Marcel Möring schreef ‘nu al de beste roman van 2025’. Sinds de publicatie van Mordechai is de schrijver, die tegenwoordig in Beetsterzwaag woont, vrijwel permanent op tournee.
Op de eerste bladzijde van de roman Mordechai slaat een schrijver een journalist op zijn bek omdat deze zijn grootvader laatdunkend omschrijft als pornograaf. Daarop vlucht de schrijver naar een huis in Noord-Nederland om zijn leven te overdenken.
Wat volgt is een avonturenroman en een ideeënroman waarin de bedenker van de dreun, schrijver Marcel Möring, de lezer met onmiskenbaar veel vertelplezier en vernuft door tijd en ruimte laat reizen naar onder meer Londen, Parijs, Groningen, Australië, Griekenland, Italië, Bangladesh, Oekraïne en Israël.
'Wie over vrede spreekt, heeft moed. Nederlandse schrijvers over de oorlog in Israël en Gaza' (2024). Samensteller: Leonard Ornstein. Foto: uitgeverij Prometheus
Maar eerst iets anders. Een paar weken na 7 oktober 2023 leverde Möring (Enschede, 1957) een bijdrage aan het boek Wie over vrede spreekt, heeft moed. Nederlandse schrijvers over de oorlog in Israël en Gaza. Hoe kijkt hij nu naar het conflict?
,,Waarom wil je dat weten?”, reageert Möring. ,,Vraag je ook aan elke katholiek wat hij op dit moment van de katholieke kerk vindt?”
Vind je het vervelend dat ik hierover begin?
,,Ja. Omdat echt elke jood in Nederland zich moet verantwoorden voor wat Israël doet. En dat al vanaf 1947. Ik woon er niet. Ik ben er een keer geweest in mijn leven. Ik vond het eten kut. Ik vond het land lelijk. Ik vond er geen zak aan. Maar… het is het land waar het joodse volk vandaan komt.”
,,De Israëlische regering voert een verwerpelijk beleid en maakt op een onethische manier gebruik van het begrip antisemitisme. Ze worden bekritiseerd, terecht of ten onrechte, en het eerste dat premier Benjamin Netanyahu altijd zegt is: ‘Dat is antisemitisme’. Dat zeg ik thuis ook heel vaak als het tegenzit, maar dat is anders bedoeld. De zaak is: ík heb met het Israël-beleid niets te maken. Als dat wel zo was, zou het er heel anders uitzien.”
Zou je Benjamin Nethanyahu op zijn bek willen slaan?
,,Ik sla niet zo snel iemand op zijn bek. De laatste keer was toen een christelijke colporteur bij mij in de Gymnasiumstraat in Assen een folder door de bus duwde met de tekst ‘De joden zijn ons noodlot. Hun bloed zal over ons komen’. Ik ben hem achterna gelopen en vroeg hem of hij zijn folders bij mij door de bus had gegooid. Ja, zei hij. Bamm! Toen hij wilde terugslaan, vroeg ik hoe het zat met die andere wang. Die draaide hij mij toe. Daarna is de politie gekomen.”
Wat heeft jouw hoofdpersoon, Mordechai Gompertz, tegen het woord pornograaf?
,,Zijn grootvader heeft in de jaren 20 van de vorige eeuw een voorstel aangenomen om erotische boekjes te schrijven. Hij wil een huisje met een kelder bouwen in de buurt van Meppel, daar heeft hij geld voor nodig. Maakt hem dat tot een pornograaf? Veel schrijvers deden dat soort dingen. De uitgever die het voorstel deed, financierde er bijzondere literatuur mee.”
,,Mijn hoofdpersoon stamt af van wat je joodse adel kunt noemen. Zijn oeuvre is gebaseerd op familieverhalen. Hij wil daar los van komen, maar gebruikt het ook. Op het moment van slaan is hij bezig zijn familie te vergeten. De week daarvoor is hij verlaten door zijn grote liefde. Mordechai wankelt. Hij is een gebouw waarvan de fundamenten scheuren en verbrijzelen.”
Hij is ook een man die neerkijkt op het literaire circus.
,,Hij vindt dat zijn plaats achter de tafel is. Het is nu erger dan vroeger, maar de persoon van de schrijver ontneemt heel erg het zicht op het boek. Waar ik een hekel aan heb, zijn schrijvers die op televisie verschijnen omdat hun moeder ziek is, of hun hond dood. Daar hebben ze dan een boek over geschreven, dat gaat over de werkelijkheid en de persoon van de schrijver die per definitie niet interessant is, tenzij iets vreselijks gebeurt, wat niet het geval is. Het boek moet voorop staan. Helaas is dat een ouderwetse opvatting.”
Jij geeft nu zelf veel interviews. Steeds moet je vertellen over jouw overstap naar uitgeverij Prometheus omdat uitgeverij De Bezige Bij wilde dat je het N-woord zou schrappen uit een in 1967 spelende passage waarin Mordechai ruzie heeft met een vriendin die niet van negers houdt.
,,Ik vroeg de uitgeverij wat ik dan moest met de antisemitische dingen die in mijn boek staan. Waarop zij zeiden dat mensen die niet zo erg vinden.”
Heeft De Bezige Bij gereageerd nu jouw boek met N-woord een succes is?
