Caspar David Friedrich: 'Zwei männer in Betrachtung des Mondes' (1819-1820), olieverf op doek (33 bij 44,5 centimeter). Foto: Galerie Neue Meister, Dresden
Licht speelt een hoofdrol in beeldende kunst. Rembrandt toonde zich een ware meester in het vangen van licht op canvas, maar ook met het verschijnsel zelf bereiken kunstenaars verbluffende effecten. Soms representeert licht goddelijke schoonheid.
Voor kunst hoeven we niet per se naar een museum of galerie. Kunst is in ons dagelijks leven overal om ons heen. Zie beelden, objecten en sculpturen op open plekken in steden. Daar hoort ook lichtkunst bij.
In Groningen maakten de Brabantse ontwerpers Krijn Christiaansen en Jeroen Bruls in 2006 voor de buitenwand van het Noorderstation in Groningen een computergestuurd lichtkunstwerk van LED-licht. Scrolling Light heet het, als onderdeel van Kunstproject Noorderstation. Het licht reageert daar op de aankomst- en vertrektijden van de rijdende treinen. Het bijzondere is dat het lichtkunstproject een initiatief was van de bewoners van de naastgelegen Selwerderwijk in het kader van ‘de leefbare stad’. Een vaak verlaten en onprettige locatie veranderde daardoor in een verrassend verlichte plek waar wat te beleven valt.
Dat geldt ook voor de lichtkunstroute die je ’s nachts in Groningen kunt volgen en waarvan de betongrijze parkeergarage op de Ossenmarkt een onderdeel is. Als je daar binnengaat zie je een lichtkunstwerk van Peter Struyken, bestaande uit twintig lichtbakken op de bodem van de garage die veranderende kleuren laten zien. De oplichtende kleuren rood, groen en blauw vermengen zich als de verf op een schilderpalet.
Daan Roosegaarde: 'Gates of Light' (2017), Afsluitdijk. Foto: Pim Hendriksen COM
Lichtkunstenaar Daan Roosegaarde (1979) creëert elke nacht een magische beleving met zijn Gates of Light op de Afsluitdijk waar de architectuur van zestig monumentale sluisdeuren zichtbaar wordt. Dat doet hij niet door lampen of spots op te hangen, maar door het licht van passerende autolampen te reflecteren. Ecologisch verantwoord, zoals al zijn lichtprojecten, waaronder het gebruik van lichtgevende algen bij zijn installatie Glowing Nature in het Kazemattenmuseum in Kornwerderzand.
Roze wolk
Licht verlicht onze harten, het is verwant aan schoonheid, aan het goede en stralende. Misschien dat licht daarom overal in de kunst aanwezig is. Of het nu van LED-licht, tl-licht of neonlicht afkomstig is. We zien het op tentoonstellingen en verbazen ons. Met licht kun je alles, één lichtkunstwerk kan een hele zaalruimte betoveren, licht geeft de illusie van diepte en ruimte, ook in het theater, zodat je geen bordkartonnen decors meer nodig hebt.
In Den Bosch heb je bijvoorbeeld een kunstenaar als Dorette Sturm met haar betoverende lichtinstallaties. Ze maakte een roze wolk van zacht, gewelfd materiaal, zoals wolken in sprookjes kunnen zijn. Het zweeft en het leeft. Ademende wolk (2013) heet haar installatie, want bij elke ‘ademhaling’ krimpt en groeitde wolk.
Je blijft lang kijken naar iets wat nooit eerder bestond en ineens is het er, en is alles eromheen gebaad in zoet, roze licht. Zoiets bereik je niet met kwast, verf en doek – al wil je nog zo graag licht schilderen.
Enorme spiegel
Licht is openbaring, een wonder. De Deens-IJslandse kunstenaar Olafur Eliasson maakte dat wonder waar toen hij in 2003 met zijn installatie The Weather Project een totaalervaring van licht schiep. We moesten er wel voor naar Tate Gallery in Londen, maar dan zag je iets wat je nooit meer vergeet.
Olafur Eliasson: 'The Weather Project' (2003), Turbinehal Tate Modern, Londen. Foto: Tate Modern
Wie de oorspronkelijke turbinehal van het museum binnenstapte, werd overvallen door een vloed van licht. Het licht kwam van een enorme lichtende schijf, alsof je in een ruimteschip was gestapt en dicht langs de zon scheerde. Het was een belevenis die werd veroorzaakt door een enorme spiegel hoog aan de wand waarin warm licht werd weerkaatst. Iets oneindig groters dan jezelf nam bezit van je.
Het was een ervaring die diepe, religieuze emoties wekte, ook bij wie geen religie aanhing. Het was alsof je door de zon werd opgenomen. Een tempel van licht. Je staarde er met verbazing en ontzag naar. Veel bezoekers gaven zich eraan over door te knielen of op de grond te gaan liggen.
Je kunt ook zeggen: lichtkunst is lekker makkelijk, je hoeft maar een lamp aan te steken of een spotje op iets te richten. Maar rond 1800, toen kunstlicht nog uitsluitend bestond uit het schijnsel van kaarsen en olielampen, stond iedereen verbaasd te kijken naar de schilderijen van de Duitse schilder Caspar David Friedrich. Daarop staan mensen afgebeeld die naar lichtfenomenen kijken als zon- en maanlicht, zonsopgangen en zonsondergangen, regenbogen, halo’s en zonsverduisteringen.
Caspar David Friedrich: 'Zwei männer in Betrachtung des Mondes' (1819-1820), olieverf op doek (33 bij 44,5 centimeter). Foto: Galerie Neue Meister, Dresden
Tijdens zijn vele wandelingen bestudeerde Friedrich de natuur om te weten hoe alles eruitziet en hoe je dat moet schilderen. Natuurlijke lichtverschijnselen die iedereen kende, zou je zeggen, maar die voor het eerst in de geschiedenis op een andere manier werden bekeken. Dat schilderde hij.
