Kunstenaar Thierry Oussou dingt mee naar de Prix de Rome. Foto: Mediahuis
Niet de elite, maar juist de arbeidersklasse verdient een eerbetoon. Dat is de stellige overtuiging van Thierry Oussou. De kunstenaar uit Benin, die zelf vier hectare aan katoenvelden in zijn vaderland beheert, liet daarom 20 ton katoen verschepen naar Amsterdam.
De balen, in groen plastic verpakt, staan als een minimalistische sculptuur nu in het Stedelijk Museum in Amsterdam, terwijl aan de wanden tekeningen hangen die Oussou maakte na gesprekken met werknemers van het Amsterdamse Gemeentelijk Vervoer bedrijf (GVB). „Opdat de bezoekers aan al die hardwerkende mensen denken.”
Oussou is een van de vier kanshebbers op de Prix de Rome. Dit is de oudste kunstprijs van Nederland. De prestigieuze onderscheiding werd in 1806 ingevoerd door Lodewijk Napoleon, de broer van Napoleon Bonaparte, die vanaf dat jaar tot 1810 koning van Holland was. Of zoals hij ooit zei, omdat hij de Nederlandse taal nog niet geheel machtig was: ’Konijn van Holland’.
Lodewijk Napoleon droeg de kunsten een warm hart toe en stelde daarom een prijs in voor een veelbelovend talent om een reis naar Rome te maken, destijds de plek waar men heen ging voor zijn culturele ontwikkeling, legt Eelco van Lingen uit, de directeur van de Mondriaan Stichting die de prijs uitreikt. „De winnaar krijgt geen reis meer naar Rome, dat is al tijden geleden afgeschaft. Het prijzengeld bestaat uit 60.000 euro. De laureaat mag zelf bepalen waar hij of zij dit bedrag aan uitgeeft.”
Thierry Oussou liet 20 ton katoen verschepen van Benin naar Amsterdam. De balen staan in het Stedelijk Museum. Foto: Peter Tijhuis
Oussou heeft al wel zo zijn ideeën. Hij zou zijn katoenproject ook graag in Liverpool (de Britse stad werd in de 19de eeuw rijk met de textielindustrie) en in Amerika laten zien. „Om de geschiedenis te herschrijven. En de straat naar het museum te brengen en vice versa.” Of om een ’Prix de Rome’-kledinglabel op te zetten, gemaakt van zijn eigen katoen.
Met de klok mee: kunstenaars Kevin Osepa, Fiona Lutjenhuis, Thierry Oussou en Buhlebezwe Siwani zijn genomineerd voor de Prix de Rome. Foto: Peter Tijhuis
De concurrentie is echter zwaar. Ook Kevin Osepa, Fiona Lutjenhuis en Buhlebezwe Siwani doen een gooi naar het prijzengeld. De vier kandidaten maken zeer uiteenlopend werk, maar zijn toch aan elkaar gewaagd.
Osepa maakte een grote video-installatie, Lusgarda genaamd, over de Ocho Dia. Dit is de traditionele achtdaagse rouwperiode na een begrafenis in het Caribisch gebied, waarin familie en vrienden naar het huis van de overledene komen om de dode te eren en de geest te helpen veilig het dodenrijk te bereiken. Het ritueel dreigt echter uit te sterven, mede door toedoen van de kerk. Osepa’s installatie is in zekere zin een requiem voor dit culturele erfgoed.
Kevin Osepa maakte een video-installatie over de achtdaagse rouwperiode na een overlijden in het Caraïbisch gebied. Een traditie die dreigt te verdwijnen. Foto: Peter Tijhuis
Siwani is een Zuid-Afrikaanse kunstenares die al enige tijd in Nederland woont en werkt. Zij verbaast en ergert zich over het feit dat weinig Nederlanders Jan van Riebeeck kennen, de man die in 1652 de eerste Europese handelspost in Zuid-Afrika stichtte. Daarom maakte ze een reusachtige rood, witte, blauwe vlag waarop Van Riebeeck is afgebeeld, met daarbij een video-installatie waarop op diverse schermen andere Zuid-Afrikanen in Nederland getuigen van hun ongemak met het gebrek aan kennis bij Nederlanders over de (pijnlijke) geschiedenis van hun vaderland.
Veel fantasierijker is het werk van Fiona Lutjenhuis uit Zevenaar, die haar opmerkelijke jeugd als basis neemt voor haar oeuvre. Ze groeide op in een sekte met strenge overtuigingen, waarin geloof in buitenaardse wezens een hoofdrol speelde. Voor de Prix de Rome maakte ze een knusse cirkel van beschilderde draaideuren, waarin een zelfgemaakt poppenhuis staat. „Het poppenhuis symboliseert het samen zijn en het plezier in het maken”, zegt Lutjenhuis, die graag het magisch denken bij de kijker stimuleert. „We moeten niet zo zwart-wit denken”, is haar boodschap.
Voor de Prix de Rome maakte Fiona Lutjenhuis een knusse cirkel van beschilderde draaideuren, waarin een zelfgemaakt poppenhuis staat. Foto: Peter Tijhuis
Voor het slapen gaan deed ze als kind vaak een oefening om alles weg te denken, legt ze uit. Haar poppenhuis, haar bed, de woning, de straat waarin ze met haar ouders en zussen woonde, en uiteindelijk zelfs alle planeten in het sterrenstelsel. „Totdat er niets meer was. Dat was eng en geruststellend tegelijkertijd. Dat er niets meer was om te verdwijnen.”
Op woensdag 17 december wordt in het Stedelijk Museum Amsterdam bekendgemaakt wie van de vier kunstenaars de Prix de Rome wint.
Bulhebezwe Siwani maakte een videoinstallatie over haar verbazing dat Jan van Riebeeck voor Nederlanders nauwelijks betekenis heeft, terwijl de man de geschiedenis van haar vaderland in belangrijke mate bepaalde. Foto: Peter Tijhuis