfilms wil ze haar werk niet noemen: „Ik spreek zelf liever over een female point of view.”
'Van de koele meren des doods', regisseur Nouchka van Brakel (rechts) met actrice Renée Soutendijk.
3 meisjes, 30 jongens
Door, naar eigen zeggen, positieve discriminatie kwam Van Brakel op de filmacademie. „Ik kreeg een telefoontje van de secretaresse: ‘er zijn maar drie meisjes en wel dertig jongens.’” Ze mocht, al was haar inschrijving te laat, toch toelatingsexamen doen. Van Brakel voelde zich er nooit anders behandeld, qua filmmaken tenminste. „We hoefden nooit sigaretten te kopen, de jongens staken twee sigaretten aan in de mond en gaven eentje weg zoals in Nouvelle Vague films. We hadden een gouden tijd.”
De laatste jaren is er een betere man-vrouwverhouding op de academie. Al zijn er bij de technische opleidingen veel mannen, terwijl het grootste deel van de studenten production design vrouw is.
‘Inside jokes’
Stefanie Kolk (1986), met haar speelfilmdebuut Melk op IFA: „In mijn tijd was er wel een bepaalde sfeer op de academie. De hoofddocenten waren superlieve oudere meneren, maar die hadden een vibe. Dat merkten we ook bij beoordelingen, dan komen die mannen allemaal binnen, jij zenuwachtig, en dan gaan ze inside jokes maken.” Hierdoor voelde Kolk zich soms niet helemaal op haar gemak wanneer ze een nieuw idee wilde voorstellen. Dit herkent Van Brakel uit haar tijd als docent op de filmacademie: „Ik heb zenuwachtige meisjes proberen moed te geven en positief lopen te discrimineren.” Kolk pleit voor een meer diverse groep docenten, om zo een democratischer en minder dominante cultuur te creëren.
Nouchka van Brakel (midden) bij de opnames van 'Een vrouw als Eva' met Monique van de Ven (links) en Maria Schneider in 1979.
Op het festival wordt van Carmen Maria (1999) de afstudeerfilm Daar moet nog wat mee vertoond. Volgens haar is het nu beter gesteld op de academie. „Het is een hele fijne omgeving. We zijn allemaal collega’s, ongeacht je genderidentiteit. Ik weet zeker dat het 70 jaar geleden heel anders was. Zelfs tien jaar geleden en vijf jaar geleden nog.” Al voelde voor haar de toelating tot de academie eerst ook een beetje als positieve discriminatie. „Bij de aanmeldingsprocedure waren er tien mannen en vijf vrouwen. Ik had het gevoel dat alleen die vrouwen concurrenten waren. Ik vond dat juist een heel rot gevoel. Als je dan wordt aangenomen denk je: ‘ben ik echt een van de besten of is het omdat ik een vrouw ben’. Maar ik denk dat het ook iets was wat voornamelijk in mijn hoofd zat.”
‘Daisies’ van Vera Chytilová
Destijds vond Van Brakel inspiratie in het buitenland. „Op de academie keken we documentaires van Agnès Varda. Eén volgde een zwangere vrouw. Daar was ik verbijsterd over, zo vrouwelijk en privé. Ik liep zelf met een dikke buik, dus sprak het me ontzettend aan.” Varda en Van Brakel werden later vrienden vanwege hun liefde voor film en aardappelen.
Nouchka van Brakel spreekt ook vol lof over Daisies van de Tsjechische Vera Chytilová. „Een buitengewoon anti-autoritaire film met enorm veel nieuwe kleureffecten. Zo woest heb ik het nooit willen maken, maar het heeft me wel gesteund. We wilden allebei dingen veranderen voor de vrouw en als je dingen wil verbeteren moet je pittig tekeergaan.”
Uit de film 'Daisies' van Vera Chytilová.
Kolk noemt een hele reeks regisseurs: Lee Chang-dong, Kelly Reichardt, Víctor Erice, maar ook Nederlandse generatiegenoten als Marina Meijer en Vincent Tilanus. Voor haar speelt gender geen rol. „Ik word heel veel geïnspireerd, ook door vrouwen maar niet per se vrouwen.” Hetzelfde geldt voor Maria, al herinnert zij zich wel een behind the scenes van Sofia Coppola. „Ze was heel zacht en kwam onzeker over. Ik raakte geïrriteerd: ‘Je bent geen echte leider, doe gewoon stoer.’ Ik plakte een traditioneel mannelijke beeld van een leider op haar. Ik ben heel blij dat ik op de filmacademie heb geleerd het zachte te respecteren en dat je ook een niet-autoritaire leider kan zijn.’’