Bij Friedrich is licht vooral mystiek licht, melancholiek licht. Maanlicht, schemering of een doodgewone sterrennacht werden verschijnselen die de romantische beweging inspireerde tot schilderijen, gedichten en toneelstukken, romans en muziek. Werken die onze manier van natuurbeleving nog altijd beïnvloeden.
Bethlehem
Licht schilderen is best lastig. Je hebt allereerst een hoop donker nodig om het licht optimaal te laten uitkomen. Maar het grootste probleem in de klassieke schilderkunst is dat natuurlijk licht vele malen lichter is dan het witste wit uit de verftube.
Toch kregen de kunstschilders het voor elkaar om licht weer te geven dat we allemaal ervaren als echt licht: diffuus licht, stralend licht, gereflecteerd licht. Want dat is het mooie van kunst: het tovert van alles tevoorschijn dat eigenlijk niet kan. Daarom is kunst in staat om religieuze en mythologische onderwerpen tot leven te brengen. Kunst is nu eenmaal per definitie illusie. Dat geldt ook voor het geschilderde licht.
Laat ons in deze donkere tijden naar Antwerpen afreizen. Daar staat de Sint Pauluskerk aan de Veemarkt. We lopen naar binnen, negeren de jaarlijkse, feeërieke kerststal en blijven voor een liefst 4 meter hoog schilderij staan: De aanbidding der herders.
Peter Paul Rubens: 'Aanbidding van de herders' (1609), olieverf op doek (400 bij 294 centimeter), Sint Pauluskerk Antwerpen. Foto: Wikipedia, Ophelia2
Rubens creëerde dit in 1609, in een tijd waarin kunstschilders naar de hevigste effecten zochten om hun religieuze voorstellingen – zoals de goddelijke boodschap – zo krachtig mogelijk over het voetlicht te brengen. Wat we zien is de stal van Bethlehem met de Heilige Familie, gespierde herders en barokke engelen. Alles trok Rubens uit de kast om ons te verbluffen: het enorme formaat, de beweeglijke figuren, de tuimelende barokke compositie, de theatrale opzet en vooral: de rol van het licht.
Clair-obscur
Een nog grotere meester van het licht-donker is natuurlijk Rembrandt. De schilder van de Nachtwacht was in Amsterdam een trouw theaterbezoeker waar scènes op het toneel fel werden belicht, zodat een dramatisch licht-donkerbeeld ontstond waardoor Rembrandt zich liet inspireren.
Rembrandt: 'De engel verschijnt aan Jozef' (1645), olieverf op doek. Foto: Google, Art Project
Neem De engel verschijnt aan Jozef in een droom uit 1645. Wat we zien is een engel die in het nachtelijk duister, verlicht door een opening in het dak, ’s nachts in de stal van Bethlehem verschijnt om Jozef, de vader van het kindje Jezus, in een droom aan te sporen naar Egypte te vluchten. Hier heeft Rembrandt op een magische manier het licht en donker in een stalruimte uitgebeeld. Ook dit is goddelijk licht, want er brandt nergens een lantaarn.
Hoe dat met die vlucht naar Egypte verliep hebben kunstenaars in de 17de eeuw ons laten zien. Geen goddelijk licht, maar aardse lichtbronnen. De Duitser schilder Adam Elsheimer, beroemd vanwege zijn felverlichte nachtelijke taferelen, schilderde in hetzelfde jaar als Rubens een nachtscène met een maximaal effect en een hoofdrol voor het licht.
Adam Elsheimer: 'De vlucht naar Egypte' (1609), olieverf op koper (31 x 41 centiometer), Alte Pinakotheek München. Foto: Alte Pinakotheek
In Elsheimers De vlucht naar Egypte, een gebeurtenis die een apart genre in de kunstgeschiedenis zou worden, maken Maria en Jozef met hun kindje zich in een duister landschap klaar voor de nacht. Ze hebben een olielantaarn bij zich. Rechts schijnt de volle maan, herhaald in een waterpoel, en helemaal links enkele herders met hun vee rond een kampvuur.
Van de vele nocturnes van Elsheimer was dit zijn topstuk, vanwege de onnavolgbare manier waarop hij drie lichtbronnen tegelijk weergeeft, open vuur, maanlicht en lantaarnlicht. Zowel Rembrandt als Rubens complimenteerden Elsheimer dan ook met deze prestatie.
Goddelijk licht
Op het onverlichte platteland van Groningen stappen we tot slot in Westeremden naar binnen bij de stilleven- en kerkinterieurschilder Henk Helmantel (1945). In zijn atelier met licht uit het noorden heeft hij op een tafel zijn stillevens zo gearrangeerd dat het buitenlicht door het raam heel subtiel langs de voorwerpen strijkt.
Henk Helmantel: 'Stilleven met brood en fles uit Lübeck' (2003), olieverf op paneel (58 x 95 centimeter). Foto: Art Revisited, Marum
Helmantel is geen kunstenaar van het kunstlicht. Geen kaarslicht of lantaarnlicht zul je er aantreffen. Al zijn werk is in zuiver daglicht geschilderd. Maar er is meer aan de hand. Want Henk Helmantel heeft eens gezegd: ‘Door middel van mijn werk wil ik laten zien hoe groot de Schepper is; ik wil de dingen tot hun recht laten komen in het van God gegeven licht.’ Pas als hij dat licht in zijn schilderij terugziet, weet hij dat het werk klaar is.