,,Het laatste wat ik vernomen heb, is dat ze mijn boeken die in het verleden door hen zijn uitgegeven hebben verramsjt. Kinderachtig. Ik snap het ook zakelijk niet. Het gaat slecht met De Bezige Bij. Mordechai gaat heel goed. Nu konden ze nog iets verdienen.”
Mordechai reist veel, verhuist veel. Is het een vlucht, of rusteloosheid?
,,Allebei. En het is ook de angst om te wortelen. Wat is de plek waar je thuis bent? Heel vaak is dat iemand. Maar het kan ook de plek zijn waar je wil sterven. Mordechai is zijn grote liefde kwijtgeraakt. De plek om te sterven heeft hij nooit gevonden. Aan het einde van het boek gaat hij inzien dat de plek er altijd al was.”
Zelf ben je meer dan twintig keer verhuisd. Nu woon je in Beetsterzwaag.
,,Er is een periode geweest dat ik naar alle landen reisde waar mijn boeken werden uitgegeven – lezingen verzorgen, interviews geven, optreden tijdens festivals. Tot ik erachter kwam dat het geen zak uitmaakt. Dat boek verschijnt toch wel. Ik was zoveel weg. Ik was geen schrijver meer. Ik was een aanprijzer van boeken, die vooral in het vliegtuig zat. Sommigen genieten ervan. Ik niet. We wonen nu in Beetsterzwaag omdat er in Drenthe niets te huren viel. Ik wil absoluut in het Noorden wonen. Ik ben een Noorderling.”
Die niet aan inburgeren doet.
,,Ik ben graag op mijn eentje. Alleen bij mijn vrienden wil ik horen. Die heb ik uitgekozen. En zij mij. Naoberschap vind ik ontzettend belangrijk, maar ik ben niet iemand voor de gemeenschap.”
Je hebt 6 jaar aan je boek gewerkt, op verschillende plekken, waaronder landgoed Dickninge bij De Wijk en een kunstenaarsverblijf van het Drents Museum in Assen. Kun jij overal schrijven?
,,Ja, dat heb ik geleerd in mijn tijd als journalist bij de Drentse en Asser Courant. Daar zaten op de redactie tien journalisten luid te telefoneren, terwijl de chef Sport stond te schreeuwen en op televisie met hoog volume verslag werd gedaan van de wielerwedstrijden. Je moet meters maken, je moet gewoon je stukje schrijven.”
Mordechai wordt genoemd als kandidaat voor de Nobelprijs. Je laat hem uitvaren over Nobelprijswinnaar Bob Dylan.
,,Bob Dylan is een slechte tekstdichter, ongelofelijk lullige versjes. Leonard Cohen is beter, om het maar niet te hebben over Carly Simon. Het is een knieval geweest van het comité om aansluiting te vinden met een jongere generatie. De jongere generatie kent Bob Dylan niet.”
Wat betekent erkenning voor jou?
,,Ik heb nooit te klagen gehad, maar trek me er niet veel van aan. Mijn doel is achter die tafel zitten en het boek schrijven dat ik wil schrijven, terwijl ik vaak niet weet waarom ik dat boek wil schrijven. Dat zoek ik uit en zo maak ik van boek naar boek een ontwikkeling door. Elke keer is er terrein te verkennen. Dat is belangrijker dan erkenning.”
Mordechai gaat over identiteit.
,,Identiteit moet niet bepaald worden door waar je vandaan komt, of wat je kleur of geloof is. Die zaken vormen je deels, maar jij moet jij zijn. Daar gaat Mordechai over. Mordechai wil Mordechai zijn.”
Mordechai is een man die voor niemand buigt. Hij wil zelfstandig zijn, autonoom. Kan dat wel?
,,Je zult altijd het stof meedragen dat in je kleren zit, maar ik denk dat je jezelf kunt vormen naar je eigen beeld. Het lukt misschien niet voor honderd procent. We zijn allemaal gebrekkig. We falen allemaal. Ik wil liever falen op mijn manier, dan op de manier van een groep waar ik bij zou horen, of een geslacht waar ik uit voortkom. Zoals Samuel Beckett zei: ‘Ever tried. Ever failed. No matter. Try again. Fail again. Fail better.’”
Roman en optredens
Mordechai van Marcel Möring is verschenen bij uitgeverij Prometheus. Prijs: 27,50 euro (512 blz.). ‘Wie over vrede spreekt, heeft moed’ is eveneens verschenen bij Prometheus. Prijs: 9,99 euro (144 blz.)
Lezingen en interviews: 22/3 Warenhuis Vanderveen in Assen, 27/3 Boekhandel Boomker in Haren, 29/4 De Klipper in Zwiggelte.
Marcel Möring is in 1957 geboren in Enschede in een joods gezin dat eind jaren 60 naar Assen verhuisde. Na korte tijd als journalist gewerkt te hebben bij de Drentse en Asser Courant debuteerde hij in 1990 met de roman Mendels erfenis waarmee hij de Geertjan Lubberhuizenprijs voor beste debuut won. Zijn tweede roman Het grote verlangen (1992) werd bekroond met de AKO Literatuurprijs. In 1996 brak hij internationaal door met de roman In Babylon (1996). Daarna verschenen onder meer romans Dis, Louteringsberg, Eden, Amen en Familiewandeling. Het werk van Möring, dat ook novelles, verhalen, essays en gedichten omvat, is in twintig talen vertaald. Möring woont in Beetsterzwaag.