Goede crew
De vrouwen onderstrepen alle drie het belang van een goede crew. Kolk: „Ik stel een team samen dat ik helemaal vertrouw, waar geen ego’s zijn.” Dit gevoel van vertrouwen is voor Van Brakel en Maria net zo belangrijk. Wanneer ze eenmaal een goede crew hebben, merken de filmmakers nauwelijks verschillen tussen mannen en vrouwen. Zowel Kolk als Maria vertellen dat ze bij het regisseren ook veel ruimte laten voor de crew om zo hun expertise optimaal te benutten. Maria: „Ik denk dat het een bepaalde vorm van zelfverzekerdheid is om je onzekerheid uit te spreken.”
'Daar moet nog wat mee', de korte (afstudeer)film van Carmen Maria.
Van Brakel begon haar regie-carrière als documentairemaker, deels vanwege de fijne samenwerking met haar crew. „Ik wilde helemaal geen speelfilm maken. Ik vond het prettig om op mijn gemakje met een kleine crew documentaires te draaien over maatschappelijke onderwerpen.”
In het speelfilm-maken is ze een beetje ingerold. Ze werd gevraagd een van de vier delen van Zwaarmoedige verhalen voor bij de centrale verwarming te maken. Vanwege het succes van die aflevering, maakte ze haar eerste speelfilm in 1977: Het Debuut. Sindsdien wisselde ze speelfilms en documentaires af. Tijdens haar carrière heeft ze zich nooit benadeeld gevoeld omdat ze een vrouw was. Wel herinnert ze zich een moment dat ze op een set kwam waar alles al klaar stond. „Ik stond voor een hele crew van mannen. Alles uitgelicht, maar ik zei dat ik het anders wou draaien. Er viel een hele grote stilte. Toen zei de cameraman: ‘Oh ja, dan krijgen we een licht-ombouw. Nou jongens, dat gaan we doen.’ Ik houd altijd voet bij stuk, en draaien maar. Daar ben ik mee opgevoed.”
Bij het samenstellen van haar crews hield Van Brakel rekening met gender. Zo koos ze voor een voornamelijk vrouwelijke crew voor Een vrouw als Eva. „De lichtboys moesten even wennen en kregen geen gehoor op hun stoerigheid, maar al snel zaten we bij het eten door elkaar.’’
Nouchka van Brakel op de set van 'Het Debuut'.
Ondanks aanhoudend traditioneel denken is de positie van de vrouw er door de generaties op vooruitgegaan. Maria: „De eerste regisseuses hebben bijgedragen aan waar we nu zijn. Ze hebben echt gevochten zodat ik nu niet meer het gevoel krijg dat ik anders ben. Daar ben ik dankbaar voor.” Kolk onderstreept dit. „Elke film die door een vrouw wordt gemaakt, laat ruimte achter, je hoeft je minder te bewijzen.” Wel vindt Maria dat op de filmacademie meer aandacht besteed mag worden aan de vrouwelijke pioniers in de filmwereld en specifiek die in Nederland.
Steviger in de schoenen
Met de eer voor de vooruitgang durft Van Brakel niet te strijken. Wel vindt ze dat er inderdaad veel is veranderd voor vrouwen, maar vooral vrouwen zelf zijn volgens haar veranderd. „Ik denk dat vrouwelijke filmmakers steviger in hun schoenen staan en dat de female point of view echt doorgedrongen is.” Melk is daarvan een goed voorbeeld.
Kolk en Maria zijn het ermee eens dat dingen de goede kant op gaan, toch zijn er verbeteringen mogelijk. Nog steeds zijn er veel meer mannen in de filmwereld dan vrouwen en het problematisch afbeelden van vrouwen blijft voorkomen. Prijzen als ‘beste film van een vrouw’ geven aandacht aan vrouwelijke filmmakers. Maar hierdoor worden de regisseurs in een hokje gestopt, en blijven mensen de noodzaak voelen om onderscheid te maken tussen vrouwen- en mannenfilms.
Het Internationaal Filmfestival Assen, 7 t/m 10 maart, DNK, Assen. De IFA-trofee wordt dit jaar uitgereikt aan actrice Renée Soutendijk. Ze speelt in Sweet dreams, te zien in Assen.